Een heerlijk feest voor de fans van Indridason
IJsland is het dunst bevolkte land van Europa waar het vrijwel altijd koud is en de winterse dagen kort zijn. Er wonen circa 300.000 mensen, het misdaadcijfer is er laag en er gebeurt nooit iets. Behalve in de legendarische zomer van 1972 toen in de Laugardshal in Reykjavik het wereldkampioenschap schaken tussen de koele Rus Boris Spassky en de Amerikaanse zonderling Bobby Fischer werd gehouden. IJsland werd overspoeld door buitenlanders onder wie tal van mysterieuze begeleiders van de schakers. De Koude Oorlog was op zijn hoogtepunt en het schaakkampioenschap had een hoog symbolisch karakter. De schakers traineerden het spel en probeerden elkaar uit het evenwicht te brengen. De verwijten en complottheorieën vlogen over en weer en vulden wekenlang de voorpagina's van de wereldpers. Voor historicus en misdaadauteur Arnaldur Indridason een ideaal evenement en een ideale periode om als achtergrond te dienen voor zijn nieuwste thriller Schemerspel.
Terwijl de voorbereidingen voor de schaakmatch worden getroffen en de eerste treiterpartijen tussen beide grootmeesters breed in de pers worden uitgemeten, wordt in de Havenbioscoop in Reykjavik de jonge scholier Ragnar Einarsson doodgestoken. Rechercheur Marion Briem en haar rechterhand Albert ontdekken dat de jongen een filmfreak was die steevast zijn taperecorder meenam naar de bioscoop om de gehele soundtrack op te nemen. De politie vermoedt dat Ragnar per ongeluk een geheim gesprek tussen bioscoopgangers heeft opgenomen. Een gesprek dat zo geheim was dat het hem zijn leven heeft gekost. Tijdens de vele ondervragingen van de bioscoopbezoekers die tegelijkertijd met Ragnar in de donkere bioscoopzaal zaten, komt boven water dat zich onder de bioscoopgangers een geheimzinnige Amerikaan en een Rus bevonden. Vanaf dat moment krijgt het onderzoek een politiek karakter en blijkt dat alle partijen elkaar in het geheim afluisteren. Als haar naspeuringen Marion Briem steeds dichter bij de oplossing brengen, krijgt zij van hogerhand de opdracht haar onderzoek naar bepaalde personages te staken. Maar dat is tegen het zere been van de eigenzinnige Marion geschopt, die niet rust tot de laatste steen boven is.
Bij hoge uitzondering is Indridasons middelbare, melancholieke speurder Erlendur ditmaal niet de hoofdpersoon. In Schemerspel is die rol weggelegd voor Marion Briem, een lichtelijk contactgestoorde, lesbische rechercheur die rookt als een schoorsteen. Zij past geheel in de huidige Scandinavische trend van eigenzinnige vrouwelijke speurders, onder wie Sarah Lund (The Killing) en Lisbeth Salander (Millennium). In lange terugblikken licht Indridason de doopceel van zijn hoofdpersoon die ooit verwekt werd tijdens een passievol moment tussen haar moeder Dagmar (een dienstmeisje) en de zoon van haar steenrijke werkgever. Zodra haar werkgever merkt dat Dagmar zwanger is, moet zij vertrekken. De jonge Marion verhuist naar een boerderij en groeit op als een eenzaam plattelandsmeisje dat lange tijd in een sanatorium moet liggen. Gelukkig heeft zij grote dromen en een forse dosis doorzettingsvermogen. Zij weet zich op te werken tot een bekwaam en volstrekt onvoorspelbaar rechercheur. Een heerlijk romanpersonage.
Ook in Schemerspel hanteert Indridason weer zijn veelvuldig bekroonde, beschrijvende manier van vertellen. Als een alwetende verteller beschrijft hij alle gedachten die er in de hoofden van zijn personages omgaan. Hij beschrijft hun diepste gevoelens en drijfveren. Maar ook hun levens, hun ontwikkelingen, hun relaties, tegenslagen en hoogtepunten. De realistische dialogen zijn perfect gedoseerd, maar ondergeschikt aan datgene wat de superieure verteller Indridason te zeggen heeft.
Schemerspel is het prototype van een helder, sober verteld misdaadverhaal. Op overzichtelijke wijze laat Indridason zijn politiemensen beetje bij beetje die informatie vergaren waarmee zij weer een stap verder komen. Ieder verhoor levert een nieuwe naam op, een nieuw puzzelstukje dat ingevoegd kan worden, maar ook een nieuwe vraag die opgelost moet worden. Een realistisch beeld van het werk van de politie.
Halverwege het boek verandert het verhaal van toonzetting als het onderzoek een politieke lading krijgt en het spionagegehalte opgeschroefd wordt. De uitvoerige beschrijvingen van de schaakwedstrijd tussen Boris Spassky en Bobby Fischer met alle venijnigheden en politieke consequenties, worden door Indridason gebruikt om de onderliggende dreiging sterk aan te zetten. Soms overdrijft hij daarbij in zijn dosering en lijkt het erop dat zijn achtergrondschetsen de overhand krijgen. Maar dat is het enige bezwaar. De onderlinge relaties tussen de hoofdpersonen wordt steeds verder uitgediept. De actie neemt toe. De spanning wordt groter.
Schemerspel is een vlot vertelde politieroman waarin de chronologie uitsluitend wordt onderbroken door flashbacks die bedoeld zijn het (veelal dramatische) verleden van de hoofdpersonen te vertellen en de karakters uit te diepen. Indridasons stijl is sober. Als voormalig journalist haat hij poespas. Alle informatie staat in dienst van het verhaal. Dat maakt het verhaal alleen maar krachtiger. Voeg daaraan toe dat Indridason veel aandacht besteedt aan de psychologische diepgang van zijn karakters en dat hij zijn verschillende verhaallijnen behendig met elkaar weet te vervlechten en het wordt duidelijk dat Schemerspel weer een meeslepend feestje is voor de liefhebbers van Indridason.
Reageer op deze recensie