Hebban recensie
Heerlijke Amsterdamse politieroman
Een voormalig rechercheur en een rechercheur in dienst, een monument en een beeldhouwer. Van de misdaadauteurs Appie Baantjer en Simon de Waal verscheen onlangs het tweede boek, Een lijk in de kast. Dat Baantjer na 70 avonturen met De Cock in de hoofdrol de pen nog niet heeft neergelegd, maar samen met zijn vriend en collega Simon de Waal aan een nieuwe serie is begonnen, is een zegen voor de liefhebbers van de Amsterdamse politieroman. Zelden is een stad met haar wispelturige bewoners zo begripvol en sfeervol neergezet. Een feest der herkenning.
Een lijk in de kast begint op een zonnige dag als de mooie blondine Charlotte van Tiggelen op het bureau bij Peter van Opperdoes komt. Zij vertelt dat zij in een woning in de Jordaan, die zij wil betrekken, twee dode mannen heeft aangetroffen. Als de politie gaat kijken zijn de lijken verdwenen. Nader onderzoek brengt Opperdoes in contact met de makelaar van de woning en zijn dubieuze zoon. Hebben zij iets met de moorden vandoen of moet Opperdoes in een andere richting zoeken? Dan valt er onverwacht nog een dode en wordt de zaak gecompliceerder.
Hoofdpersoon Peter van Opperdoes die het overlijden van zijn vrouw nog niet verwerkt heeft en die daarom soms hardop met haar praat, is een gouden karakter. Aan slimheid en vakkennis heeft hij niets ingeboet, maar het praten met zijn overleden vrouw maakt hem voor zijn omgeving tot een zonderling. Niet voor de lezer, die de oude rot juist aandoenlijk, kwetsbaar en menselijk vindt. Een sympathieke man om in het hart te sluiten, waardoor personage en sfeer belangrijker worden dan de - tamelijk simpele - verhaallijn. In Een lijk in de kast worden er verrassend weinig personages opgevoerd. Het aantal verdachten is gering, het politiewerk realistisch rechtlijnig. Een twist in het midden zorgt voor een verrassende wending, maar zelfs zonder die draai was het een heerlijke politieroman geweest.
De nieuwe serie rond Van Opperdoes doet in veel opzichten denken aan de belevenissen van De Cock. Alleen zijn de jaren vijftig verwisseld voor het heden. Van Opperdoes leeft in het DNA en gsm-tijdperk waarin fotos gemaakt worden met een telefoon en technische hulpmiddelen gebruikt worden bij het oplossen van moordzaken. Toch zijn de sfeer en het taalgebruik hetzelfde evenals het goed uitgewerkte buddy-gegeven: oude praktijkman (Peter) en jonge theorieman (Jacob) die elkaar graag mogen en ondanks het leeftijdsverschil samen ten strijde trekken. En ook al is Bureau Warmoestraat vervangen door Bureau Raampoort, traditiegetrouw worden de Wallen even aangedaan. Het duo Baantjer & De Waal heeft een unieke eigen stem en toonzetting. Een lijk in de kast is ontspannen, warm menselijk en uitermate sfeervol. Een warm bad, in alle opzichten.
Een lijk in de kast begint op een zonnige dag als de mooie blondine Charlotte van Tiggelen op het bureau bij Peter van Opperdoes komt. Zij vertelt dat zij in een woning in de Jordaan, die zij wil betrekken, twee dode mannen heeft aangetroffen. Als de politie gaat kijken zijn de lijken verdwenen. Nader onderzoek brengt Opperdoes in contact met de makelaar van de woning en zijn dubieuze zoon. Hebben zij iets met de moorden vandoen of moet Opperdoes in een andere richting zoeken? Dan valt er onverwacht nog een dode en wordt de zaak gecompliceerder.
Hoofdpersoon Peter van Opperdoes die het overlijden van zijn vrouw nog niet verwerkt heeft en die daarom soms hardop met haar praat, is een gouden karakter. Aan slimheid en vakkennis heeft hij niets ingeboet, maar het praten met zijn overleden vrouw maakt hem voor zijn omgeving tot een zonderling. Niet voor de lezer, die de oude rot juist aandoenlijk, kwetsbaar en menselijk vindt. Een sympathieke man om in het hart te sluiten, waardoor personage en sfeer belangrijker worden dan de - tamelijk simpele - verhaallijn. In Een lijk in de kast worden er verrassend weinig personages opgevoerd. Het aantal verdachten is gering, het politiewerk realistisch rechtlijnig. Een twist in het midden zorgt voor een verrassende wending, maar zelfs zonder die draai was het een heerlijke politieroman geweest.
De nieuwe serie rond Van Opperdoes doet in veel opzichten denken aan de belevenissen van De Cock. Alleen zijn de jaren vijftig verwisseld voor het heden. Van Opperdoes leeft in het DNA en gsm-tijdperk waarin fotos gemaakt worden met een telefoon en technische hulpmiddelen gebruikt worden bij het oplossen van moordzaken. Toch zijn de sfeer en het taalgebruik hetzelfde evenals het goed uitgewerkte buddy-gegeven: oude praktijkman (Peter) en jonge theorieman (Jacob) die elkaar graag mogen en ondanks het leeftijdsverschil samen ten strijde trekken. En ook al is Bureau Warmoestraat vervangen door Bureau Raampoort, traditiegetrouw worden de Wallen even aangedaan. Het duo Baantjer & De Waal heeft een unieke eigen stem en toonzetting. Een lijk in de kast is ontspannen, warm menselijk en uitermate sfeervol. Een warm bad, in alle opzichten.
1
Reageer op deze recensie