Lezersrecensie
Charlie Swienink c.s. boeien opnieuw
Musserts schaduw, het in 2022 uitgebrachte thrillerdebuut van John Kuipers won een jaar later meteen al de Gouden Strop voor de beste Nederlandstalige spannende roman. Eind 2024 verscheen het derde deel van de serie met hoofdinspecteur van de recherche Charlie Swieninck: De man in Westerbork. Het idee van de reeks stamt al uit de jaren tachtig van de vorige eeuw en omdat de auteur destijds veel over de Tweede Wereldoorlog schreef, was het niet moeilijk voor hem om de boeken zich in die periode te laten afspelen.
Deze keer krijgt Swieninck – het is inmiddels eind 1942 – te maken met de moord op een man die aan een kruis in de Nieuwe Kerk in Den Haag is gespijkerd. Het blijkt te gaan om een loopjongen van de Joodse maffiafamilie Goudvisch. De godfather van de clan, Philip, is niet veel eerder naar het Drentse doorgangskamp Westerbork getransporteerd. Vanwege zijn onderzoek bezoekt de hoofdinspecteur de man om hem te ondervragen. Een paar dagen later, weer terug in de Hofstad, wordt hij bij de SS ontboden, die hem onder druk zet om met hen mee te werken en de zaak binnen een week op te lossen.
Samen met Charlie Swieninck, de sympathieke hoofdinspecteur die met name tijdens verhoren ook weleens uit zijn slof kan schieten, belandt de lezer al direct op een plaats delict. De situatie, vooral die waarin het slachtoffer zich bevindt, is niet bijster florissant en wordt erg goed weergegeven. De sfeer van de oorlogsjaren – en los daarvan ook die van de vroege jaren veertig van de vorige eeuw – komt eveneens uitstekend over. Je waant jezelf in zekere zin ook in die tijd en daardoor kun je je enigszins voorstellen hoe het destijds moet zijn geweest. Het was toen, de bezetting door de Duitsers voor het gemak niet meegerekend, een stuk gemoedelijker dan het jachtige, hectische en minder verdraagzame hedendaagse tijdperk. Dit impliceert natuurlijk niet dat er toen, en het verhaal laat dit zien, ook wel het een en ander gebeurde.
De vele gebeurtenissen worden alle vanuit het perspectief van Swieninck verteld en wie de twee voorgaande delen van de serie gelezen heeft, merkt al snel dat hij nog steeds zichzelf is en zich niet anders voordoet dan hij werkelijk is. Dit is een van de redenen dat hij een geliefde en innemende persoonlijkheid is. Het grootste deel van het verhaal speelt zich ook deze keer in zijn thuisstad Den Haag af, maar ditmaal is het doorgangskamp Westerbork eveneens een locatie waar de inspecteur moet zijn. Deze bezoekjes zijn een noodzakelijke, maar interessante toevoeging die het onderzoek naar de moord met zich meebrengt en laten tevens zien dat de in het kamp ondergebrachte Joden nog niet volledig op de hoogte waren van de verschrikkingen die hen later te wachten stonden.
Het tempo van het verhaal is niet al te hoog, maar diverse boeiende ontwikkelingen zorgen er in feite voor dat je hier eigenlijk niets van merkt. Daarnaast is de spanningsboog evenmin erg strak gespannen, wat overigens niet inhoudt dan spannende momenten volledig achterwege blijven, ze liggen echter op een heel ander vlak. Vanzelfsprekend gaat het om de oplossing van de moord en dat daarvoor een dader in zijn kraag wordt gevat, maar waar het a priori om gaat, is de vraag wat de Goudvisch-clan met dit alles te maken heeft en vooral ook waarom. Het uitgangspunt is derhalve net even iets anders dan in veel thrillers gebruikelijk is.
De man in Westerbork mag dan het derde deel van een serie zijn, maar is desondanks prima los van de andere te lezen. Over de personages wordt namelijk meer dan voldoende verteld om een goed beeld van hen te krijgen. Charlie Swieninck c.s. weten andermaal van begin af aan te boeien en lijken nog lang te zinspelen op een vroegtijdig pensioen.
Deze keer krijgt Swieninck – het is inmiddels eind 1942 – te maken met de moord op een man die aan een kruis in de Nieuwe Kerk in Den Haag is gespijkerd. Het blijkt te gaan om een loopjongen van de Joodse maffiafamilie Goudvisch. De godfather van de clan, Philip, is niet veel eerder naar het Drentse doorgangskamp Westerbork getransporteerd. Vanwege zijn onderzoek bezoekt de hoofdinspecteur de man om hem te ondervragen. Een paar dagen later, weer terug in de Hofstad, wordt hij bij de SS ontboden, die hem onder druk zet om met hen mee te werken en de zaak binnen een week op te lossen.
Samen met Charlie Swieninck, de sympathieke hoofdinspecteur die met name tijdens verhoren ook weleens uit zijn slof kan schieten, belandt de lezer al direct op een plaats delict. De situatie, vooral die waarin het slachtoffer zich bevindt, is niet bijster florissant en wordt erg goed weergegeven. De sfeer van de oorlogsjaren – en los daarvan ook die van de vroege jaren veertig van de vorige eeuw – komt eveneens uitstekend over. Je waant jezelf in zekere zin ook in die tijd en daardoor kun je je enigszins voorstellen hoe het destijds moet zijn geweest. Het was toen, de bezetting door de Duitsers voor het gemak niet meegerekend, een stuk gemoedelijker dan het jachtige, hectische en minder verdraagzame hedendaagse tijdperk. Dit impliceert natuurlijk niet dat er toen, en het verhaal laat dit zien, ook wel het een en ander gebeurde.
De vele gebeurtenissen worden alle vanuit het perspectief van Swieninck verteld en wie de twee voorgaande delen van de serie gelezen heeft, merkt al snel dat hij nog steeds zichzelf is en zich niet anders voordoet dan hij werkelijk is. Dit is een van de redenen dat hij een geliefde en innemende persoonlijkheid is. Het grootste deel van het verhaal speelt zich ook deze keer in zijn thuisstad Den Haag af, maar ditmaal is het doorgangskamp Westerbork eveneens een locatie waar de inspecteur moet zijn. Deze bezoekjes zijn een noodzakelijke, maar interessante toevoeging die het onderzoek naar de moord met zich meebrengt en laten tevens zien dat de in het kamp ondergebrachte Joden nog niet volledig op de hoogte waren van de verschrikkingen die hen later te wachten stonden.
Het tempo van het verhaal is niet al te hoog, maar diverse boeiende ontwikkelingen zorgen er in feite voor dat je hier eigenlijk niets van merkt. Daarnaast is de spanningsboog evenmin erg strak gespannen, wat overigens niet inhoudt dan spannende momenten volledig achterwege blijven, ze liggen echter op een heel ander vlak. Vanzelfsprekend gaat het om de oplossing van de moord en dat daarvoor een dader in zijn kraag wordt gevat, maar waar het a priori om gaat, is de vraag wat de Goudvisch-clan met dit alles te maken heeft en vooral ook waarom. Het uitgangspunt is derhalve net even iets anders dan in veel thrillers gebruikelijk is.
De man in Westerbork mag dan het derde deel van een serie zijn, maar is desondanks prima los van de andere te lezen. Over de personages wordt namelijk meer dan voldoende verteld om een goed beeld van hen te krijgen. Charlie Swieninck c.s. weten andermaal van begin af aan te boeien en lijken nog lang te zinspelen op een vroegtijdig pensioen.
13
1
Reageer op deze recensie