Alle ingrediënten uit het beste werk van Koch
'Ga je erover schrijven?' vraagt dokter Francken nadat hij de resultaten van het laatste bloedonderzoek met me heeft doorgenomen. 'Ik zie me dat niet zo gauw doen,' zeg ik. 'Zo'n boek met een titel als Mijn strijd tegen kanker ... Nee, dat staat mijlenver van me af. Ik zie het ook helemaal niet als een strijd. Sterker nog, ik denk er zo min mogelijk over na.'
'Als vanouds observeert [Koch] zijn omgeving in rake formuleringen en balanceert schijnbaar moeiteloos tussen onverstoorbaarheid, ironie, branie, voorzichtige kwetsbaarheid en melancholie.' – recensent Karla
Begin 2020 krijgt Herman Koch (1953) te horen dat hij aan uitgezaaide prostaatkanker lijdt. Zijn roman Finse dagen is net verschenen en de populaire Nederlandse auteur is niet uit de media weg te slaan. Over zijn ziekte rept hij vier jaar lang geen woord. Ga je erover schrijven? doorbreekt deze stilte.
In een bespiegelend proloog verwoordt Koch hoe alles rondom hem er anders uitziet dan vroeger, in het besef dat zijn leven is aanbeland op de lege pagina's van een plakboek. 'Alles is nu goed. Eindelijk ben ik er. Ik ben hier en nergens anders,' lezen we. Om die conclusie kracht bij te zetten blikt de auteur terug op ijkpunten uit zijn leven en het DNA van zijn schrijverschap.
Ben je vertrouwd met het werk van Koch, dan klinken een aantal anekdotes en bedenkingen bekend. Hij haalt zijn stokpaardjes van stal en citeert gretig uit zijn oeuvre. Zo herhaalt hij de vernietigende kritiek op het Montessorilyceum, waar hij rebelleert en van school geschopt wordt. Nog altijd steekt hij niet onder stoelen of banken dat hij een hekel heeft aan literatuuronderwijs, omdat auteurs zoals Simon Vestdijk (stofzuigerniveau), Multatuli en Hildebrand er het leesplezier vergallen. De betere schrijvers hebben trouwens alcohol nodig. Ook de verhalen over zijn ouders, fictieve schoolvriendjes of hoe smerig zijn Spaanse vrouw de eetgewoonten van de Nederlanders vindt, kwamen eerder aan bod. En zijn vastberaden schrijversmotto luidt dat de leugenachtige waarheid en de geloofwaardige leugen twee handen op één buik zijn
Al die sprongen in de tijd, uitweidingen en associaties sluiten telkens naadloos aan bij de nieuwe werkelijkheid waarin de auteur is terechtgekomen. De kroniek van de ziekte doorkruist de herinneringen en injecteert ze met een extra dimensie. De gevolgen van de diagnose sijpelen door op elke pagina.
Het slechte nieuws is een spelbreker, maar Koch benadrukt dat hij de kanker slechts een beperkte plaats in zijn privéleven wil toestaan. De tegelwijsheid 'Nietsdoen is de kortste weg naar geluk' resoneert als een mantra. Daarbij rationaliseert hij en verkondigt bijvoorbeeld stoer dat hij tijdens een feestelijke boekvoorstelling de hele avond onvermoeibaar glimlacht, terwijl hij de pijn verbijt. 'Wie doet mij dit na?' Enkel binnen de intimiteit van zijn gezin verdwijnt de schaamte en krijgen waarachtige emoties vrij spel. De warme relatie met zijn zoon Pablo levert ontroerende ontboezemingen op.
'Dit is misschien wel het beste wat je had kunnen overkomen.'
Als één van de voordelen van zijn toestand vermeldt Koch dat hij nergens meer heen moet gaan. Hij ziet er tegenop om gedwongen te socialiseren. Nu hoeft hij de vertalingen van zijn boeken niet meer achterna te reizen en aan lezingen in bibliotheken heeft hij altijd al een broertje dood gehad, in tegenstelling tot ijdele schrijvers die ervan genieten om hun stem te horen declameren uit eigen werk. Ondertussen speelt hij de rol van charmante schrijver en klopt zich op de borst dat hij daarin met verve slaagt. Of is hij toch een excentrieke klootzak die zijn arrogantie weet te verbergen door zich bescheiden voor te doen? Wanneer hij na afloop van een lezing op de laatste trein moet wachten, resulteert dit in een filmisch, tragikomisch tafereel, waarin hij zijn onzekerheden en kleine kantjes niet wegstopt. Ten overvloede illustreert de auteur hoe graag hij in tijdloosheid alleen is met zijn gedachten, nu eens in de wachtkamer van een ziekenhuis, dan als hij urenlang rondslentert op een luchthaven of in de auto blijft zitten terwijl zijn vrouw Amalia boodschappen doet.
'Er zijn mensen die niets van ziekenhuizen moeten hebben. Ik heb daar geen last van. Nergens voel ik me beter thuis dan in een ziekenhuis. Te midden van een niet-aflatende bedrijvigheid is het in het ziekenhuis waar de tijdloosheid vrij spel heeft. Iedereen met een witte jas aan heeft iets te doen – de rest wacht.'
Ga je erover schrijven? bevat alle ingrediënten die het beste werk van Herman Koch kenmerken. Als vanouds observeert hij zijn omgeving in rake formuleringen en balanceert schijnbaar moeiteloos tussen onverstoorbaarheid, ironie, branie, voorzichtige kwetsbaarheid en melancholie.
'Op een dag zal ik er ook niet meer zitten. De ruimte achter het raam zal leeg blijven. Hoeveel fietsers op de dijk zullen zich afvragen waar ik gebleven ben? Gisteren zat ik er immers nog – vandaag opeens niet meer.'
Wil jij ook meer en leuker lezen? Lees dan dit boek voor de Hebban Reading Challenge van 2024!
Vink er bijvoorbeeld de volgende checklistcategorieën mee af: 'Lees een waar boek' en 'Lees een zuur boek'. Meedoen kan via Hebban.nl/challenge.
Reageer op deze recensie