Fitzek op zijn best
Sebastian Fitzek is in Duitsland de meest gelezen psychologische thrillerauteur, maar ook wereldwijd is hij zeer succesvol. Zijn boeken, waarvan er miljoenen zijn verkocht, worden in ongeveer dertig talen uitgebracht en met lovende kritieken beoordeeld. In 2005 was hij co-auteur van het non-fictieboek Professor Udolphs Buch der Namen en een jaar later debuteerde hij als zelfstandig auteur met de thriller De therapie – waarvoor hij in de wachtkamer van een orthopedisch chirurg de inspiratie kreeg. De patiënt, zijn nieuwste in het Nederlands vertaalde thriller, verscheen begin februari 2020.
Wanneer de zesjarige Max Berkhoff een legobouwwerk aan zijn buurmeisje Anna wil laten zien, verdwijnt hij spoorloos. Niet lang daarna bekent Guido Tramnitz een aantal moorden, en de politie vermoedt dat hij ook verantwoordelijk is voor de verdwijning van Max. Hij belandt in het psychiatrisch gevangenisziekenhuis, waar Max’ vader een paar maanden later undercover gaat. Hij wil Tramnitz te spreken krijgen om te achterhalen wat er precies met zijn zoon is gebeurd. Het loopt echter volkomen anders dan hij zich vooraf had voorgesteld.
Hun kinderen zijn voor de meeste ouders het belangrijkste in hun leven. ‘Daar heb ik alles voor over,’ hoor je dan ook vaak. Till Berkhoff, de vader van Max, is een van die ouders. Maar om je nu vrijwillig op te laten nemen in een forensisch psychiatrische kliniek gaat wel heel erg ver. Dit is echter wat hij doet, met alle gevolgen van dien. Want eenmaal geïnfiltreerd overkomt hem van alles en lijkt hij zijn leven zelfs niet zeker.
Fitzek zorgt daarbij voor de ene na de andere plotwending. De lezer weet, net als Till, op een gegeven moment niet meer waar hij aan toe is. Je wordt keer op keer verrast en zekerheden zijn er niet. Hoewel er (ongeveer honderd bladzijden voor het eind) wel een vermoeden kan ontstaan over de identiteit van Till. Maar zelfs daarna lukt het de auteur om de lezer te laten twijfelen aan die gedachtenspinsel.
Alle onverwachte ontwikkelingen, de vele psychologische spelletjes en de spannende momenten zorgen ervoor dat de lezer van het eerste tot en met het laatste hoofdstuk aan het verhaal gekluisterd blijft. Vanzelfsprekend is ook de schrijfstijl daar debet aan, die behalve beeldend ook meeslepend en pakkend is.
Dat het verhaal vanuit verschillende perspectieven wordt verteld, is zonder meer een pré. De spanning, die in het begin al is ontstaan, blijft daardoor gehandhaafd. De cliffhangers die aan het eind van veel hoofdstukken verschijnen hebben daarop alleen maar een versterkend effect. Psychologische thrillers staan in de regel niet bekend om hun snelheid, maar door de korte hoofdstukken en de perspectiefwisselingen is het tempo in De patiënt heel behoorlijk. Een adempauze lijkt de lezer niet altijd gegund.
Het aantal personages dat in het verhaal voorkomt, is redelijk beperkt en daardoor blijft het overzichtelijk. Over een paar van hen, waaronder Till en Tramnitz, komt de lezer meer te weten, vooral omdat zij de belangrijkste rol in het verhaal hebben. Beiden zijn – ongeacht of ze wel of niet sympathiek zijn – interessant en bijzonder sterk neergezet. De wat minder prominent aanwezige personages doen in wezen niet veel voor hen onder, want ook zij intrigeren, zijn veelzijdig en hebben hun verrassende kanten.
Gedurende de hele plot, maar vooral richting de ontknoping, vraagt de lezer zich continu af wat er wel en wat er niet klopt. De auteur weet hen met De patiënt, in een zeer goede vertaling van Michel Bolwerk, continu bezig te houden waardoor het er alle schijn van heeft dat ook met hem een psychologisch spel wordt gespeeld. Het is Fitzek op zijn best.
Reageer op deze recensie