Wat is wel en wat is niet waar?
Tomas Ross, pseudoniem van Willem Pieter Hogendoorn, is een van Nederlands meest bekende en gelouterde misdaadauteurs en heeft in feite geen enkele introductie meer nodig. Het verschil met veel andere schrijvers is dat zijn boeken gebaseerd zijn op feiten en dat hij tijdens zijn diepgaande research vaak op doofpotaffaires stuit. Na het lezen The day of the Jackal van Frederick Forsyth, waarin onder andere de fictieve plannen om De Gaulle te vermoorden worden beschreven, vond Ross een goede manier om geschiedenis te vertellen. Hij begon hierna meteen met het schrijven van De honden van verraad, dat over de Molukse kwestie gaat en daarmee het thrillerdebuut onder zijn pseudoniem geworden is. Zijn laatste boek, De onderkoning van Indië, verscheen begin 2017. De aanleiding voor het schrijven van dit boek was een briefwisseling uit 1946 waaruit blijkt dat ZKH Prins Bernhard de steun had van de Amerikaanse generaal Douglas MacArthur om als onderkoning het grootste deel van Nederlands-Indië over te nemen en ook de Republik Indonesia te handhaven.
Als in het voorjaar van 1947 de spanningen tussen Nederland en de Republiek Indonesia vrij hoog oplopen, beraamt een groep bezorgde Nederlanders in het geheim plannen om Nederlands-Indië te behouden en een oorlog te voorkomen. Henry Meertens is een communist en net terug uit Batavia. Hij is in het bezit van een enorme hoeveelheid gestolen juwelen en wil met gelijkgezinden een huurlingenleger opzetten om de macht in Indië over te nemen om er een communistisch bewind van te maken. Na de verdwijning van een geheim agent wordt Arnie Springer, voormalig geheim agent, bij vicepremier Drees ontboden. Springer krijgt er een bandopname te horen, gaat op onderzoek uit en probeert, niet zonder gevaar, te voorkomen dat de plannen ten uitvoer worden gebracht.
De onderkoning van Indië is het tweede boek dat deel uitmaakt van een drieluik over de dekolonisatie van Nederlands-Indië. Vaak is het raadzaam en zelfs noodzakelijk om trilogieën op volgorde van verschijnen te lezen. Dit boek is daar een van de weinige uitzonderingen op en kan dus los van de andere gelezen worden. Natuurlijk, er zijn wel een paar terugkerende personages, waaronder Arnie Springer en de Baron, maar er is geen enkele verwijzing naar het verhaal in het voorgaande boek. Wie dit boek afzonderlijk van het andere leest, merkt aan enkele minieme bijzonderheden wel dat er iets aan voorafgegaan moet zijn of dat deze een geschiedenis hebben. Wat dat dan is, wordt niet uiteengezet, is in principe ook niet noodzakelijk en zeker niet storend.
Het verhaal wordt verteld vanuit de perspectieven van de later verdwenen geheim agent Ronnie Gunawan, van de communist Henry Meertens van Arnie Springer. Alleen het verhaal van Arnie wordt verteld in de ik-vorm en daardoor is het geen moment onduidelijk wie op dat moment de belangrijkste rol heeft. Dat Tomas Ross zijn vak beheerst, blijkt uit alles. Op de kleinste details die eerder in de verhaallijn gebruikt, komt hij later, als het van toepassing is, weer terug. De historische feiten, hoe klein en futiel ze ook zijn, kloppen allemaal. Alleen hieruit al valt op te maken dat de auteur zijn research perfect in orde heeft.
Zonder dat De onderkoning van Indië een lesje in geschiedenis is, komt de lezer meer te weten over wat zich niet lang na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië heeft afgespeeld. Dat deze non-fictie in een verder fictief verhaal is verpakt, maakt deze niet onbelangrijke historie een stuk toegankelijker. Hierbij kan de lezer zichzelf afvragen wat wel én wat niet waar is. De fictie in het verhaal lijkt soms waarheid te zijn. En soms is de waarheid misschien wel fictief. Dit bijzonder leesbaar geschreven boek bewijst in ieder geval opnieuw dat Tomas Ross tot de beste Nederlandse thrillerauteurs behoort.
Reageer op deze recensie