Lezersrecensie
Weinig reden tot vrolijkheid
In Iedereen slaapt in de vallei van Ginevra Lamberti volgen we drie generaties vrouwen die afkomstig zijn uit een koude, smalle vallei in Noord-Italië: Augusta, haar dochter Costanza en verder de dochter van Costanza: Gaia. Verreweg de grootste rol is weggelegd voor Costanza. Zij ontvlucht de vallei als ze achttien jaar oud is, maar het lukt haar niet om zich te ontwikkelen tot een onafhankelijke vrouw. Ze blijft vastzitten in een destructieve relatie waarin drugs de boventoon voert, en baart haar dochter Gaia in een afkickkliniek.
Kenmerkend voor deze roman is de afstandelijke schrijfstijl. Nergens krijg je als lezer de kans om iets meer te weten te komen over het gevoelsleven van Costanza en de mensen om haar heen. Hierdoor blijven de personages vlak en leer je vooral over hun handelen. Wat er in hun hoofd omgaat, daar moet je als lezer naar gissen. Soms is de schrijfstijl vloeiend, maar vaak verdrink je als lezer in lange zinnen met eindeloos veel vertakkingen. Ook moeilijk te duiden metaforen versterkten bij mij als lezer de verwarring:
“Maar algauw had hij ruimhartig weer de grote ogen opgezet van iemand die zijn idool aanschouwt. Daarna was het enkel nog een kwestie geweest van dode bladeren.”
Het lezen van dit boek voelde voor mij alsof ik over een weg vol met kuilen en hobbels reed met heel veel onverwachte haarspeldbochten, en dan ook nog in de mist. Nergens had ik het gevoel dicht bij de personages te komen. Er wordt voortdurend van perspectief in tijd en persoon gewisseld. Costanza “zou later vertellen” of “zal later uitleggen” is een veelvuldig gebruikt inleidend zinnetje dat bij mij regelmatig voor verwarring zorgde. Vooral omdat het hele boek ervan doorspekt wordt. Hierdoor ontstaat een fragmentarisch en niet gemakkelijk te volgen geheel.
Ondanks het rommelige geheel komen de belangrijkste thema’s wel goed uit de verf: Emotionele verwaarlozing die van generatie op generatie wordt doorgegeven en de afhankelijkheid van de personages. Ze vertonen weinig eigenheid en blijven hangen in bestaande patronen. De afhankelijkheid, eenzaamheid en uitzichtloosheid van Costanza en de anderen is letterlijk voelbaar, sterker nog, kroop bij mij onder mijn huid.
Het resultaat is dus een afstandelijke roman over een uitzichtloos bestaan. Pas aan het eind van het boek gloort er een klein beetje hoop aan de horizon.
Een enorm contrast met de belofte op de achterflap, waar wordt gesproken van “warmte, empathie en humor”. Deze belofte heeft het boek voor mij helaas niet waargemaakt.
Kenmerkend voor deze roman is de afstandelijke schrijfstijl. Nergens krijg je als lezer de kans om iets meer te weten te komen over het gevoelsleven van Costanza en de mensen om haar heen. Hierdoor blijven de personages vlak en leer je vooral over hun handelen. Wat er in hun hoofd omgaat, daar moet je als lezer naar gissen. Soms is de schrijfstijl vloeiend, maar vaak verdrink je als lezer in lange zinnen met eindeloos veel vertakkingen. Ook moeilijk te duiden metaforen versterkten bij mij als lezer de verwarring:
“Maar algauw had hij ruimhartig weer de grote ogen opgezet van iemand die zijn idool aanschouwt. Daarna was het enkel nog een kwestie geweest van dode bladeren.”
Het lezen van dit boek voelde voor mij alsof ik over een weg vol met kuilen en hobbels reed met heel veel onverwachte haarspeldbochten, en dan ook nog in de mist. Nergens had ik het gevoel dicht bij de personages te komen. Er wordt voortdurend van perspectief in tijd en persoon gewisseld. Costanza “zou later vertellen” of “zal later uitleggen” is een veelvuldig gebruikt inleidend zinnetje dat bij mij regelmatig voor verwarring zorgde. Vooral omdat het hele boek ervan doorspekt wordt. Hierdoor ontstaat een fragmentarisch en niet gemakkelijk te volgen geheel.
Ondanks het rommelige geheel komen de belangrijkste thema’s wel goed uit de verf: Emotionele verwaarlozing die van generatie op generatie wordt doorgegeven en de afhankelijkheid van de personages. Ze vertonen weinig eigenheid en blijven hangen in bestaande patronen. De afhankelijkheid, eenzaamheid en uitzichtloosheid van Costanza en de anderen is letterlijk voelbaar, sterker nog, kroop bij mij onder mijn huid.
Het resultaat is dus een afstandelijke roman over een uitzichtloos bestaan. Pas aan het eind van het boek gloort er een klein beetje hoop aan de horizon.
Een enorm contrast met de belofte op de achterflap, waar wordt gesproken van “warmte, empathie en humor”. Deze belofte heeft het boek voor mij helaas niet waargemaakt.
16
3
Reageer op deze recensie