Hebban recensie
Nostalgie in moderne verpakking
Ga er maar aan staan, een nieuwe Havank schrijven. Een nieuw deel in de stokoude, maar mateloos populaire serie met de slimme, soms oubollig ogende, speurneus De schaduw in de hoofdrol. Een serie die begon in 1935 en die de tekenen des tijds niet helemaal heeft doorstaan. Een serie die leunt op een onnavolgbaar komisch, maar archaïsch, woordgebruik. Een serie die wisselend van kwaliteit en zelfs van genre is. Spookverhalen, locatiegebonden verhalen, avonturenverhalen, spionageverhalen, politieromans, met als bindend element, De Schaduw. De taak om De schaduw nieuw leven in te blazen werd door uitgeverij Bruna toegedacht aan Neerlands meest veelzijdige schrijver Tomas Ross. Ter gelegenheid van het 140-jarige jubileum van de vaste Havank-uitgever, schreef hij het 55e deel in de Havank-reeks, Caribisch Complot.
Tomas Ross heeft er in Caribisch Complot voor gekozen om wel in de stijl van Havank te schrijven, zonder diens verteltrant te kopiëren. Ook heeft hij ervoor gekozen om hoofdpersoon De Schaduw en zijn vrienden van weleer te situeren in de wereld van vandaag.
Een combinatie van nostalgie en actualiteit. Gedurfd, maar wellicht de enige manier om ook een jongere generatie kennis te laten maken met de beroemde romanheld uit vervlogen tijden, De schaduw. Ross heeft in Caribisch complot het kwade element laten vertegenwoordigen door Willem Holleeder (in het boek Willem Holleman) en consorten. Actueler kan haast niet.
Na de begrafenis van de vermoorde kroongetuige in het proces tegen Willem H., de loslippige Zeeger Braam (Bram Zeegers), vraagt commissaris Uyttenbogaert aan De Schaduw (die in het schilderachtige Franse Cassis woont) om ene Marie Dufour op te sporen. Zij is de weduwe van de geliquideerde bankier van de onderwereld Enno Flem (Willem Endstra) en de politie is zeer geïnteresseerd in wat zij te vertellen heeft. De speurtocht naar Marie brengt De Schaduw via duistere krochten, een afgesneden vingerkootje en een monsterachtige krokodil op het spoor van Peerke Diamant, die Hollemans compagnon in het kwaad was bij de ontvoering van een beroemde biermagnaat. De jacht op Peerke leidt via de Dordogne en Amsterdam naar Sint Maarten waar, naast de genoeglijke kant van het leven, veel zon en Caribische cocktails, ook de keerzijde zich aandient in de vorm een merkwaardige filmactrice, ruwe kogels en weinig handzame lijken. Hoogst merkwaardig allemaal.
Caribisch complot neemt de lezer mee op golven van nostalgie naar Zuid Frankrijk, waar de Schaduw resideert. Tal van oude bekenden passeren de revue: Uyttenbogaert, Sylvere, Manon, major domus Croquebol, Harro Vance en Anne-Marie en Jean dÁubrey en Madeleine. Ook laat Ross tal van oude gebruiken herleven. De Schaduw draagt op momenten van gevaar nog steeds een gepantserde alpinopet en schoenen waarin messen zijn verwerkt en tevens maakt hij gebruik van zijn aloude schuilnaam Pierre Tombale.
Ross is er wonderbaarlijk goed in geslaagd om de sfeer van de oude Havanks te doen herleven zonder het gedateerde karakter van de boekjes mee te nemen. Woordkeus, humor, karakter van zijn hoofdpersoon, Ross weet het allemaal prima te treffen. Ook de plot is heel wat meer gestructureerd dan de originelen van Havank. De belevenissen van De Schaduw zijn bizar en soms, in het geval van het gevecht met een krokodil, volledig over the top. Maar leuk is het wel. De boeven en bijpersonen, o.a. in de vorm van de geheimzinnige Strohoed en de fraai gebeeldhouwde Carmen, zijn op Schaduwiaanse wijze ingevuld. De geur van een goede sigaar en fruitige wijn uit Cassis waren in de rondte. Kortom, een geslaagde exercitie.
Het smaakt naar meer.
Tomas Ross heeft er in Caribisch Complot voor gekozen om wel in de stijl van Havank te schrijven, zonder diens verteltrant te kopiëren. Ook heeft hij ervoor gekozen om hoofdpersoon De Schaduw en zijn vrienden van weleer te situeren in de wereld van vandaag.
Een combinatie van nostalgie en actualiteit. Gedurfd, maar wellicht de enige manier om ook een jongere generatie kennis te laten maken met de beroemde romanheld uit vervlogen tijden, De schaduw. Ross heeft in Caribisch complot het kwade element laten vertegenwoordigen door Willem Holleeder (in het boek Willem Holleman) en consorten. Actueler kan haast niet.
Na de begrafenis van de vermoorde kroongetuige in het proces tegen Willem H., de loslippige Zeeger Braam (Bram Zeegers), vraagt commissaris Uyttenbogaert aan De Schaduw (die in het schilderachtige Franse Cassis woont) om ene Marie Dufour op te sporen. Zij is de weduwe van de geliquideerde bankier van de onderwereld Enno Flem (Willem Endstra) en de politie is zeer geïnteresseerd in wat zij te vertellen heeft. De speurtocht naar Marie brengt De Schaduw via duistere krochten, een afgesneden vingerkootje en een monsterachtige krokodil op het spoor van Peerke Diamant, die Hollemans compagnon in het kwaad was bij de ontvoering van een beroemde biermagnaat. De jacht op Peerke leidt via de Dordogne en Amsterdam naar Sint Maarten waar, naast de genoeglijke kant van het leven, veel zon en Caribische cocktails, ook de keerzijde zich aandient in de vorm een merkwaardige filmactrice, ruwe kogels en weinig handzame lijken. Hoogst merkwaardig allemaal.
Caribisch complot neemt de lezer mee op golven van nostalgie naar Zuid Frankrijk, waar de Schaduw resideert. Tal van oude bekenden passeren de revue: Uyttenbogaert, Sylvere, Manon, major domus Croquebol, Harro Vance en Anne-Marie en Jean dÁubrey en Madeleine. Ook laat Ross tal van oude gebruiken herleven. De Schaduw draagt op momenten van gevaar nog steeds een gepantserde alpinopet en schoenen waarin messen zijn verwerkt en tevens maakt hij gebruik van zijn aloude schuilnaam Pierre Tombale.
Ross is er wonderbaarlijk goed in geslaagd om de sfeer van de oude Havanks te doen herleven zonder het gedateerde karakter van de boekjes mee te nemen. Woordkeus, humor, karakter van zijn hoofdpersoon, Ross weet het allemaal prima te treffen. Ook de plot is heel wat meer gestructureerd dan de originelen van Havank. De belevenissen van De Schaduw zijn bizar en soms, in het geval van het gevecht met een krokodil, volledig over the top. Maar leuk is het wel. De boeven en bijpersonen, o.a. in de vorm van de geheimzinnige Strohoed en de fraai gebeeldhouwde Carmen, zijn op Schaduwiaanse wijze ingevuld. De geur van een goede sigaar en fruitige wijn uit Cassis waren in de rondte. Kortom, een geslaagde exercitie.
Het smaakt naar meer.
1
Reageer op deze recensie