Jongeren op de dool en goddelijke orgasmes
Seventeen (1961) en Homo sexualis (1963) behoren tot het vroege werk van de Japanse auteur Kenzaburo Oë (1935), die in 1994 de Nobelprijs voor Literatuur ontving.
De oorspronkelijke uitgave van Seventeen in een Japans tijdschrift ging gepaard met controverse en doodsbedreigingen. Oë schreef het boek als reactie op een politieke moord, die in Japan enorme deining veroorzaakte. Vooral het tweede deel lag gevoelig, omdat fictie en feiten hierin nauwelijks te onderscheiden zijn. Dat het hoofdpersonage zijn seksuele obsessie voor de Japanse keizer niet onder stoelen of banken steekt, heeft er ongetwijfeld ook mee te maken. Voor een integrale publicatie in boekvorm was het wachten op het Verzameld Werk van de auteur in 2018. Nu is de novelle voor het eerst ook volledig in het Nederlands beschikbaar. Vertaler Luk Van Haute geeft in een verhelderend nawoord duiding bij de woelige uitgavehistoriek en maakt de lezer wegwijs in de maatschappelijke achtergronden van het naoorlogse Japan. Hij geeft ook toelichting bij culturele nuances uit de Japanse taal, die zich moeilijk laten vertalen naar het Nederlands.
De verder naamloze ‘Seventeen’ viert zijn zeventiende verjaardag met een langgerekte masturbatiescène. Hier is een zielige jongen aan het woord die walgt van zichzelf en de wereld. Tijdens een toespraak door een rechtse leider ontdekt hij ‘zijn innerlijke stem’, die vijandigheid en haat bij hem aanwakkert en hij treedt toe tot de Partij van het Keizerlijke Pad.
‘Ik heb het gevoel dat ik mijn zwakke, nietige zelf in een stevig pantser heb ingepakt en voor eeuwig afgeschermd voor de ogen van de anderen. Het pantser van Rechts.’
In lange hoofdstukken, met doorlopende tekst en polemieken die de lezer geen adempauze gunnen, blijft die ‘stem van de openbaring’ nagalmen, in groteske bewoordingen die de kinderlijke naïviteit van deze ‘uitverkoren tiener met de ware Rechtse ziel’ benadrukken. Krachttermen die zijn handelen voortstuwen staan in het vet en worden als een mantra herhaald. ‘Toewijding en zelfzucht gaan niet samen’ luidt het credo dat de jongeman begeleidt in zijn opoffering voor het hoger goed. De orgastische, heerlijk zinderende vervoering die de visioenen van de goddelijke Keizer telkens weer bij hem oproepen, doen denken aan hoe zelfmoordterroristen dromen over hun beloofde maagden in het paradijs.
‘Mijn lid is het zonlicht. Mijn lid is een bloem. Het genot van een intens orgasme overvalt me. Weer zie ik het gouden wezen, zwevend aan de donkere hemel. Ah, oh, Zijne Majesteit de Keizer! De schitterende Zonnekeizer! Ah, ah oh!’.
Een vergelijkbare ontlading komt terug in Homo sexualis. Daar zoeken jonge mensen geen politieke, maar seksuele extremen op. Hoofdpersoon J. copuleert, terwijl hij zich in een overvolle metro tegen vrouwen aanwrijft. Hij wenst een seksuele microkosmos op te bouwen met zichzelf als middelpunt. Dit boek heeft een andere sfeer, met een verteller in de derde persoon die registreert wat de personages denken en hen beurtelings op de voorgrond brengt, zonder een oordeel te vellen. De polemieken gaan over wat het betekent om een perverseling te zijn. Opwindende taferelen levert dit niet op, de mechanische seksuele handelingen werken destructief en worden in klinische termen beschreven. En het eindigt eveneens in een orgasme, weliswaar zonder goddelijke inspiratie.
In beide verhalen duiken buitenissige metaforen op, zoals ‘Zweetdruppels parelden op zijn voorhoofd als visseneieren’ of ‘De vloer was droog als een muizenrug’. Verder zijn de invloeden uit de westerse populaire cultuur onmiskenbaar. In Seventeen zitten tekstflarden uit Oh Carol van Neil Sedaka verweven in het discours, terwijl in Homo sexualis de verwijzingen naar merknamen, films en kunstenaars legio zijn.
Een jeugdige Kenzaburo Oë voert in deze twee stoutmoedige novellen stuurloze Japanse jongeren van de eerste naoorlogse generatie op, die nieuwe zekerheden najagen. De mechanismen waarmee slimme manipulatoren dergelijke jongeren met een laag zelfbeeld hersenspoelen en het gevoel geven dat ze belangrijk zijn, heeft zestig jaar later nog niets aan actualiteitswaarde ingeboet. Maak je op voor een indringend leesavontuur, dat uitnodigt om het oeuvre van de Nobelprijswinnaar verder te exploreren!
Reageer op deze recensie