Even spannend als ontspannend
Dat Tomas Ross een fantastisch schrijver is die in de loop van zijn rijke carrière menig prachtwerk de bestsellerlijsten heeft binnengeloodst, is algemeen bekend. Zijn naam is synoniem aan kwaliteit. Reden voor zijn uitgever Cargo om najaar 2013 een fondslijn te lanceren onder de titel 'Tomas Ross Crime'. Ross zelf zal er als 'editor at large' op toezien dat alle thrillers in dit nieuwe fonds een uitgekiende mix zullen zijn van spanning en historische, politieke en/of maatschappelijke themas. De perfecte handleiding voor de toekomstige schrijvers van dit fonds is zonder meer De nachtwaker, het nieuwste boek van Tomas Ross zelf. Hierin worden alle vereiste ingrediënten smaakvol opgediend: spanning, complotten, feiten, fictie, historie, politieke themas en een flinke scheut koningsdrama.
Omdat De nachtwaker is geschreven ter gelegenheid van de heropening van het Rijksmuseum in Amsterdam, is het monumentale gebouw het decor voor een belangrijke verhaallijn. Maar Ross zou Ross niet zijn als hij, als boosaardige 'royaltywatcher en -waakhond', niet een aangenaam stekelige verhaallijn zou hebben toegevoegd rond het door hem verfoeide koningshuis.
De nachtwaker kent twee hoofdverhaallijnen. Een verhaallijn speelt in 1879 en draait om het ongelukkige huwelijk van de 21-jarige Emma met koning Willem III, een zestiger, die twee zonen heeft uit een eerder huwelijk. Hij haat intellectuelen en politici, is onaangenaam in de omgang en dwaalt meer in de bedden van vreemde vrouwen rond dan in de echtelijke sponde. Geen wonder dat Emma lust, liefde en een luisterend oor zoekt bij de sympathieke adjudant Sebastiaan de Ranitz. Als Emma haar dochter Wilhelmina baart, lijkt het dan ook logisch dat De Ranitz de vader is en niet de aan syfilis lijdende Willem III die vrijwel zeker onvruchtbaar is.
De tweede verhaallijn speelt in 2013. Hoofdrolspeelster is de 34-jarige Emma, die in 1978 op de Amsterdamse Wallen te vondeling is gelegd. De jonge prostituee Zwaan ontfermt zich over de kleine Emma. Samen gaan ze in de Sarphatistraat wonen, op een etage in het huis van de oude historicus Nicolaas de Jongste. Als Zwaan omkomt bij een verkeersongeluk, nemen Nicolaas en zijn vrouw de opvoeding van het tienermeisje Emma op zich. Zij wordt later conservator van het Rijksmuseum. Bij de herinrichting van de Cuypersbibliotheek vindt Emma een cahier met twee pentekeningen die haar nieuwsgierigheid wekken. De kunsthandelaar die zij raadpleegt, vertelt dat de twee spotprenten onderdeel zijn van een set van vier tekeningen die de schizofrene prins Alexander aan het eind van de 19e eeuw liet maken om zich te wreken op zijn losbandige vader, Willem III. Een gevaarlijke opdracht omdat eind 19e eeuw op majesteitsschennis hoge straffen stonden.
Kort na Emma's bezoek aan de kunsthandelaar, wordt de man vermoord. Als blijkt dat er meerdere kapers het op de tekeningen voorzien hebben, moet Emma vluchten voor haar leven. Zij blijft echter naspeuringen doen. Zo ontdekt zij dat de tekeningen zouden verwijzen naar enkele goed bewaarde geheimen rond koning Willem III en dat zij tevens een merkwaardige link zouden leggen met Emma van Waldeck Pyrmont, die drie jaar na Willems dood regentes werd. De bewijzen van een echte koningsmoord lijken voorhanden. De vondst van Emma blijkt zelfs in het heden het voortbestaan van het koningshuis in gevaar te brengen en daar worden veel mensen niet blij van.
Zoals altijd is ook De nachtwaker weer een mooi staaltje vakmanschap van Ross. Hij schudt complottheorieën uit zijn mouw als een goochelaar konijnen uit een hoge hoed. En het is allemaal nog geloofwaardig ook. Het perspectief wisselt levendig tussen Emma de Jongste en koningin Emma en de historische sfeertekeningen zijn uitermate beeldend. Ross schuwt de humor niet, prikt regelmatig met spottende spelden grote reputaties en egos (in heden en verleden) aan flarden en daagt de lezer uit na te denken over de vraag welke elementen in zijn verhaal op feiten berusten en welke fictie zijn. Want was Rembrandt in het echt een scharrelaar die de meeste van zijn schilderijen door anderen liet maken en was 'De Nachtwacht' inderdaad een falsificatie? En bleef Willem III in 1885 bij de opening van het Rijksmuseum inderdaad weg omdat hij als protestant de katholieke bouwstijl van architect Cuypers niet kon waarderen?
Hoewel Ross zijn best doet om hoofd en bijzaken van elkaar te scheiden, wordt het de lezer niet altijd gemakkelijk gemaakt. Een labyrint vol zijdelingse verhalen, meerdere intriges, een groot aantal personages, een overdaad aan actuele en historische feiten en een continue wisselen van tijd vereist een goede conditie en ijzeren concentratie van de lezer. Verder scherpt Ross in De nachtwaker zijn reputatie als schrijver van geniale dialogen niet aan, maar spitst hij zich toe op een uitermate beschrijvende vertelstijl. Het geeft Ross weliswaar de ruimte om meer informatie kwijt te kunnen, maar het zorgt ook voor een zekere afstandelijkheid en een versluierende hoeveelheid informatie.
Dat neemt niet weg dat Ross er voor de zoveelste keer in geslaagd is een even spannend als ontspannend boek te schrijven, waarin hij ook nu weer enkele paginas uit onze vaderlandse geschiedenis volledig herschrijft. Speels en spits, intelligent en informatief. Met een gezonde dosis aversie tegen het eeuwenlange gerommel van de leden van het koningshuis. Een ouderwets goede Ross dus. Verfrissend.
Reageer op deze recensie