Hebban recensie
Actualiteit en melancholie
Het is een actueel thema dat auteur Dick van de Heuvel aanpakt in zijn zevende deel uit de serie rond politiepastor Cas Wulffers. In Wulffers en de zaak van de doodshoofdvlinder geeft hij zijn visie op de voor en tegens van het tbs-systeem waar de afgelopen jaren Kamerbreed over gediscussieerd is.
In De zaak van de doodshoofdvlinder ontsnapt de wegens moord veroordeelde Felix Arondeus tijdens een weekend begeleid verlof uit de TBS-kliniek waar hij verpleegd wordt. Een zonderlinge daad, want twintig jaar lang was Felix A. een voorbeeldige gevangene en zijn therapeuten wilden hem net de kans geven terug te keren in de maatschappij. Terwijl de politie groot alarm slaat uit angst dat Felix opnieuw aan het moorden slaat, groeit bij Cas Wulffers steeds meer het besef dat Felix onschuldig veroordeeld is en dat hij geen enkel gevaar vormt voor de samenleving. In de TBS-kliniek krijgt hij van de Vlinderman, een seriemoordenaar die opgezette vlinders spaart, een aanwijzing voor zijn gelijk. De politie en Cas Wulffers maken beiden jacht op Felix A. Het is een kwestie van leven en dood.
Cas Wulffers is een man die tot taak heeft politiemannen te ondersteunen in hun mentale nood en slachtoffers op te vangen. Politieonderzoek hoort niet tot zijn taken. Tot grote woede van zijn superieuren denkt de tegendraadse workaholic Wulffers daar anders over. Wanneer hij het gevoel krijgt dat hij een mens kan redden uit de klauwen van het logge overheidsapparaat, dan zal hij het niet laten. Wulffers is een mensenmens, die intuïtief het goede en het kwade in de mens aanvoelt. Dat is de oorzaak dat hij voortdurend botst met het systeem dat er vanuit gaat dat politiewerk waarheidsvinding is met daaraan gekoppeld bewijsvoering. Intuïtie is volstrekt onbelangrijk. Toch heeft Cas vaak gelijk.
Wulffers en de zaak van de doodshoofdvlinder geeft duidelijk kritiek op het TBS-systeem. Inzicht in de geest van de onder behandeling staande cliënten is beperkt, de behandelmethodes zijn onvolkomen, therapeuten staan in hun medische onkunde vrijwel machteloos, er is veel onenigheid en verschil in inzicht tussen de therapeuten onderling en onschuldige mensen kunnen lange tijd ten onrechte gevangen zitten.
Het verhaal is aardig. De zachtaardige Felix groeit door het overdreven politieoptreden en de aandacht in de media uit tot een monster. Cas moet tegen alle stromen in roeien om de man te vinden en hem te beschermen. Van den Heuvel heeft de conflictsituatie gestalte gegeven door een duidelijke tegenstelling te creëren tussen de menselijke Wulffers en de onmenselijke politiechef Thomas Gerrard. Verder blijven de personages tamelijk oppervlakkig. Af en toe sluipt er een aandoenlijk karakter tussendoor zoals de 87-jarige Annemarie Lotsia die in de tweede wereldoorlog onderdak bood aan onderduikers en die nog steeds een schuilplaats biedt aan vluchtelingen uit alle werelddelen. Ze is een vrouw die zo uit de in melancholie gedrenkte pen van Simon Carmiggelt had kunnen vloeien. Maar het is ditmaal allemaal wat magertjes.
Het boek blijft steken in milde menselijkheid, aandacht voor de individu, dwalingen van justitie en het falen van het TBS-systeem. De apotheose van het verhaal is echter ondermaats. Het slot waar Van den Heuvel zorgvuldig naartoe werkt, komt uit de lucht vallen en geeft een bittere smaak in de mond. Psychologisch gezien is De zaak van de doodshoofdvlinder opnieuw een mooi klein sieraad, maar de ontknoping en afronding zijn dermate rafelig dat het geheel veel en veel te dun is.
In De zaak van de doodshoofdvlinder ontsnapt de wegens moord veroordeelde Felix Arondeus tijdens een weekend begeleid verlof uit de TBS-kliniek waar hij verpleegd wordt. Een zonderlinge daad, want twintig jaar lang was Felix A. een voorbeeldige gevangene en zijn therapeuten wilden hem net de kans geven terug te keren in de maatschappij. Terwijl de politie groot alarm slaat uit angst dat Felix opnieuw aan het moorden slaat, groeit bij Cas Wulffers steeds meer het besef dat Felix onschuldig veroordeeld is en dat hij geen enkel gevaar vormt voor de samenleving. In de TBS-kliniek krijgt hij van de Vlinderman, een seriemoordenaar die opgezette vlinders spaart, een aanwijzing voor zijn gelijk. De politie en Cas Wulffers maken beiden jacht op Felix A. Het is een kwestie van leven en dood.
Cas Wulffers is een man die tot taak heeft politiemannen te ondersteunen in hun mentale nood en slachtoffers op te vangen. Politieonderzoek hoort niet tot zijn taken. Tot grote woede van zijn superieuren denkt de tegendraadse workaholic Wulffers daar anders over. Wanneer hij het gevoel krijgt dat hij een mens kan redden uit de klauwen van het logge overheidsapparaat, dan zal hij het niet laten. Wulffers is een mensenmens, die intuïtief het goede en het kwade in de mens aanvoelt. Dat is de oorzaak dat hij voortdurend botst met het systeem dat er vanuit gaat dat politiewerk waarheidsvinding is met daaraan gekoppeld bewijsvoering. Intuïtie is volstrekt onbelangrijk. Toch heeft Cas vaak gelijk.
Wulffers en de zaak van de doodshoofdvlinder geeft duidelijk kritiek op het TBS-systeem. Inzicht in de geest van de onder behandeling staande cliënten is beperkt, de behandelmethodes zijn onvolkomen, therapeuten staan in hun medische onkunde vrijwel machteloos, er is veel onenigheid en verschil in inzicht tussen de therapeuten onderling en onschuldige mensen kunnen lange tijd ten onrechte gevangen zitten.
Het verhaal is aardig. De zachtaardige Felix groeit door het overdreven politieoptreden en de aandacht in de media uit tot een monster. Cas moet tegen alle stromen in roeien om de man te vinden en hem te beschermen. Van den Heuvel heeft de conflictsituatie gestalte gegeven door een duidelijke tegenstelling te creëren tussen de menselijke Wulffers en de onmenselijke politiechef Thomas Gerrard. Verder blijven de personages tamelijk oppervlakkig. Af en toe sluipt er een aandoenlijk karakter tussendoor zoals de 87-jarige Annemarie Lotsia die in de tweede wereldoorlog onderdak bood aan onderduikers en die nog steeds een schuilplaats biedt aan vluchtelingen uit alle werelddelen. Ze is een vrouw die zo uit de in melancholie gedrenkte pen van Simon Carmiggelt had kunnen vloeien. Maar het is ditmaal allemaal wat magertjes.
Het boek blijft steken in milde menselijkheid, aandacht voor de individu, dwalingen van justitie en het falen van het TBS-systeem. De apotheose van het verhaal is echter ondermaats. Het slot waar Van den Heuvel zorgvuldig naartoe werkt, komt uit de lucht vallen en geeft een bittere smaak in de mond. Psychologisch gezien is De zaak van de doodshoofdvlinder opnieuw een mooi klein sieraad, maar de ontknoping en afronding zijn dermate rafelig dat het geheel veel en veel te dun is.
1
Reageer op deze recensie