Persoonlijk pamflet
Wat als je autisme niet langer zou zien als een afwijking van het normale? Die vraag stelt maatschappelijk betrokken auteur Koen Bruning. Eerder schreef hij een pleidooi voor het basisinkomen in Samen rijk. In Op het spectrum presenteert hij een persoonlijk pamflet, waarin hij pleit voor een andere kijk op autisme aan de hand van beschrijvingen uit zijn eigen leven.
'Die wisselingen zijn soms onlogisch, waardoor je als lezer uit het verhaal moet stappen om het te begrijpen.' – recensent Karin
Het boek start met een soort sneak preview: een eerste voorbeeld uit het leven van Bruning. Het vertelt hoe het voor hem als kind was om met anderen te spelen. Je ervaart als lezer het ongemak, de emoties en de moeilijkheden. Dit soort persoonlijke anekdotes vormt de kern van het boek.
Voor die kern volgt eerst een korte uiteenzetting over hoe de maatschappij het autistisch spectrum op dit moment beziet. Deze uitleg is ondanks een flinke mate van theorie goed toegankelijk. De belangrijkste vraag uit dit deel is: zorgt autisme voor een andere manier van omgaan met de maatschappij of is de maatschappij zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop er met autisme wordt omgegaan? Bruning pleit voor de laatste optie en trekt deze conclusie breder door te stellen dat er ‘zo veel andere mensen zijn van wie de wereld afstand neemt’.
Na het theoretische kader volgen thematische reeksen anekdotes uit het leven van Bruning zelf. Met deze anekdotes illustreert hij zijn boodschap. Het leest als een dagboek waarbij de ik-figuur in retroperspectief gebeurtenissen beziet. Bruning kijkt naar de relatie met zijn familie, beschrijft zijn (eerste) ervaringen in de liefde en laat zien hoe het is om op te groeien als aansluiting moeilijker is dan gemiddeld.
De kwaliteit van deze hoofdstukken varieert. Het deel waarin Bruning zijn positie ten opzichte van zijn vader beschrijft, is minder sterk dan het deel over zijn moeder. Sommige beschreven situaties voelen als herhaling, andere vormen een mooie aanvulling. Zo beschrijft Bruning krachtig hoe voetbal voor hem een redding was. Voetbal zorgde voor vrienden, aansluiting en vertrouwen.
Tijdens het lezen is het soms ook schakelen omdat het gekozen perspectief niet past bij de beschreven gebeurtenissen. Er is sprake van een ik-verteller die zijn ervaringen beschrijft (soms alsof je ze op dat moment beleeft), terwijl diezelfde verteller ook beschrijft hoe andere personages destijds gedacht hebben. Zo beschrijft Bruning het moment waarop zijn moeder hoort dat hij Asperger heeft (een inmiddels achterhaalde term), vanuit een alwetende verteller die zijn moeder en vader volgt. Een regel verder is diezelfde verteller een jonge Bruning die van zijn ouders dit nieuws te horen krijgt. Die wisselingen zijn soms onlogisch, waardoor je als lezer uit het verhaal moet stappen om het te begrijpen.
Deze punten maken het boek leestechnisch niet altijd een feestje. Dat neemt niet weg dat de kern van het boek zijn boodschap over autisme goed illustreert. Een brug die Bruning als auteur slaat naar minderheden in het algemeen, is op basis van de inhoud te ver. Dit maakt zijn boek als algemeen pamflet minder overtuigend, alhoewel het geschetste ideaal bewonderenswaardig is. Door de normaallijn in de samenleving los te laten wordt een minderheid geen minderheid meer. Er is dan alleen nog eenheid.
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een kwetsbaar boek' en 'Lees een denkend boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie