Een roman, geen politiek pamflet
De Engelse titel van dit boek is The Year of the Runaways. Net als ‘gelukszoeker’ is ‘runaway’ een dubbelzinnig woord. Gelukszoeker: iemand die komt profiteren? Of iemand die probeert voor het eerst in zijn leven geluk te voelen? Runaway: een voortvluchtige? Of iemand die wegrent voor de ellende? In Het jaar van de gelukszoekers toont de Britse schrijver Sunjeev Sahota de dubbelzinnige wereld van drie arbeidsmigranten, die India verlaten en in Sheffield in Noord-Engeland aankomen. Daar beginnen al deze betekenissen van ‘gelukszoeker’ en ‘runaway’ door elkaar te vloeien en langzaam iedere betekenis te verliezen, wanneer het gehoopte nieuwe leven voor deze drie mannen een koude overlevingsstrijd wordt.
Tarlochan (Tochi) komt uit de laagste klasse. Bij een klassenstrijd wordt zijn familie uitgemoord. Hij besluit India te verlaten en in Europa zijn lot in eigen handen te nemen. Nadat Randeeps vader zijn baan verliest door een psychische stoornis, besluit Randeep een nephuwelijk aan te gaan met de Britse Narinder om naar Engeland te mogen verhuizen. Avtar kan geen baan vinden in India en stelt zijn lichaam beschikbaar om het geld voor een studentenvisum bij elkaar te krijgen. De drie mannen hebben ver uiteenlopende redenen om naar Engeland te komen, en de lezer zal het met sommigen eerder eens zijn dan met anderen, maar ze komen uiteindelijk allemaal in hetzelfde huis in Sheffield terecht. Daar vechten ze iedere dag opnieuw voor de kans op werk en een klein beetje geld.
Engeland is in dit boek nauwelijks herkenbaar, net zo vreemd voor de lezer als voor de drie migranten. Randeep, Avtar en Tochi worden te werk gesteld door Indiërs, die een netwerk van mensenhandelaars en illegale arbeiders door heel Europa hebben. Degenen voor wie ze werken spreken Punjabi, alle baantjes worden via via geregeld. Iedere eettent heeft wel een illegaal of twee in dienst. De jongens ondervinden nauwelijks racisme en discriminatie door Britten – omdat ze ze nooit tegenkomen.
Tegelijkertijd wordt India niet als vreemd, ver oord neergezet. De drie mannen komen uit Punjab, in Noord-India, en kennen de rest van de wereld nauwelijks. Sahota is zelf een Brit, maar hij heeft zich vakkundig in hun levens ingeleefd: zaken die voor hen vanzelfsprekend zouden zijn, worden niet uitgebreid ingeleid en uitgelegd voor het gemak van de westerse lezer. Hierdoor wordt het verhaal niet nodeloos vertraagd. Sahota doorspekt zijn boek met termen en uitdrukkingen uit het Hindi en Punjabi, die achterin in een verklarende woordenlijst zijn opgenomen: Nederlandse lezers die Punjab en het sikhisme niet goed kennen, zullen hier vaak naartoe moeten bladeren.
De epiloog speelt zich een decennium na dit ‘jaar van de gelukszoekers’ af. Het is een sprong over een groot gat, en weinig lezers zullen zich kunnen voorstellen wat er in die tien jaar gebeurd zou kunnen zijn. Vóór de epiloog waren de mannen wanhopig, ziek, mishandeld, opgejaagd: dat ze tien jaar later überhaupt nog leven, is al een wonder. In het huidige politieke klimaat kan de epiloog makkelijk gezien worden als een politieke boodschap voor de lezer: kijk eens hoe het heus wel goed komt met deze immigranten. Helaas kan de lezer alleen niet zien hóé ze deze situatie hebben overleefd, juist vanwege de grote sprong in de tijd: na de wanhopige situatie in de voorgaande stukken lijkt haast alleen een goddelijke interventie genoeg om dit voor elkaar te krijgen. Sahota houdt zich met deze sprong opzettelijk ver buiten de Europese politiek, en geeft ons uitsluitend een aangrijpende roman.
Reageer op deze recensie