Ondermaatse Grisham
In 2017 sloeg John Grisham, tot dan toe overwegend bekend vanwege zijn juridische thrillers, een geheel andere weg in. Dat jaar stapte hij namelijk over naar het schrijven van boeken waarin een of meer moorden centraal staan, en Het eiland was het eerste van zijn nieuwe succesformule. In deze thriller staat het fictieve eiland Camino Island (waar het werkelijk bestaande Amelia Island overigens model voor staat) centraal. In De storm, dat in juni 2020 is verschenen en vertaald is door Jolanda te Lindert, keert hij terug naar het eiland.
De orkaan Leo teistert zijn omgeving en wijkt regelmatig van zijn pad af. Zo komt het dat Leo ook over Camino Island raast, en er voor veel schade en een aantal dodelijke slachtoffers zorgt. Een van hen is Nelson Kerr, een schrijver die bevriend is met Bruce Cable, de eigenaar van Bay Books. Hij heeft een aantal wonden die niet door de storm veroorzaakt kunnen zijn. Bruce gaat op onderzoek uit, vermoedt dat de moord op zijn vriend wel eens te maken kan hebben met zijn nieuwe boek en doet vervolgens een verbijsterende ontdekking.
Hoewel De storm zich net als Het eiland op Camino Island afspeelt en er gedurende de plot ook enkele verwijzingen naar dat voorgaande deel voorkomen, kan deze sequel onmogelijk een vervolgdeel genoemd worden. Natuurlijk, er zijn overeenkomsten, want de setting en de belangrijkste personages zijn hetzelfde, maar goed beschouwd blijft het daar dan ook bij. Het verhaal in deze tweede Camino Island-thriller staat op zichzelf en waar nodig geeft Grisham een korte toelichting op wat zich in het voorgaande boek heeft afgespeeld. Dit is ruim voldoende om niet het gevoel te krijgen iets te missen.
Net als zijn voorganger is De storm een luchtig geschreven thriller, ditmaal overgoten met een wat flauw feelgood-sausje. Het verhaal kabbelt rustig voort zonder dat het echt verheffend en verrassend wordt. Spannende situaties doen zich eigenlijk niet voor, of het moeten de hoofdstukken zijn waarin de storm van zich laat horen. Tot halverwege is het gewoon een aardig, maar vrij simpel verhaal waarin het vooral over de eilandbewoners en de soms desastreuze gevolgen van de storm gaat. Daarna wordt het, zonder tot grote hoogte te stijgen, iets boeiender en zijn er zelfs enkele fragmenten die doen denken aan de oude Grisham; zoals hij was toen hij nog juridische thrillers schreef. Dan merk je ook dat de auteur op zijn best is als hij over advocaten en ondervragingen kan schrijven – het is immers niet voor niets zijn expertise en iets waarmee hij groot geworden is.
Met het concept van het verhaal is in principe niet zo veel mis. Een moord die tijdens een allesverwoestende storm gepleegd wordt, maar vooral de misstanden binnen de farmaceutische industrie bieden voldoende mogelijkheden om er een spannende en verrassende thriller van te maken. Grisham heeft hier echter geen gebruik van gemaakt, hetgeen tot gevolg heeft dat het allemaal tamelijk oppervlakkig blijft. Dat geldt deze keer ook voor de personages, waarvan enkele zelfs redelijk ongeloofwaardig zijn. Want wie denkt er tijdens het hoogtepunt van een orkaan nou aan om eens goed aan de drank te gaan, iets waar ze zich sowieso al flink aan bezondigen. Verder geeft de auteur nogal af op de politie; hij schetst ze als dom en onkundig. Hierdoor krijg je de indruk dat hij zijn eigen mening in het verhaal ventileert.
Dat de auteur een keer wat anders wil schrijven dan alleen maar juridische thrillers is te billijken en te begrijpen. Dat hij dit kan heeft hij eerder al bewezen, maar omdat De storm op veel fronten ondermaats is, kun je daar deze keer wel je vraagtekens bij zetten.
Reageer op deze recensie