Hebban recensie
Eerste Miss Marple
Agatha Christie heeft met Miss Marple een van haar beroemdste personages gecreëerd. De oude dame met scherpe speurzin die het ene na het andere mysterie oploste trad in het totaal in 12 boeken op, ook al lijkt dat oneindig veel meer door de tv-series waarin zij in de loop der jaren te zien was. Haar eerste optreden was in 1927 in het korte verhaal The Tuesday Night Club (in 1932 gebruikt als 1e hoofdstuk in The thirteen problems). Maar Moord in de pastorie uit 1930, nu fraai in hardcover herdrukt, was het eerste lange verhaal in boekvorm waarin Miss Marple optrad.
In Moord in de pastorie wordt de rijke kolonel Protheroe met een kogel in zijn hoofd aangetroffen in de pastorie van het piepkleine dorp St. Mary Mead, tevens de woonplaats van Jane Marple. Vrijwel alle inwoners van het dorp zijn verdacht, want de kolonel was een bemoeizuchtige bullebak die iedereen tegen zich in het harnas had gejaagd. Zelfs zijn veel jongere beeldschone vrouw had meer dan genoeg van hem en had in het geheim een minnaar.
De politie zit met de handen in het haar, helemaal als een aantal mensen plotseling de moord op de kolonel bekent. Het motief hebben ze, maar in de praktijk kunnen ze het nooit gedaan hebben.
Moord in de pastorie is typisch een verhaal uit de beginjaren van Agatha Christie. Waar zij in latere boeken haar personages nog op een subtiele wijze verdacht laat maken, daar hanteert ze hier de botte bijl. Tal van personages, onder wie zelfs de dominee, roept in een vroeg stadium dat ze kolonel Protheroe met liefde zouden willen vermoorden. Anderen maken opzichtig duidelijk dat ze een pistool in huis hebben. In haar naïviteit denkt Christie dat de lezer alleen de verdachten kan herkennen als het oorverdovend hard in zijn/haar oor getoeterd wordt.
Dit is overigens geen veroordeling van het verhaal, want wat nu als cliche wordt ervaren, was in de jaren dertig van de vorige eeuw nog origineel.
Moord in de pastorie is geschreven vanuit het perspectief van de dominee en Miss Marple is slechts een bijfiguur. Zij heeft hier nog niet haar uiteindelijke vorm en karakter gekregen. Ze wordt gezien als een uitgedroogde oude vrijster die denkt dat ze alles weet wat er in de wereld te koop is, een ongelooflijke kletskous en roddeltante, een nieuwsgierige en bemoeizuchtige oude tang en iemand bij wie je het beste uit de buurt kunt blijven. Wel wordt door iedereen haar speurzin en observatievermogen geprezen. Maar de vriendelijkheid en beminnelijkheid die haar in later verhalen (en films) worden toegewezen zijn hier nog duidelijk afwezig.
Vergeleken bij het moderne detectiveverhaal zou je Moord in de pastorie gedateerd kunnen noemen. Ook de moraal en deugdzaamheid van de inwoners van Miss Marples woonplaats zijn niet meer van deze tijd. Daar staat tegenover dat Agatha Christie vrouwen beschrijft die zich volledig ontworstelen aan het strenge keurslijf van hun omgeving. Zowel de vrouw van de dominee als de vouw van de kolonel zijn van een aardsheid en vooruitstrevendheid die anno 2008 niet zou misstaan. Voeg daar aan toe de heerlijke tonque in cheek humor van Agatha Christie, de onovertroffen Engelse manier van spot en relativeren, het bekende puzzelelement en Moord in de pastorie is ondanks zijn ouderdom een heerlijk stukje ontspanningslectuur.
In Moord in de pastorie wordt de rijke kolonel Protheroe met een kogel in zijn hoofd aangetroffen in de pastorie van het piepkleine dorp St. Mary Mead, tevens de woonplaats van Jane Marple. Vrijwel alle inwoners van het dorp zijn verdacht, want de kolonel was een bemoeizuchtige bullebak die iedereen tegen zich in het harnas had gejaagd. Zelfs zijn veel jongere beeldschone vrouw had meer dan genoeg van hem en had in het geheim een minnaar.
De politie zit met de handen in het haar, helemaal als een aantal mensen plotseling de moord op de kolonel bekent. Het motief hebben ze, maar in de praktijk kunnen ze het nooit gedaan hebben.
Moord in de pastorie is typisch een verhaal uit de beginjaren van Agatha Christie. Waar zij in latere boeken haar personages nog op een subtiele wijze verdacht laat maken, daar hanteert ze hier de botte bijl. Tal van personages, onder wie zelfs de dominee, roept in een vroeg stadium dat ze kolonel Protheroe met liefde zouden willen vermoorden. Anderen maken opzichtig duidelijk dat ze een pistool in huis hebben. In haar naïviteit denkt Christie dat de lezer alleen de verdachten kan herkennen als het oorverdovend hard in zijn/haar oor getoeterd wordt.
Dit is overigens geen veroordeling van het verhaal, want wat nu als cliche wordt ervaren, was in de jaren dertig van de vorige eeuw nog origineel.
Moord in de pastorie is geschreven vanuit het perspectief van de dominee en Miss Marple is slechts een bijfiguur. Zij heeft hier nog niet haar uiteindelijke vorm en karakter gekregen. Ze wordt gezien als een uitgedroogde oude vrijster die denkt dat ze alles weet wat er in de wereld te koop is, een ongelooflijke kletskous en roddeltante, een nieuwsgierige en bemoeizuchtige oude tang en iemand bij wie je het beste uit de buurt kunt blijven. Wel wordt door iedereen haar speurzin en observatievermogen geprezen. Maar de vriendelijkheid en beminnelijkheid die haar in later verhalen (en films) worden toegewezen zijn hier nog duidelijk afwezig.
Vergeleken bij het moderne detectiveverhaal zou je Moord in de pastorie gedateerd kunnen noemen. Ook de moraal en deugdzaamheid van de inwoners van Miss Marples woonplaats zijn niet meer van deze tijd. Daar staat tegenover dat Agatha Christie vrouwen beschrijft die zich volledig ontworstelen aan het strenge keurslijf van hun omgeving. Zowel de vrouw van de dominee als de vouw van de kolonel zijn van een aardsheid en vooruitstrevendheid die anno 2008 niet zou misstaan. Voeg daar aan toe de heerlijke tonque in cheek humor van Agatha Christie, de onovertroffen Engelse manier van spot en relativeren, het bekende puzzelelement en Moord in de pastorie is ondanks zijn ouderdom een heerlijk stukje ontspanningslectuur.
1
Reageer op deze recensie