Pijnlijk geheugenspel in overweldigend proza
Sebastian Barry (1955) is een Ierse auteur van poëzie, romans en toneelstukken. In 2005 brak hij internationaal door met Een lange, lange weg. De verre voortijd is zijn elfde roman. Jan Willem Reitsma stond in voor de Nederlandse vertaling.
' De onweerstaanbare aantrekkingskracht van deze roman ligt in het robuuste, oorverdovend mooie proza.' - recensent Karla
We bevinden ons in de jaren negentig. Politieman Tom Kettle heeft zich na zijn pensionering teruggetrokken in een afgelegen optrekje aan de Ierse kust. Af en toe wisselt hij een woord met zijn huisbaas of vangt hij een glimp op van een jonge moeder en haar zoontje. Verder brengt hij hele dagen door in zijn rieten stoel. Met een cigarillo binnen handbereik tuurt hij naar de golvende zee en het eiland aan de overkant, waar aalscholvers neerstrijken op de rotspartijen. Ondertussen mijmert hij over zijn overleden echtgenote, van wie hij nog steeds onnoemelijk veel houdt. Aan deze bedrieglijke rust komt na negen stille maanden een eind, als twee voormalige collega’s aankloppen. Ze confronteren hem met nieuwe details rond de onopgeloste moord op een priester, een oude zaak die hij liever niet oprakelt. De contouren van een gitzwart hoofdstuk uit de geschiedenis van katholiek Ierland verschijnen pijnlijk in beeld. Duizenden (wees)kinderen werden er decennialang mishandeld en seksueel misbruikt door geestelijken. Volwassenen zagen niets of keken ervan weg. De politie kneep eveneens een oogje dicht, ook als er huiselijk geweld in het spel was.
'In de oude tijd dat vrouwen tot bloedens toe werden geslagen, mocht je niet voorbij de voordeur gaan. Ach, ja. Je mocht controleren of iemand nog ademde, maar meer ook niet. Al verkeerde een kind in huis in diepe ellende, ook dat moest je met rust laten.'
Van meet af aan is duidelijk dat we hier geen detectiveverhaal in handen hebben. De muizenissen van Kettle, die opgezadeld is met verdriet en schuldgevoelens, vormen de rode draad. In zijn hoofd ‘springen, rennen en razen’ droom, werkelijkheid, heden en verleden kriskras door elkaar. Traag maar onverbiddelijk, zuigt Barry de lezer mee in de warrige gedachtenspinsels van zijn hoofdpersonage. Kettle voert bijvoorbeeld huiselijke discussies met zijn dochter, die hem regelmatig opzoekt, hoewel subtiele vooruitwijzingen erop wijzen dat ze al geruime tijd geleden is gestorven. En zijn de mysterieuze gebeurtenissen rondom de buurvrouw realiteit of fantasie? Ze roepen in elk geval ‘opgesloten herinneringen’ op, ‘dodelijk geconserveerd in het grijze verleden dat nu waar noch onwaar was.’ In hoeverre laat Kettle zich meeslepen door de mist in zijn troebele geest? De ware toedracht komt via kleine speldenprikjes boven water.
De onweerstaanbare aantrekkingskracht van deze roman ligt in het robuuste, oorverdovend mooie proza. Barry hanteert een schrijfstijl, die verhevenheid naadloos koppelt aan rauw realisme. De lange, vloeiende zinnen zijn pareltjes van zeggingskracht en het maakt niet uit of de dialogen denkbeeldig zijn. Ze klinken levensecht en illustreren de onwennigheid die Kettle ervaart, wanneer iemand zijn gewenste isolement verstoort.
‘Hij wiegde de herinnering aan zijn vrouw alsof ze nog steeds een levend wezen was. Alsof er niemand was verpletterd, niemand schielijk weggevoerd uit de zalen van het leven, en de kracht van zijn liefde dat kon bewerkstelligen, haar veerkrachtig en eeuwig kon vasthouden in de omhelzing van een gewone dag.'
Er straalt bovendien iets troostrijks uit van het ruwe landschap, waar de seizoenen vrij spel hebben. Barry creëert sfeer met lichtschakeringen, die tegelijk de gemoedstoestand van Kettle symboliseren. Donkere tinten domineren, zoals in de nacht die alles zwart schildert. Ritmische herhalingen van woorden, als in een mantra, indringende metaforen en scherpe observaties brengen mensen en omgeving tot leven, terwijl grappige beschrijvingen van spijsvertering gerelateerde, lichamelijke ongemakken zorgen voor een vleugje broodnodige humor.
Old God’s Time luidt de oorspronkelijke Engelse titel. Volgens Oxford Reference duidt deze uitdrukking een periode aan, voorbij de herinnering. Het is een treffende titel, die perfect past bij dit beklijvende boek van Sebastian Barry, waarin de strijd met het geheugen centraal staat. Maar De verre voortijd is in de eerste plaats een ontroerende ode aan de liefde, op de flinterdunne grens tussen leven en dood.
'Als er maar genoeg tijd verstrijkt, lijkt het of oude dingen nooit gebeurd zijn. Dingen die ooit nieuw, urgent en gruwelijk waren, verdwijnen langzaam naar de verre voortijd, net zoals wandelaars die zo ver lopen over het strand van Killiney dat die, terwijl je ze bekijkt, op een bepaald moment alleen nog een zwart stipje zijn, en dan verdwijnen. '
Reageer op deze recensie