Een prettig leesbare avonturenroman
Avonturiers zijn intuïtief levende mensen, die luisteren naar hun hart en niet naar hun verstand. Zij bloeien pas op als zij het kunnen opnemen tegen de woeste elementen. Zet hen in de Amazone en zij eten smakelijk de piranhas direct uit de rivier. Zet hen in een woest kolkende bergrivier en zij peddelen op een afgebroken boomtak glimlachend naar de kant. Zet hen in de woestijn en zij wandelen, de bezwijkende kamelen achter zich latend, te voet met een zakdoek rond hun hoofd geknoopt naar de dichtstbijzijnde oase. Avonturiers zijn mannetjesputters en de boeken waarin zij de hoofdpersonen zijn, zijn ware heldendichten. Avonturenromans behoren dan ook tot het subgenre van het spannende boek waarin de clichés niet alleen geoorloofde, maar zelfs noodzakelijke onderdelen, zijn. Helden groeien uit tot mythes naarmate zij meer ontberingen doorstaan. En die ontberingen zijn in jungles, woestijnen, canyons en poolgebieden nu eenmaal altijd hetzelfde. Het is de mens tegen de natuur. Uiteraard aangevuld met wat boeven die het leven van de held nog moeilijker maken dan het al is.
Het nieuwste boek, Klem, van Frank van Zwol is geheel in die traditie geschreven. Hoofdpersoon is pelsjager Roy Thorsen die een teruggetrokken bestaan leidt in een blokhut in de Canadese wildernis. Thorsen heeft een verleden. Ooit was hij een succesvol bankier in Schotland, maar dankzij een zelf geënsceneerde zelfmoord, kan hij nu in alle anonimiteit leven. Zijn rust dreigt echter voorgoed verstoord te worden als blijkt dat zijn blokhut op het tracé van een geplande gasleiding ligt. Als de projectleiders bij hem komen, trapt één van hen in de illegale berenklem van Thorsen en loopt zwaar lichamelijk letsel op. Thorsen slaat op de vlucht. Niet alleen om aan strafvervolging te ontkomen, maar ook omdat de man in de berenklem iemand uit zijn verleden is en Thorsen kost wat het kost anoniem wil blijven. Wat volgt is een eindeloze vlucht, te land, ter zee en in de lucht, waarbij naast de mensen van de gasmaatschappij ook meer dan dertig man van de Canadese politie jacht maken op Thorsen die (ten onrechte) van steeds meer criminele feiten (brandstichting, poging tot doodslag etc.) beschuldigd wordt. De enige hulp die hij heeft is zijn vriendin Jessica, eigenaresse van een watervliegtuig.
Schrijver Frank van Zwol is zelf avonturier die graag overlevingstochten houdt. Dat maakt dat alle ontberingen waar hij zijn avontuurlijke pelsjager Thorsen mee opscheept zeer realistisch beschreven zijn. Van Zwol weet hoe het is om met versteende benen een ijskoude wildwaterrivier te moeten oversteken, hoe het is om met alleen bessen in leven te moeten blijven, hoe het is om geen idee meer te hebben waar je bent. Ook de verontwaardiging van Thorsen tegen de aanleg van een pijpleiding, dwars door kostbaar natuurgebied heeft hij goed vorm gegeven. Een snufje ecodrama in een avonturenroman kan nooit kwaad. Alleen de jacht van alle pijpleidingmensen en agenten op Thorsen doet wat naïef aan. Het is het zwart-wit gevecht van boze boeven die bomen willen kappen in het gebied waar Tarzan leeft. De ecologische boodschap verpakt als suikerspin. Je denkt dat het lekker is, maar in wezen proef je niets. Bovendien vraag je je op een bepaald moment af waarom Thorsen steeds maar blijft vluchten, in plaats van zich bij de politie aan te melden en de misverstanden uit de weg te ruimen. Maar goed, in een avonturenroman gaat het om de actie en de ontberingen, en die zijn er in overvloed. Bovendien zorgt vriendin Jessica voor de nodige romantische tussendoortjes.
Van Zwol heeft een vlotte pen. Het verhaal is lineair, rechttoe, rechtaan, maar hij weet de spanning hoog te houden en heeft een aantal onverwachte wendingen in petto. Al met al een prettig leesbare avonturenroman, waarin de gebeurtenissen als een enorme waterval op de lezer neerkletteren. Veel clichés, maar knap gecomponeerd en gedoseerd. Het blijft een kunst.
Reageer op deze recensie