Hebban recensie
Naamloze held
Een vakantie naar Frankrijk bracht Len Deighton (Londen,1929) op het idee om spionageromans te gaan schrijven. Hij debuteerde in 1962 met Dossier Ipcress dat niet alleen de wereld veroverde, maar dat ook laaiend enthousiaste kritieken kreeg en (o.a. door VN) gezien werd als een boek dat de spionageroman op magistrale wijze vernieuwde.
Hoofdpersoon in Dossier Ipcress is een naamloze ik-persoon, een Engelse geheim agent, die de lezer af en toe direct toespreekt. Al in het eerste hoofdstuk wordt duidelijk waar het om draait: Ik weet niet wat u ervan vindt, maar voor mij is 18.000 pond sterling een heleboel geld. De regering had me opgedragen het uit te betalen aan de man aan het hoektafeltje, die bezig was met mes en vork een rituele moord op een slagroomgebakje te plegen.
De Poolse dubbelspion aan wie het geld overhandigd moet worden, heeft de bijnaam De Gaai en vermoedelijk heeft hij iets te maken met de acht hooggeplaatste biochemici, specialisten op het gebied van chemische oorlogsvoering, die in 6 ½ week tijd zijn verdwenen. De naamloze ik-persoon heeft de opdracht de laatst verdwenen chemicus vrij te kopen. Het wordt een ingewikkelde affaire waarbij de meest exotische oorden dienen als kleurrijk decor. Alleen dankzij vernuft en onverbiddelijke hardheid weet de ik-persoon te voorkomen dat hij slachtoffer wordt van hogere machten in de wereld van spionage en contraspionage.
Dossier Ipcress is een prachtige kruising tussen bloedige ernst en humoristische intermezzos. De ik-persoon is, anders dan James Bond, geen held die bij voorkeur het middelpunt is van stevige acties. Met name in het begin is hij meer toeschouwer dan actieheld. Hij is een tikkeltje lui en maakt zich grote zorgen over zijn salaris. Hij is vaak meer bezig met zijn onkostennotas en met een ingewikkelde kruiswoordpuzzel dan met de serieuze kant van zijn beroep: het vechten voor volk en vaderland. Hij is de volmaakte antiheld, beslist geen Superman die vol levensdrift in luxe bolides het gevaar tegemoet rent. Hem ontbreekt ook het geld om er een dergelijke levensstijl op na te houden.
Een van de vernieuwende aspecten van Dossier Ipcress is dat heel nauwkeurig de procedures van de geheime dienst worden vermeld. Voeg dit bij de (ongebruikelijke) relativerende humor, het curieus te noemen plichtsbesef van de hoofdpersoon, de razend spannende en ingenieuze plot, de kleurrijke spionnen en contraspionnen, de onverwachte gebeurtenissen, keiharde acties, een snuifje erotiek en de wisselende decors (Beiroet, Zwitserland, Rome) en je hebt een spionageroman die klinkt als een klok. De Big Ben wel te verstaan. Bovendien is Dossier Ipcress zo filmisch geschreven dat het lijkt of een filmscenario zich voor de ogen van de lezer ontrolt. Dat de filmindustrie twee jaar na publicatie al de verfilming van het boek in de bioscopen had was dan ook geen wonder.
Dossier Ipcress kan gezien worden als het meesterwerk van Len Deighton. Het is spits, cynisch en ingenieus. Spannend, geestig en volstrekt tijdloos. Een topklassieker van een van de grootste misdaadschrijvers van de 20e eeuw.
Hoofdpersoon in Dossier Ipcress is een naamloze ik-persoon, een Engelse geheim agent, die de lezer af en toe direct toespreekt. Al in het eerste hoofdstuk wordt duidelijk waar het om draait: Ik weet niet wat u ervan vindt, maar voor mij is 18.000 pond sterling een heleboel geld. De regering had me opgedragen het uit te betalen aan de man aan het hoektafeltje, die bezig was met mes en vork een rituele moord op een slagroomgebakje te plegen.
De Poolse dubbelspion aan wie het geld overhandigd moet worden, heeft de bijnaam De Gaai en vermoedelijk heeft hij iets te maken met de acht hooggeplaatste biochemici, specialisten op het gebied van chemische oorlogsvoering, die in 6 ½ week tijd zijn verdwenen. De naamloze ik-persoon heeft de opdracht de laatst verdwenen chemicus vrij te kopen. Het wordt een ingewikkelde affaire waarbij de meest exotische oorden dienen als kleurrijk decor. Alleen dankzij vernuft en onverbiddelijke hardheid weet de ik-persoon te voorkomen dat hij slachtoffer wordt van hogere machten in de wereld van spionage en contraspionage.
Dossier Ipcress is een prachtige kruising tussen bloedige ernst en humoristische intermezzos. De ik-persoon is, anders dan James Bond, geen held die bij voorkeur het middelpunt is van stevige acties. Met name in het begin is hij meer toeschouwer dan actieheld. Hij is een tikkeltje lui en maakt zich grote zorgen over zijn salaris. Hij is vaak meer bezig met zijn onkostennotas en met een ingewikkelde kruiswoordpuzzel dan met de serieuze kant van zijn beroep: het vechten voor volk en vaderland. Hij is de volmaakte antiheld, beslist geen Superman die vol levensdrift in luxe bolides het gevaar tegemoet rent. Hem ontbreekt ook het geld om er een dergelijke levensstijl op na te houden.
Een van de vernieuwende aspecten van Dossier Ipcress is dat heel nauwkeurig de procedures van de geheime dienst worden vermeld. Voeg dit bij de (ongebruikelijke) relativerende humor, het curieus te noemen plichtsbesef van de hoofdpersoon, de razend spannende en ingenieuze plot, de kleurrijke spionnen en contraspionnen, de onverwachte gebeurtenissen, keiharde acties, een snuifje erotiek en de wisselende decors (Beiroet, Zwitserland, Rome) en je hebt een spionageroman die klinkt als een klok. De Big Ben wel te verstaan. Bovendien is Dossier Ipcress zo filmisch geschreven dat het lijkt of een filmscenario zich voor de ogen van de lezer ontrolt. Dat de filmindustrie twee jaar na publicatie al de verfilming van het boek in de bioscopen had was dan ook geen wonder.
Dossier Ipcress kan gezien worden als het meesterwerk van Len Deighton. Het is spits, cynisch en ingenieus. Spannend, geestig en volstrekt tijdloos. Een topklassieker van een van de grootste misdaadschrijvers van de 20e eeuw.
1
Reageer op deze recensie