Schapenlogica voor mensen <br />
Ze studeerde filosofie, psychologie en literatuurwetenschappen. Tijdens haar werk als free- lance journaliste verloor ze haar hart aan Ierland. Daar, temidden van de sompige weiden, de nooit verzakende nevel en de vredig grazende schapen, ontstond het idee voor De schapen van Glennkill, geafficheerd als literaire thriller. Haar naam: Leonie Swann, 30 jaar jong.
Het is even wennen, maar de hoofdfiguren in De schapen van Glennkill zijn schapen. Ze leven op een rustieke weide dicht bij de zee. Hun leven is overzichtelijk. Overdag grazen ze en s avonds luisteren ze naar schaapsherder George Glenn die hen voorleest uit romannetjes. Aan dit vredige bestaan komt een einde als zij op een ochtend George dood aantreffen, met een spade in zijn borst. De schapen besluiten om de moord niet onbestraft te laten en de moordenaar op te sporen. Ooit heeft George hen een deel van een detective voorgelezen, dus weten zij ongeveer hoe ze het moeten aanpakken. Met de beperkte middelen die tot hun beschikking staan, proberen zij de waarheid te achterhalen.Tussen neus en lippen door komen zij op het spoor van een smokkelzaak en een duister geheim dat ruim zeven jaar de gemoederen van alle inwoners van Glennkill bezig houdt. Maar wat te doen met al die wetenschap?
De schapen van Glenkillis een povere poging tot navolging van Waterschapsheuvel (Richard Adams), waar ook een dierengemeenschap in een allegorisch verhaal de menselijke zwakheden aan de kaak stelt. In die opzet is Leonie Swann niet geslaagd. Wat wij lezen en leren is voornamelijk de psyche van het schaap en wijsheden als: je kunt niemand vertrouwen op zijn uiterlijk, iedereen beschermt zijn territorium tegen vreemden en we zijn allemaal kuddedieren. Al met al een wonderlijke mengeling van schapenlogica, kinderlijke onwetendheid en flauwe filosofietjes.
De schapen van Glenkill begint met een 2 paginas lange opsomming van de schapen met hun belangrijkste karaktereigenschappen, als ware het t programmaboek van een toneelvoorstelling. Helaas blijken het stuk voor stuk karikaturen, vergelijkbaar met de een-dimensionale poppetjes uit de smurfenwereld. Het zijn nu alleen niet de grote smurf, de eetsmurf en de brilmurf, maar Sir Ritchfield (het opperschaap), Bolly (eetschaap), Miss Maple(slim schaap), en Heide (onnozel schaap).
Wat spanning betreft is er in het boek weinig te beleven. Schapen kunnen mensen wel verstaan, maar mensen kunnen schapen niet verstaan. Daarom zijn de enige momenten dat het boek tot leven komt en het verhaal enige voortgang kent, die momenten dat er mensen in de buurt zijn die het over de moord hebben. Vrijwel het enige wat de schapen kunnen doen is luisteren en discussiëren. Hun voornaamste wapen is echter hun reukzin. En dat komt de lezer te weten ook. De schapen ruiken gras, aarde, bloemen, zon, regen, groente, het aroma van de dag en van de nacht, goede en slechte mensen. Ze ruiken tot wij lezers er draaierig van worden. Het is vermoeiend, oninteressant en voorspelbaar.
De schapen van Glennkillis naar mijn idee een uit de hand gelopen kinderboek. Leuk voor de liefhebbers van sprookjes, maar niet voor de liefhebbers van thrillers.
Reageer op deze recensie