De naam is Binder, Barry Binder
Barry, een bijna tienjarige jongen met een passie voor James Bond, zou liever gewoon Jack heten of Lucas of Karim. Hij vindt het werkelijk zo’n vreselijke naam dat hij het zijn ouders buitengewoon kwalijk neemt. Dat én het feit dat ze echt oersaai en altijd moe zijn. Dus doet Barry een wens: “Ik wou dat ik betere ouders had.” Tot Barry’s verbazing komt hij hierdoor terecht bij Het Ouderbureau, een agentschap dat kinderen hun eigen ouders laat kiezen. Nu is het aan hem om nog voor zijn tiende verjaardag een gepast stel ouders te vinden. Makkelijk zat, denkt hij. Tot puntje bij paaltje komt, want wie moet hij nu kiezen: de beroemdheden, de ouders die zwemmen in het geld, de sportievelingen? Daar heeft hij welgeteld vijf dagen de tijd voor.
De premisse van dit boek is niet bijster origineel. Verhaaltjes over kinderen die hun ouders liever willen ruilen, bestaan er genoeg. Ook de afloop laat zich op voorhand al raden. Eind goed, al goed. Toch heeft Het Ouderbureau enkele originele insteken. Barry is bijvoorbeeld niet het soort hoofdpersonage dat een hoge aaibaarheidsfactor heeft. Het is een beetje een pretentieus, kwaad ventje dat dringend met beide voeten op de grond moet worden gezet. Het hele avontuur speelt zich af in Jongden, een doordachte, herkenbare parodie op de Engelse hoofdstad Londen.
De humor is duidelijk op maat van de doelgroep: overdreven en vooral wat neigend naar slapstick. Barry komt van de ene knotsgekke situatie in de andere terecht. Flitsend, zoals in een film over zijn grote held James Bond. Hardop lachen is toegestaan. Volwassenen zullen hier en daar zeker bedenkelijk het hoofd schudden. De auteur doet immers heel erg zijn best om grappig te zijn, maar de kinderen zullen het prachtig vinden. Wat is er heerlijker dan op elke pagina te moeten grinniken, proesten of schuddebuiken?
Wie aan Het Ouderbureau begint, moet wel zin hebben om te lezen. De zoektocht van Barry naar het perfecte ouderpaar is meer dan 370 bladzijden lang. De tekst is gelukkig vrij groot gedrukt en het gebruik van voldoende witruimte tussen de regels vergroot het leesgemak. Een bijkomend pluspunt is de vaart van het verhaal. Vlot geschreven, ondanks enkele geforceerde grappen, en de acties volgen elkaar snel op.
Barry’s avontuur wordt ondersteund door heerlijke zwart-wit-illustraties. Nu eens paginagroot om dan een hoofdstuk verder gewoon tussen de tekst op te duiken. De figuren in het boek worden erg nauwgezet weergegeven en de details lijken soms eindeloos. Uitgebreid de tijd nemen om ze wat langer te bekijken, loont zeker de moeite. De humor zit in dit boek immers niet alleen in de tekst, maar ook in de pentekeningen. Puik gedaan!
Het ouderbureau is het eerste boek voor kinderen van de Britse comedian David Baddiel, maar hij is niet aan zijn proefstuk toe. Eerder schreef hij onder meer al Bedtijd, een roman over het lege bestaan van een twintiger dat alleen gevoed wordt door een obsessie voor zijn schoonzus. Verder is Baddiel naast komiek en auteur ook nog televisiepresentator en creëerde hij het scenario voor The Infidel, een komedie met Omid Djalili in de hoofdrol.
Illustrator Jim Field won in 2011 de Roald Dahl Funny Prize voor zijn hele oeuvre, maar is bij ons vooral bekend van zijn illustraties voor het boek Een leeuw in mijn Cornflakes, waarin een originele zegelwedstrijd een heuse leeuw kan opleveren.
Reageer op deze recensie