Ieder woord over dit boek is een spoiler
Sinds ze op haar dertigste begon te schrijven, heeft Karen Jay Fowler tientallen sciencefiction- en horrorverhalen en een aantal romans gepubliceerd, waarvan The Jane Austen Book Club de bekendste is. Het hoogtepunt van haar schrijfcarrière tot nu toe kwam in 2014, toen haar roman We Are All Completely Beside Ourselves genomineerd werd voor de Man Booker Prize. De vertaling, Totaal door het dolle heen van Wim Scherpenisse, verscheen dit jaar (2015) bij uitgeverij Nieuw Amsterdam.
Het is erg moeilijk om dit boek te recenseren en de structuur van het verhaal intact te houden. Het NRC bijvoorbeeld gaf in de eerste regel van de recensie al het belangrijkste plotelement weg. Dat gebeurt hier niet, maar een lezer die niet het risico wil lopen toch het belangrijkste geheim van het plot te ontdekken, kan deze recensie beter mijden.
Rosemary en Fern groeien op als tweeling, maar blijken het onderwerp te zijn van een experiment. Hun vader is professor in de gedragspsychologie, en de twee worden vanaf hun geboorte gevolgd door een legertje onderzoekers. Na vijf jaar gaat het mis: Fern wordt van de ene op de andere dag uit huis geplaatst. Het gezin doet alsof Fern nu beter af is, maar de familiebanden zijn voorgoed kapot.
Rosemary’s broer Lowell laat het niet bij deze scheiding zitten. Als bij een familie-uitje Fern eindelijk weer een keer wordt genoemd, knapt er iets bij hem, en gaat hij proberen Fern terug te krijgen. Als dat niet lukt, begint hij aan een crimineel leven als actievoerder bij het Animal Liberation Front. Hij pleegt een aanslag op een universiteit, en al snel is de FBI naar hem op zoek. Toch worden zijn acties op geen enkele manier veroordeeld in dit boek. Rosemary legt de lezer geduldig uit wat de denkbeelden van het ALF zijn, dat het toebrengen van economische schade door bijvoorbeeld brandstichting hierbij hoort, en ja, dat ze toch moeten gaan uitkijken voordat er een keertje menselijke of dierlijke doden vallen. Fowler geeft hiermee een vertekend, afgezwakt beeld van een terroristische organisatie, wat dierenorganisaties die wél op een veilige, legale manier werken niet ten goede komt.
Fowler maakt erg slim gebruik van een onbetrouwbare verteller. Ze doet dit op een vanzelfsprekende manier, met een verteller die simpelweg niet beter weet of kan. Rosemary is hierdoor absoluut geen sympathieke verteller, maar dit valt te vergeven als je haar gedrag volledig aan de bizarre eerste vijf jaar van haar leven wijt. Ook in de Nederlandse vertaling werkt het taalgebruik van Rosemary goed, ook al is het Nederlandse vocabulaire rond het onderwerp van dit boek een stuk kleiner dan in het Engels.
Het einde van het boek is vreemd zoetsappig. Alles komt goed, op een manier die niet direct logisch is. Het blijkt vrij makkelijk te zijn voor Rosemary om Fern terug te vinden en regelmatig te bezoeken. Ook kan Rosemary fantastisch met kinderen omgaan, terwijl haar eigen kindertijd zo ongewoon en traumatisch was. Het is eerder een bericht aan de lezer dan een logisch einde aan dit verhaal, een boodschap over de manier waarop we met kinderen zouden moeten omgaan en welke lessen ze geleerd zouden moeten worden. Het is een boodschap die niet goed uit de verf komt, door het sterk geschreven, aangrijpende verhaal dat eraan vooraf ging: de lezer wordt vooral overtuigd dat bijna álles beter is voor een kind dan het gezelschap waarin Rosemary opgroeide.
Reageer op deze recensie