Hebban recensie
Gekunstelde zedenschets
Nederland heeft De Cock, Frankrijk heeft Maigret, Engeland heeft Jack Frost, Zweden heeft Wallander en Italië heeft Montalbano, een politieman die net als zijn buitenlandse collegas is uitgegroeid tot een nationaal symbool, een tv-ster en een boekenheld. Geestelijke vader van Montalbano, de laconieke Siciliaanse commissaris, is Andrea Camilleri.
Italiaanse misdaadschrijvers onderscheiden zich van hun Europese collegas door hun boeken vol passie, sentiment en een warmbloedig, melancholisch taalgebruik. Dat is precies wat men kan verwachten in Zeven maandagen met Montalbano. Het is een origineel verhaal waarin de commissaris en zijn team worden geconfronteerd met een vreemde seriemoordenaar. De man schiet eerst een vis dood bij een restaurant en vervolgens op diverse andere plaatsen dieren die qua formaat in grootte oplopen: een kip, een hond, een geit, een ezel en een olifant. Steeds in de nacht van zondag op maandag. Bij de gedode dieren laat hij een briefje achter met de raadselachtige tekst: Ik blijf mij samentrekken. Een psychopaat? Een godsdienstfanaat? Montalbano is ervan overtuigd dat de man over zal gaan op het doden van mensen. Haast is dus geboden.
Camilleri is een schrijver die zijn publiek kan boeien met kleine gebeurtenissen van eenvoudige mensen. Naast de hoofdlijn waarin Montalbano op zoek is naar de moordenaar van dieren, worden tal van kleine, andere zaken genoemd die de politie moet oplossen. Een ruzie tussen temperamentvolle boeren, een man die op zijn foeilelijke vrouw schiet omdat hij denkt dat ze constant vreemd gaat, het zijn anekdotes in de kantlijn, maar ze geven het boek sfeer, smaak en kleur. Het zijn bizarre, soms absurdistische gebeurtenissen, waar Italiaanse kunstenaars (zie Fellini en De Sica) hun visie op de realiteit zo graag mee larderen. Niet bloedstollend, wel enerverend, vol hartstocht.
In Zeven maandagen met Montalbano wordt veel aandacht besteed aan de verhouding tussen de politiemannen onderling. Er wordt veel gemopperd en ook de commissaris zelf, die last heeft van maagzuur, is nors, humeurig en behoorlijk grof tegen zijn ondergeschikten. Hij ervaart het Europese rookverbod als zeer irritant en hij reageert zijn algehele onbehagen af op zijn geliefde Livia, die hij doodleuk laat zitten. Het verhaal is een novelle van slechts 129 paginas, en biedt een fraaie miniatuur van de Italiaanse samenleving. De plotlijn is echter zeer gekunsteld. Een plot die achter de schrijftafel is bedacht, originele elementen heeft, maar niet uitblinkt door geloofwaardigheid. In dat opzicht is Camilleri wel eens beter op dreef geweest. Er liggen gelukkig nog genoeg verhalen op de plank waarmee hij zich kan revancheren.
Italiaanse misdaadschrijvers onderscheiden zich van hun Europese collegas door hun boeken vol passie, sentiment en een warmbloedig, melancholisch taalgebruik. Dat is precies wat men kan verwachten in Zeven maandagen met Montalbano. Het is een origineel verhaal waarin de commissaris en zijn team worden geconfronteerd met een vreemde seriemoordenaar. De man schiet eerst een vis dood bij een restaurant en vervolgens op diverse andere plaatsen dieren die qua formaat in grootte oplopen: een kip, een hond, een geit, een ezel en een olifant. Steeds in de nacht van zondag op maandag. Bij de gedode dieren laat hij een briefje achter met de raadselachtige tekst: Ik blijf mij samentrekken. Een psychopaat? Een godsdienstfanaat? Montalbano is ervan overtuigd dat de man over zal gaan op het doden van mensen. Haast is dus geboden.
Camilleri is een schrijver die zijn publiek kan boeien met kleine gebeurtenissen van eenvoudige mensen. Naast de hoofdlijn waarin Montalbano op zoek is naar de moordenaar van dieren, worden tal van kleine, andere zaken genoemd die de politie moet oplossen. Een ruzie tussen temperamentvolle boeren, een man die op zijn foeilelijke vrouw schiet omdat hij denkt dat ze constant vreemd gaat, het zijn anekdotes in de kantlijn, maar ze geven het boek sfeer, smaak en kleur. Het zijn bizarre, soms absurdistische gebeurtenissen, waar Italiaanse kunstenaars (zie Fellini en De Sica) hun visie op de realiteit zo graag mee larderen. Niet bloedstollend, wel enerverend, vol hartstocht.
In Zeven maandagen met Montalbano wordt veel aandacht besteed aan de verhouding tussen de politiemannen onderling. Er wordt veel gemopperd en ook de commissaris zelf, die last heeft van maagzuur, is nors, humeurig en behoorlijk grof tegen zijn ondergeschikten. Hij ervaart het Europese rookverbod als zeer irritant en hij reageert zijn algehele onbehagen af op zijn geliefde Livia, die hij doodleuk laat zitten. Het verhaal is een novelle van slechts 129 paginas, en biedt een fraaie miniatuur van de Italiaanse samenleving. De plotlijn is echter zeer gekunsteld. Een plot die achter de schrijftafel is bedacht, originele elementen heeft, maar niet uitblinkt door geloofwaardigheid. In dat opzicht is Camilleri wel eens beter op dreef geweest. Er liggen gelukkig nog genoeg verhalen op de plank waarmee hij zich kan revancheren.
1
Reageer op deze recensie