Hebban recensie
Uitgesproken vakwerk
Van het schrijven van kinderboeken naar het schrijven van romans of thrillers. Het is slechts een kleine stap. De fantasie is het belangrijkste wapen van een auteur. En die staat niet stil bij kunstmatige grenzen. Karin Fossum en Simone van der Vlugt bewezen het. En nu ook Lieneke Dijkzeul met haar eerste literaire thriller De stille zonde.
Het gegeven van het verhaal is simpel. Tijdens een schoolreünie in een niet nader benoemde grote stad in Nederland, wordt een van de leraren dood in het toilet aangetroffen. Het aantal verdachten is groot. Eric Jansson was een goed leraar, maar een slecht mens en dat betekent dat de moordenaar gezocht moet worden onder zijn collegas, ex-leerlingen en ex-vrouwen, van wie velen een wrok koesterden tegen de arrogante rokkenjager. Het lijkt een ondoenlijke taak voor inspecteur Paul Vegter, een eenzame man die zowel met de moordzaak als met zijn eigen eenzaamheid worstelt. Een vage verdachte is David Bomer, een opvliegende en gewelddadige dertiger die op slinkse wijze vrouwen manipuleert en chanteert. Als David zijn zwangere vriendin verlaat en een relatie aanknoopt met de oud-leerlinge Eva Stotijn, komt hij steeds meer bij de politie in beeld.
De stille zonde is een boek met een typisch vrouwelijk karakter. Er zijn veel gedetailleerde beschrijvingen over huiselijke beslommeringen (eten van gezond voedsel, verzorgen van de poes en de planten) en het, merendeels sobere, interieur van woningen. Er wordt bar weinig aandacht besteed aan de omgeving, de couleur locale die zo onontbeerlijk is voor de sfeervorming van een verhaal. Opmerkelijk is dat vrijwel alle vrouwen die in het boek voorkomen het moeilijk lijken te hebben (invalide, de last van alleenstaand moederschap, verbroken relaties, ongelukkige liefde, zwanger maar geen man). Wat dat betreft lijkt Dijkzeul een beetje op Joy Fielding die ook veel vrouwenproblematiek in haar verhalen verwerkt.
Het verhaal komt overigens langzaam op gang. Voor de liefhebbers van een goed geschreven boek is dat geen bezwaar. De stille zonde beschrijft op Reviaanse wijze en in mooi taalgebruik het leven van de kleinburgerlijke oud-leerlingen die het geen van allen ver geschopt hebben in het leven. Spannend is het verhaal in het begin niet. Inspecteur Vegter doet wel onderzoek, maar het is oer Hollands, nuchter, bedachtzaam en dus langzaam. Pas op circa tweederde van het boek vindt er een volstrekt onverwachte gebeurtenis plaats en krijgt het verhaal een horror-achtige, beklemmende sfeer. Dan verandert het boek ook plotseling van een authentieke whodunnit in een originele whydunnit. Wat mij betreft ietsje te laat.
De stille zonde is een mooi boek, geschreven door een schrijfster die weet wat vertellen is.
De personages zijn goed uitgewerkt, hun handelingen meer dan geloofwaardig. Uitgesproken vakwerk. Met een iets andere spanningsboog was dit goede debuut een perfect debuut geweest.
Het gegeven van het verhaal is simpel. Tijdens een schoolreünie in een niet nader benoemde grote stad in Nederland, wordt een van de leraren dood in het toilet aangetroffen. Het aantal verdachten is groot. Eric Jansson was een goed leraar, maar een slecht mens en dat betekent dat de moordenaar gezocht moet worden onder zijn collegas, ex-leerlingen en ex-vrouwen, van wie velen een wrok koesterden tegen de arrogante rokkenjager. Het lijkt een ondoenlijke taak voor inspecteur Paul Vegter, een eenzame man die zowel met de moordzaak als met zijn eigen eenzaamheid worstelt. Een vage verdachte is David Bomer, een opvliegende en gewelddadige dertiger die op slinkse wijze vrouwen manipuleert en chanteert. Als David zijn zwangere vriendin verlaat en een relatie aanknoopt met de oud-leerlinge Eva Stotijn, komt hij steeds meer bij de politie in beeld.
De stille zonde is een boek met een typisch vrouwelijk karakter. Er zijn veel gedetailleerde beschrijvingen over huiselijke beslommeringen (eten van gezond voedsel, verzorgen van de poes en de planten) en het, merendeels sobere, interieur van woningen. Er wordt bar weinig aandacht besteed aan de omgeving, de couleur locale die zo onontbeerlijk is voor de sfeervorming van een verhaal. Opmerkelijk is dat vrijwel alle vrouwen die in het boek voorkomen het moeilijk lijken te hebben (invalide, de last van alleenstaand moederschap, verbroken relaties, ongelukkige liefde, zwanger maar geen man). Wat dat betreft lijkt Dijkzeul een beetje op Joy Fielding die ook veel vrouwenproblematiek in haar verhalen verwerkt.
Het verhaal komt overigens langzaam op gang. Voor de liefhebbers van een goed geschreven boek is dat geen bezwaar. De stille zonde beschrijft op Reviaanse wijze en in mooi taalgebruik het leven van de kleinburgerlijke oud-leerlingen die het geen van allen ver geschopt hebben in het leven. Spannend is het verhaal in het begin niet. Inspecteur Vegter doet wel onderzoek, maar het is oer Hollands, nuchter, bedachtzaam en dus langzaam. Pas op circa tweederde van het boek vindt er een volstrekt onverwachte gebeurtenis plaats en krijgt het verhaal een horror-achtige, beklemmende sfeer. Dan verandert het boek ook plotseling van een authentieke whodunnit in een originele whydunnit. Wat mij betreft ietsje te laat.
De stille zonde is een mooi boek, geschreven door een schrijfster die weet wat vertellen is.
De personages zijn goed uitgewerkt, hun handelingen meer dan geloofwaardig. Uitgesproken vakwerk. Met een iets andere spanningsboog was dit goede debuut een perfect debuut geweest.
1
Reageer op deze recensie