Een verborgen geschiedenis die beklijft
Jaap Robben (1984) heeft er al een zestal jeugdboeken opzitten, als in 2014 zijn succesvolle debuutroman Birk verschijnt. Een verfilming is in de maak. Met Schemerleven levert de Nederlandse auteur zijn derde roman voor volwassenen af.
'Op iedere bladzijde komen we subtiele pareltjes van zeggingskracht tegen.' – Recensent Karla
De 81-jarige Frieda Tendeloo komt na het onverwachte overlijden van haar man plotsklaps in een verzorgingstehuis terecht. In deze onbekende omgeving rouwt ze over alles wat ze kwijt is en borrelen als vanzelf herinneringen uit een ver weggemoffeld verleden op. We keren samen met Frieda terug naar maart 1963, het jaar waarin De Waal voor het laatst dichtvriest. Op de bevroren rivier kruist ze het pad met Otto Drehman en raakt tot over haar oren verliefd. Otto voelt zich ook aangetrokken tot de jonge vrouw, maar hij is een getrouwde man en de hel breekt los zodra Frieda een kindje verwacht. Zestig jaar lang heeft ze over die pijnlijke episode gezwegen, gedwongen om de 'schande' uit te wissen en haar leven verder te zetten. Nu is het moment aangebroken om eindelijk op zoek te gaan en het trauma te verwerken.
De korte hoofdstukjes wisselen af tussen vroeger en nu. Dankzij die verspringingen in de tijd, bouwt de auteur spanning op en leidt hij de lezer naar een aangrijpende climax. Hij verweeft de belevenissen van de jonge en oudere Frieda tot een coherent geheel en zet haar meervoudige stem geloofwaardig neer, in klankkleuren die variëren tussen de degelijke Elfrieda, de volwassen Ida en het vrijgevochten Ietje.
Er staat geen woord te veel of te weinig in deze fijngevoelige, goed gedoseerde vertelling. Robben rijgt de mooie zinnen aan elkaar. Op iedere bladzijde komen we subtiele pareltjes van zeggingskracht tegen, of het nu gaat om aangename mijmeringen over de onstuimige verliefdheid, warme ervaringen met haar begripvolle echtgenoot of wanhopige beschouwingen rond eenzaamheid en verlies. Tegelijk tonen de scènes meer dan de expliciete verwoordingen en wordt de diepere betekenis van schijnbaar onbenullige details uit het heden pas duidelijk zodra we het volledige verhaal kennen. Zo vertegenwoordigt de nachtvlinder, die de eerste avond in het verzorgingstehuis aan het vensterraam fladdert, een beladen symboliek. Dat geldt eveneens voor de lidcactus die Frieda thuis moest achterlaten. Al sinds 1963 bloeit hij elke december opnieuw. Door twijgjes te stekken, verhuist ze overal stukjes van een verloren leven met zich mee. Dergelijke alledaagse taferelen maken de gemoedstoestand van Frieda tastbaar.
De verzwegen schaduw van het verleden zorgt ook voor communicatiestoornissen met haar dierbaren. In levensechte dialogen reageert ze ineens zonder aanwijsbare redenen kribbig of agressief, bijvoorbeeld wanneer een blije schoondochter bijzonderheden over haar zwangerschap wil delen of ten aanzien van een verpleger die haar gezicht met een washandje bedekt.
'Zijn handen waren gewend om vlinders vast te houden, resoluut en zonder de vleugeltjes te beschadigen.'
De schuchtere liefde met Otto brengt tedere, zintuiglijke passages voort. Ze ontdekken elkaar behoedzaam, terwijl het bestaan van die 'andere vrouw' hun idylle overschaduwt. Maar het relaas van Frieda roept in de eerste plaats verontwaardiging en kwaadheid op over het gebrek aan mededogen waarmee ongehuwde, zwangere vrouwen te kampen hadden en hoe ze uit de maatschappij verstoten werden. Het harde stigma dat Frieda treft is lijfelijk voelbaar, als ze er uiteindelijk helemaal alleen voorstaat met een zwangerschap die aanvoelt als een strop om de nek.
Schemerleven legt een verborgen geschiedenis bloot. Jaap Robben geeft via de intieme getuigenis van Frieda een krachtige stem aan al die clandestiene moeders die hun verhaal jarenlang moesten doodzwijgen.
'Maar altijd, altijd bleven er die twee voetjes.'
Reageer op deze recensie