Als een kind geen kind mag zijn
Beste mevrouw Eva is de debuutroman van Valentijn De Heer (1986), die opiniestukken schrijft voor Het Parool en korte verhalen publiceerde in diverse publicaties.
'De schrijfstijl is toegankelijk, met levensechte dialogen die de couleur locale niet uit de weg gaan.' - recensent Karla
‘Ma heeft een mongool gebaard’. Met die woorden verneemt de zesjarige Elias van zijn vader dat zijn pasgeboren broertje Johannes een verstandelijke beperking heeft. De verhoudingen in het gezin waren al niet optimaal, maar vanaf dan gaat het van kwaad naar erger. De kinderen zijn opgezadeld met een egocentrische, alsmaar agressievere vader en een labiele moeder, die in de slachtofferrol kruipt. Elias zorgt voor zijn broertje en onderneemt verwoede pogingen om pa te behagen en ma te troosten. Daarnaast mag hij zijn schooltaken niet veronachtzamen en moet de buitenwereld vooral denken dat er geen vuiltje aan de lucht is. Hij vindt huiselijke geborgenheid bij Eva, een oudere vrouw die enkele straten verderop in een houten huis woont met haar man, een geit en allerlei dieren. Daar durft hij dromen van een echte thuis, aan Eva vertelt hij alles.
De chronologie is helder, door vermeldingen van data, seizoenen en achtergrondinformatie. In veertig korte hoofdstukken volgen we Elias van zijn zesde tot zijn twaalfde levensjaar. Soms schuiven scènes in elkaar om de spanningsboog te versterken. De nadruk ligt op ingrijpende taferelen die de gemoedstoestand van Elias en de toxische evolutie binnen het gezin scherpstellen.
Naast schrijver is De Heer ook zorgmedewerker en dat merk je. Door Elias in de ik-persoon aan het woord te laten, dompelt hij de lezer onder in de leefwereld van een jongen, die de ouderrol op zich moet nemen in een disfunctioneel gezin, en maakt hij de destructieve effecten van parentificatie goed tastbaar. Dat is een term die de psychologie hanteert, wanneer een kind veel te vroeg de rol van volwassene opgedrongen krijgt. Elias worstelt met een negatief zelfbeeld, vertoont extreem sociaal wenselijk gedrag en neemt alle schuld op zich. Ook toont dit verhaal dat het niet vanzelfsprekend is voor ouders om een kind met een verstandelijke beperking op te voeden zonder professionele hulp. Maar ondanks duidelijke signalen dat het ernstig fout loopt, blijven concrete maatregelen om de situatie te verbeteren uit. De auteur legt hier een vinger op de wonde van een falend zorgsysteem.
Vermits Elias en zijn beleving van de werkelijkheid primeren, leren we de andere personages kennen via zijn gezichtspunt. Pa schaamt zich voor Johannes, dus houdt Elias hem angstvallig uit zijn buurt. Ma wekt hem midden in de nacht en komt vals uit de hoek om haar eigen zwakte te verbergen. En Johannes brult constant om eten of snoep. Zodra het Elias te veel wordt, richt hij zijn woede op zichzelf. Dat resulteert in een schrijnende passage met een nietjesmachine. Elias wil een toegewijde zoon en grote broer zijn en beseft niet hoezeer volwassenen hem verwaarlozen. Wel fantaseert hij over een leven als pa er niet meer is.
‘Ik wenste dat ik op dag wakker zou worden en mijn vader zou vinden in zo’n plastic ei naast mijn bed. Ik zou hem met zo min mogelijk eten zo lang als het kon in leven houden, hem steeds onverwacht straffen en telkens wekken uit zijn diepe slaap. En vlak voordat hij doodging, zou ik hem in mijn aquarium gooien en lachend toekijken hoe hij verdronk.’
Voor lezers die vertrouwd zijn met Leiden en omgeving, zal dit boek regelmatig een belletje doen rinkelen. De professorenwijk waar de familie woont, de vermelde straatnamen, de chocoladefabriek, ze bestaan echt evenals het houten huis van mevrouw Eva en haar man. Het gaat om 'Sunny Home', het voormalige huis van schrijver Maarten Biesheuvel en zijn vrouw Eva Gutlich, dat ondertussen op de monumentenlijst staat. Waarom heeft de auteur Eva tot een personage geboetseerd in zijn roman? Is het bedoeld als eerbetoon? Een tip van de sluier biedt een column die in 2020 verscheen in De Optimist. Het huis stond op dat moment te koop en De Heer getuigt hoe hij als puber tijdens een krantenronde een glimp opving van ‘Sunny Home met geit, katten, hond, kip en spullen’ en een vluchtige ontmoeting had met Biesheuvel, die herkenbaar tot gestalte komt in de ‘gekke’ man met zijn ronde brilletje en warrige haar.
De schrijfstijl is toegankelijk, met levensechte dialogen die de couleur locale niet uit de weg gaan. De auteur creëert ook een prachtige symboliek rond het aquarium dat Elias van zijn oma erft. Een blik op Johannes in de couveuse roept deze mooie beeldspraak op:
‘Met al die snoertjes die als een net om zijn lichaam zaten, met die glimmende huid en die halfopen, donkere ogen leek hij op de blobvis die ik laatst in een natuurfilm had gezien. In het heldere water vol kleuren leek hij een spook van gelei.’
Met Beste mevrouw Eva levert Valentijn De Heer een interessant debuut af, waarin hij op een toegankelijke manier ernstige thema’s aansnijdt. Het open einde zindert pijnlijk na, maar geeft eveneens een sprankje hoop.
‘Ik stelde me voor dat de tijd zoiets was als het brood op mijn schoot, iets wat je in lekkers kon dippen om het aangenamer te maken of van tafel kon vegen als het boven je hoofd begon te rommelen. Dat je tijd kon verkruimelen, hem van je af kon blazen of weg kon geven aan iemand die er wél iets in zag. Als tijd dát kon zijn dan zou ik hem zo hard vooruit blazen dat er geen dagen meer waren en de jaren voorbijschoten als de vlooien in het donkere water onder me. Net zolang tot alles op was.’
Reageer op deze recensie