Een ode aan authenticiteit in een sprankelende stijl
De Oostenrijkse auteur Mareike Fallwickl (1983) debuteerde in 2018 met Donkergroen bijna zwart, een spannende, psychologische roman die haar nominaties voor verschillende literaire prijzen opleverde. Het licht is hier veel feller is haar tweede roman, Irene Dirkes stond opnieuw in voor de Nederlandse vertaling.
Bestsellerauteur Max Wenger zit opgezadeld met een writer’s block en zijn vrouw heeft hem na de zoveelste seksuele escapade ingeruild voor een jonge fitnessinstructeur. Nu teert hij vol zelfbeklag weg in een kleine huurwoning. Het contact met zijn tienerkinderen Zoey en Spin verloopt moeizaam. Behoort een comeback tot de mogelijkheden?
De zeventienjarige Zoey kampt met een onbeantwoorde verliefdheid en ouders die alleen met zichzelf bezig zijn. Gelukkig vindt ze een uitlaatklep in de fotografie: onopgesmukte foto’s die ze maakt met een analoge camera en ontwikkelt in een donkere kamer. Dan belandt ze in een vernederende situatie, die haar leefwereld op zijn kop zet.
De roman heeft een strakke, chronologische structuur, met hoofdstukken die volgens een vast stramien aflopen van tien naar nul. Elk hoofdstuk begint bij Max en eindigt bij Zoey. Daartussen last de auteur brieven in, die Max ontvangt van een onbekende vrouw. Ze zijn gericht aan de vorige huurder, maar intrigeren hem ‘omdat de energie die door de taal zindert hem herinnert aan de macht die hijzelf ooit bezat’. Hij heeft niet in de gaten dat Zoey die brieven ook leest. Ze versterken de dynamiek tussen vader en dochter en stuwen het gebeuren zachtjes vooruit naar een wervelende climax.
Max is de typische, oudere ‘witte’ man, die zich superieur blijft wanen in veranderende tijden. Met weemoed denkt hij terug aan de buitensporige braspartijen toen zijn boeken nog goed verkochten en de woorden hem kwamen aanvliegen net als de harten van zijn lezeressen. Sinds de digitale golf verdween de belangstelling voor zijn werk. Hij hekelt het internet en ergert zich aan blogs à la ‘Anneke’s Boekenhoekje’, die het literaire vak ondermijnen. Zijn omschrijving van het stadje Hallein spreekt boekdelen.
‘Hallein, dat provinciestadje met zijn middeleeuwse smalle steegjes, waar de mensen vroeger gewoon hun stront uit het raam gooiden. Dat doen ze eigenlijk nog steeds, maar dan verbaal. Waarbij het raam nu het internet is.’
Terwijl een narcistische Max zich wentelt in zijn schijnwereld, worstelt Zoey met het echte leven. Ze voelt bijvoorbeeld de woede van de brievenschrijfster, waar Max enkel oog heeft voor de mooi geformuleerde zinnen.
Max en Zoey zijn elkaars tegenpolen, telkens als ze aan zet zijn, wisselt de auteur van toon: bij Max cynisch badinerend in de derde persoon, bij Zoey rauw en direct in de eerste persoon. De brieven zitten dan weer vol poëtische symboliek en vurige wraakzucht. De auteur laveert schijnbaar moeiteloos tussen haar drie hoofdpersonages en smeedt alles knap aan elkaar in een sprankelende, vinnige schrijfstijl. De personages komen levensecht en geloofwaardig over. Met aandacht voor sfeerschepping, een rake woordkeuze en levendige metaforen kruidt Fallwickl dialogen, overpeinzingen en emoties. Ze schuwt daarbij de spreektaal en het internetjargon niet.
De haarscherpe maatschappijkritiek over de digitale wereld, gedomineerd door vluchtigheid, hashtags en smartphoneverslaving is bij momenten hilarisch. Maar ook de scheve machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen neemt ze op de korrel, net als in haar debuutroman. Seksscènes verlopen snel en ruw, ontdaan van erotiek of tederheid. Volgens Max hebben vrouwen de lust tot onderwerping van de natuur meegekregen. Daardoor raakt hun wil ondergesneeuwd zodra mannen iets willen en geven ze zichzelf de schuld als ze zich niet verweerd hebben. Zoey heeft moeite met die opgelegde rol om te behagen, ze snakt naar authenticiteit en wil gezien worden zoals ze werkelijk is. Ze wil geen deel uitmaken van de oppervlakkige, liefdeloze wereld van mode en uiterlijke schijn, waarin haar ouders vertoeven.
Het licht is hier veel feller is een pijnlijk komische afrekening met onechtheid. Mareike Fallwickl illustreert met een trefzekere pen hoe onzeker mensen zich voelen in een maatschappij die draait om consumptie, dadendrang en imago.
‘Als Wenger aan zijn kinderen denkt, dan ziet hij ze als bijfiguren in een roman. Ze zijn er, maar je concentreert je niet op hen, je denkt dat ze niet zo belangrijk zijn. Maar dat is niet waar. Want als je de bijfiguren verwaarloost, stort het geheel in elkaar. Wat je ongetwijfeld pas merkt als in het verhaal, nee, in het echte leven, plotseling de stemmen ontbreken die de melodie zo veelstemmig maakten.’
Reageer op deze recensie