Ergerlijk en amusant tegelijk, maar wel spannend
Iedere tv-maker heeft bij het bedenken van een nieuwe serie een gimmick nodig, een handelsmerk, waardoor de serie zich onderscheidt van andere series. Soms is dat een dier. Zo hield speurneus Burt Reynolds in de detectiveserie B.L.Stryker een krokodil als huisdier en liep Robert Blake in de serie rond undercover-agent Tony Baretta constant met een kaketoe op zijn schouder rond. Soms is de gimmick een voorwerp zoals de eeuwige lolly van Kojak, de zichzelf vernietigende instructietape in Mission Impossible of de rode Ferrari van Magnum. Soms is de gimmick ook een excentrieke karaktereigenschap zoals het geval is bij de morsige inspecteur Columbo met zijn slonzige regenjas en zijn stompje sigaar, die zich steevast bij de deur omdraaide met een laatste vraag. Eén van de allernieuwste gimmicks is te vinden in de serie Californication waarin de hoofdpersoon een mooie, maar vuilbekkende, ongemanierde man is die elke vrouw het bed in probeert te krijgen. Een antiheld waar je eigenlijk een hekel aan zou moeten krijgen. In dit geval is de hoofdpersoon zelf de gimmick geworden.
De Zweedse auteurs Michael Hjorth en Hans Rosenfeldt die in 2010 onder het pseudoniem Hjorth Rosenfeldt debuteerden met hun thriller Wat verborgen is, verdienen hun dikbelegde boterham ook als tv-makers. Drie jaar geleden waren zij aan het brainstormen over een nieuwe misdaadserie, die uiteraard ook een gimmick in zich moest dragen. In navolging van Californication bedachten zij een hoofdpersoon die onuitstaanbaar is. Een egoïstische vrouwzieke psycholoog die worstelt met een onverwerkt verleden. In een Duits tv-interview vertelden Hjorth en Rosenfeldt dat ze echter merkten dat hun personage beter geschikt was om in een reeks boeken ondergebracht te worden. De verfilmingen konden wachten. Zo geschiedde. Het resultaat is een reeks misdaadromans met een hoofdpersoon die geen moreel kompas heeft. Psycholoog Sebastian Bergman is een narcistische macho, een rokkenjager met een ongekend hoge irritatiefactor. Maar wel boeiend, zoals opnieuw blijkt uit De discipel, het tweede deel van de Bergmankronieken.
Het voordeel van een dominante hoofdpersoon als Sebastian Bergman is dat de lezer meer aandacht heeft voor het personage dan voor het verhaal. En dat is ten dele maar goed ook, want in De discipel hebben Hjorth en Rosenfeldt zich ontfermd over het copycatgegeven, dat in de misdaadliteratuur zo oud is als de weg naar Rome. Gelukkig weten zij, als tv-makers gewend aan het eindeloos variëren op een thema, er een originele draai aan te geven.
In De discipel worden vrouwen vermoord op een manier die tot in detail overeenkomt met de moorden van ene Edward Hinde, een seriemoordenaar die dankzij toedoen van Sebastian Bergman in de gevangenis zit. Grote vraag: wie is de moordenaar dan wel? Wie weet zoveel van de werkwijze van de seriemoordenaar dat hij hem zo grondig kan nabootsen? Psycholoog Sebastian Bergman, die de psyche van Hinde door en door kent, mag samenwerken met de politie om het raadsel te ontsluieren. Al snel ontdekt hij dat hij alle slachtoffers persoonlijk heeft gekend. Hij heeft namelijk met allen het bed gedeeld.
De moorden raken dus het privéleven van de onsympathieke psycholoog, die tussen neus en lippen door ook nog zijn dochter Vanja en zijn ex-geliefde stalkt. De lezer krijgt alle gelegenheid om zich genotvol aan de hoofdpersoon te ergeren, want intrigerend is Bergman zeker. En hij moet de show dragen, want alle andere personages boeien slechts matig. Torkel Hoglund, leider van het Nationale Rechercheteam, is een inspiratieloos en plat karakter. Wetenschapster Ursula is een neuroot eerste klasse, en Bergmans dochter Vanja (die ook voor het team werkt) is vaak ziende blind. Van de slachtoffers komen we niet veel meer te weten dan dat het alleenstaande, eenzame vrouwen van middelbare leeftijd waren. En dat betekent dat de lezer niet wezenlijk bij hun lot betrokken raakt.
Om inzicht in de psyche van de moordenaar te geven, laat het duo Hjorth Rosenfeldt ons in aparte hoofdstukken meekijken door de ogen van de moordenaar die zeer gehecht is aan rituelen en die van alle vrouwen die hij vermoord heeft, exact 36 foto's maakt. Het zijn intermezzo's die technisch gezien goed bijdragen aan de verhaalstructuur, zonder overigens veel bij te dragen aan de spanning.
De discipel is al met al een goed geschreven thriller, waarin knap gevarieerd wordt op bestaande thema's. En dat vereist inventiviteit. Het verhaal verloopt soepel, er zijn de nodige verrassingen en de plot is sterk. Maar de drijvende kracht is toch Bergman, de wandelende gimmick, het ongeremde testosteronkanon aan wie de lezer zich suf ergert. Maar, ook ergernis is soms bijzonder aangenaam amusement.
Reageer op deze recensie