Boeiend en intrigerend
Over de locatie van De stenen goden, het in maart 2022 verschenen afsluitende deel van de 'Latijns-Amerika'-trilogie hoefde Jeroen Windmeijer niet lang na te denken. Paaseiland (Rapa Nui) heeft namelijk alles wat hij in zijn boeken zoekt: religie, mythologie, een geschiedenis die voor een groot deel nog onbekend is en het is een eiland dat, mede door de reusachtige voorouderbeelden, tot de verbeelding spreekt. Dat het op 5 april 2022 precies driehonderd jaar geleden is dat Jacob Roggeveen Paaseiland als eerste westerling in zicht had, is een aardige bijkomstigheid.
Monique Fierloos, conservator bij het Zeeuws Museum in Middelburg, bereidt een tentoonstelling voor over Jacob Roggeveen en Paaseiland. De beste beeldhouwer van het eiland, Hotu Nui, is overgekomen om een moai voor het museum te maken. Er ontstaat een controverse over dit beeld, maar ook over een klein beeldje dat veertig jaar eerder gevonden is. Tegelijkertijd bevindt de Middelburgse student culturele antropologie Anthoni Eskens zich drie weken op Paaseiland voor zijn afstudeeronderzoek. Hij komt erachter dat de oorsprong van de moai, de reusachtige beelden, ter discussie staat en dat het niet bij woorden alleen blijft.
De korte proloog, waarin een kleine moai wordt gevonden, geeft de mysterieuze sfeer waar het verhaal van doordrenkt is al enigszins weer. De lezer wordt meteen nieuwsgierig gemaakt en vraagt zich af wat voor geheimzinnigs of onverklaarbaars hem allemaal te wachten staat. De twee hierop volgende verhaallijnen, afwisselend verteld vanuit de perspectieven van antropologiestudent Anthoni Eskens en conservator Monique Fierloos, doen wat de mystiek betreft niet onder voor de inleiding. Het verschil is – uiteraard – dat steeds duidelijker wordt welke rol het beeldje in het geheel speelt. Samen met de geschiedenis van Paaseiland is dit stenen figuurtje overigens het enige dat beide subplots met elkaar verbindt.
Ondanks een paar onverwachte momenten die voor een lichte spanning zorgen, lijkt het erop dat het spanningsveld in De stenen goden grotendeels ondergeschikt is gemaakt aan het informatieve en mysterieuze karakter van de plot. De auteur geeft bijzonder veel interessante informatie over onder andere de reusachtige voorouderbeelden, het leven van Jacob Roggeveen en zijn 'ontdekking' van Rapa Nui, maar ook enkele theorieën over de zondvloed. En passant benoemt hij tevens een aantal actuele thema’s, zoals de microplastics, de klimaatverandering en de roofkunst in musea. Pas aan het eind van het verhaal, wanneer zowel in Middelburg als op Paaseiland enkele dreigende situaties ontstaan, hebben de thrillerkenmerken de overhand en wordt het aanzienlijk spannender.
Behalve aan de voornoemde theoretische feiten en hypothesen besteedt Windmeijer eveneens voldoende aandacht aan de personages en hun onderlinge verstandhouding. Zonder dat er uitvoerig op hun karakters ingegaan wordt, krijg je zonder meer een goede indruk van hen en heb je snel door dat sommigen zich iets beter – of op zijn minst anders – voordoen dat ze werkelijk zijn. Dat maakt hen in bepaald opzicht tot ietwat markante, wellicht zelfs dubieuze, persoonlijkheden. In de ontknoping en epiloog blijkt dat deze karakterschets niet geheel ten onrechte is. Voor het verhaal is het goed dat ze erin voorkomen, want ze fungeren als mooie tegenhanger op degenen die geen dubbele agenda hebben.
Mede dankzij de korte hoofdstukken en de fijne, toegankelijke schrijfstijl leest De stenen goden erg vlot. Doordat het boek een informatief en leerzaam karakter heeft, lijkt het niet voor de volle honderd procent een thriller te zijn. Maar het mysterie rond Paaseiland en de voorouderbeelden zorgen daarentegen wel voor een spanningsboog die de lezer bezighoudt vanaf het begin tot en met het zowel spannende, dramatische als onrechtvaardige einde. Al met al weet Windmeijer opnieuw te boeien en te intrigeren.
Reageer op deze recensie