Varen op een woeste zee vol avontuur
In De laatste reis van de Ballerinus woont Ravi in een caravan vlak bij het water. Op een dag ontmoet hij de oude kapitein Sep en krijgt hij voor z’n verjaardag een abonnement voor een dierentuin cadeau van tante Leentje. De dierentuin blijkt echter een oud circus te zijn en de dieren die er wonen staan op het punt verkocht te worden aan de slager. Samen met zwerfhond IJs, Sep en de sprekende papegaai John (of Sjon, al hoort hij dat liever niet) maakt Ravi er een heuse erezaak van de dieren terug naar huis te brengen. Het oude schip, de Ballerinus, begint daarmee aan een laatste reis die boordevol onverwachte gebeurtenissen en knotsgekke belevenissen zit.
Auteur Ariënne Bolt heeft een geweldig verhaal bij elkaar geschreven. Het is niet moeilijk om je voor te stellen samen met Ravi en de hele dierenbende in te schepen om over de oceanen te varen. Bolt neemt de lezer mee op een reis waarop het ene avontuur het andere in snel tempo opvolgt. Het boek is een behoorlijk dikke pil geworden, toch gaat deze wervelwind nergens vervelen. Naast avontuurlijk is het verhaal hier en daar ook ontroerend. Afscheid nemen gaat natuurlijk niet vanzelf.
De dieren in dit verhaal zijn volwaardige personages die via een tolkende papegaai een echte stem krijgen. Ravi is het soort jongetje dat enorm op zoek is naar zijn plaats in de wereld en juist daarom is het zo gemakkelijk om mee te leven met het hoofdpersonage wanneer hij op missie gaat om zijn nieuwe vrienden terug te brengen naar waar ze het liefst willen zijn: thuis.
Het is een fantasievol boek dat drijft op de verbeeldingskracht van de auteur en het voorstellingsvermogen van de jonge lezer (8+). Bolt heeft een eigen wereldje geschapen waarin haar verhaal dicht genoeg bij de realiteit begint om een soort vertrouwdheid te creëren en vervolgens gewoon een andere koers gaat varen. Het mooie is dat het lukt en dat lezers zonder moeite inschepen voor de reis op de Ballerinus.
Wat het boek nog leuker maakt zijn de talrijke illustraties van Linde Faas. Soms vullen ze hele pagina’s, maar hier en daar duiken ze ook midden tussen de tekst op. Faas weet met haar zachte, dromerige tekeningen het verhaal perfect aan te vullen. Ze dempen de fantasie niet door er een beeld bij te geven, maar prikkelen eerder. Voor Lemniscaat illustreerde ze eerder ook al Colafonteinen en spetterende verfbommen van Jesse Goossens en Bens boot van Pieter Koolwijk.
Ariënne Bolt schreef voor Hebban overigens een leuke reeks columns over haar boek waarin ze het ontstaan van het verhaal en het contact met de uitgeverij beschrijft. Zo staat er bijvoorbeeld dat ze na het schrijven van het eerste deel, gevolgd door negen afwijzingen van haar manuscript, aan iets in het meer realistische genre was gaan werken. Wat een geluk dat haar favoriete uitgeverij dit pareltje toch heeft opgepikt en dat er nu een debuut in de winkels ligt om U tegen te zeggen.
Reageer op deze recensie