Niet Nessers spannendste, wel zijn mooiste
Een beter boek heeft de Zweedse auteur Håkan Nesser nooit geschreven. Een betere thriller wellicht wel. Zijn nieuwste boek, De man zonder hond, is een aparte kruising tussen De avonden van Gerard Reve en The talented Mr. Ripley van Patricia Highsmith. Wat begint als een alledaags verhaal waarin een hele familie zich wentelt in negativisme, groeit uit tot een psychologisch steekspel waarin het conflict tussen illusie en realiteit steeds scherper wordt aangezet. Kortom, een boek met twee gezichten.
Centraal in het verhaal staat het gecombineerde verjaardagsfeest van de pas gepensioneerde Karl-Erik Hermansson (65) en zijn uitwonende dochter Ebba (40). De drie volwassen kinderen van Karl-Erik en zijn vrouw Rosemarie reizen, samen met de kleinkinderen, met tegenzin af naar hun burgerlijke ouders. Men heeft elkaar niets te zeggen en hoe korter het verplichte bezoek duurt, hoe liever. Complicatie is dat zoon Robert de familie te schande heeft gemaakt door voor het oog van heel tv-kijkend Zweden te masturberen in de realitysoap Fucking Island. Maar de familie durft het niet ter sprake te brengen, zoals men alle pijnlijke onderwerpen uit de weg gaat. De sfeer is om te snijden en van enige wezenlijke communicatie is geen sprake. Alleen de getrouwde dochter Kristina heeft een kort seksueel intermezzo met haar 19-jarige neef Hendrik. Het feest, en de logeerpartij, eindigen als blijkt dat zoon Robert en neef Henrik spoorloos verdwenen zijn. Het is de taak van inspecteur Gunnar Barbarotti om licht in de duisternis te brengen. Maar de familie weet niets of zwijgt als een oester.
De eerste tweehonderd pagina's van De man zonder hond omvat een gedetailleerde beschrijving van de verhoudingen tussen de afzonderlijke familieleden. Håkan Nesser ontleedt op psychologisch onnavolgbare wijze de karakters. Hij staat stil bij hun zielenroerselen, hun ambities, hun mislukkingen en hun huwelijken. Dat wat hij schetst is bepaald geen rooskleurig beeld. Vrijwel alle vrouwen, zowel de moeder als haar twee dochters, voelen zich gevangen in hun huwelijk en snakken naar verlossing. De mannen gaan hun eigen gang en laten zich weinig gelegen liggen aan de wensen van hun vrouwen. Het is een diep pessimistische levensvisie die Nesser de lezer voorschotelt. Hij lijkt in dat opzicht sprekend op de briljante auteur van rauwe, realistische toneelstukken, Tennessee Williams ('Cat on a hot tin roof' en 'A Streetcar named Desire'). Mensen zijn nauwelijks in staat tot geluk. Dromen worden in de kiem gesmoord. Menselijke driften en duistere emoties leiden hen onvermijdelijk naar de ondergang. Sleutelwoorden bij Williams en Håkan Nesser zijn dan ook onbehagen, wanhoop, alcohol, onderhuids geweld, verboden verhoudingen en zelfdestructie.
Na de lange aanloop waarin de familieverhoudingen worden beschreven, volgt het deel waarin de spanning wordt opgevoerd. Robert en Henrik zijn verdwenen en de vraag is of hen iets is overkomen. Inspecteur Barbarotti, een man met veel privéproblemen die ook allemaal uitvoerig aan de orde komen, gaat op onderzoek uit. Maar niet uit volle overtuiging. De lezer weet dan al vrijwel zeker welke drama's zich hebben afgespeeld, maar leeft in gedachten mee met de goedwillende, maar niet altijd even effectieve, speurder. Dat de misdaden worden opgelost is dan ook niet zozeer aan hem te danken, maar aan de familie die hem op een zeker moment de helpende hand biedt.
De man zonder hond is een prachtig boek. Misschien niet het spannendste, maar wel het mooiste dat Nesser tot op heden geschreven heeft. Nesser is een taalvirtuoos die zijn verhaal vormgeeft middels rake observaties, prachtige metaforen en verrassende vergelijkingen. Hij heeft de juiste mix gevonden tussen donkere bespiegelingen en humoristische terzijdes, waardoor zelfs zijn pessimisme draaglijk blijft. Dat de aanloop naar het thrillergedeelte iets te lang is, doet niets af aan het feit dat De man zonder hond een van de beste literaire thrillers van de afgelopen tien jaar is. Echt heel mooi.
Reageer op deze recensie