Lezersrecensie
Lijkt vooral voor auteur zelf geschreven te zijn
In 2011, vlak voordat auteur Jan Brokken voor de tweede keer naar Indonesië vertrok, kreeg hij van zijn tante Noor, de iets jongere zus van zijn in 1983 overleden moeder Olga, een stapeltje brieven uitgereikt, met als reden dat hij nog altijd naar haar op zoek is, dat hij nooit ontdekt heeft wie ze eigenlijk was. Olga heeft gedurende haar verblijf in voormalig (Nederlands) Indië, waar ze jarenlang met haar man Han verbleef, van 1935 tot 1940 regelmatig met haar zus gecorrespondeerd en hiervan zijn achtendertig brieven bewaard gebleven. Omdat de auteur zijn moeder alleen van na die periode kent, wilde hij erachter komen hoe ze destijds was. Hij nam de brieven door, bezocht in hedendaags Indonesië diverse locaties waar zijn ouders gewoond hebben en las eveneens een groot aantal boeken. Zijn bevindingen heeft hij weergegeven in de in 2021 uitgebrachte novelle De tuinen van Buitenzorg.
Voordat de auteur met zijn eigenlijke en spreekwoordelijke zoektocht begint, vertelt hij enkele algemeenheden over zijn moeder, zoals bijvoorbeeld de samenstelling van het gezin waarin ze is opgegroeid en haar studie van de Indische talen (wat haar behoorlijk gemakkelijk afging). Bovenal heeft hij het aan het begin van het boek veel over zijn eigen voorliefde voor botanische tuinen en hoe dit gekomen is. Het meeste daarvan is vrij informatief en theoretisch en zal de gemiddelde lezer derhalve niet zo heel erg veel zeggen. Dit geldt nog meer voor de relatief grote hoeveelheid hoofdstukken die over allerlei componisten van klassieke muziek gaan, met name de Pools/Amerikaanse pianist Leopold Godowsky. Voor de liefhebber zal dit ongetwijfeld boeiend zijn, maar de doorsneelezer zegt het allemaal weinig. Dergelijke lappen tekst zijn daarnaast behoorlijk saai en hebben in wezen weinig met de zoektocht naar Olga te maken, of het moet al zijn dat ze geregeld naar dergelijke muziek luisterde en tevens concerten bezocht.
Het meest interessant zijn de beschrijvingen die aangeven hoe het leven in verschillende plaatsen en op enkele eilanden in Indië is geweest. De lezer krijgt hierdoor een globale indruk hoe Olga en Han er hun tijd hebben doorgebracht en wat ze zoal deden, waarbij Brokken zich uiteraard vooral richt op zijn moeder. Toch zegt dit je in principe niet zo heel erg veel, want als buitenstaander heb je feitelijk niets met de familie van de auteur, ze zijn immers volslagen onbekenden. Diverse verhandelingen over de religie van het land zijn over het algemeen boeiend en leerzaam, hoewel de namen die daarbij genoemd worden weinig belletjes doen rinkelen. De fragmenten over de oorlogsjaren (’40-’45) zijn daarentegen een stuk aansprekender, want over deze geschiedenis is bij velen veel meer bekend. Wat Brokken hierover vertelt, stemt bepaald niet altijd vrolijk, temeer omdat zijn ouders door de Japanse bezetters in een jappenkamp zijn ondergebracht en waar ze diverse ontberingen hebben moeten doorstaan.
De naspeuringen naar wie zijn moeder was voordat ze – gedwongen – terug naar Nederlands kwam, hebben Brokken veel opgeleverd, want mede dankzij de brieven heeft hij een beter, en misschien ook wel ander, beeld van haar gekregen. Per slot van rekening ging het hem daar ook om en daarom is hij in zijn missie wel geslaagd. Voor de neutrale lezer is De tuinen van Buitenzorg niet veel meer dan een aardige novelle die vooral geschreven is om de nieuwsgierigheid en onwetendheid van de auteur te bevredigen.
Voordat de auteur met zijn eigenlijke en spreekwoordelijke zoektocht begint, vertelt hij enkele algemeenheden over zijn moeder, zoals bijvoorbeeld de samenstelling van het gezin waarin ze is opgegroeid en haar studie van de Indische talen (wat haar behoorlijk gemakkelijk afging). Bovenal heeft hij het aan het begin van het boek veel over zijn eigen voorliefde voor botanische tuinen en hoe dit gekomen is. Het meeste daarvan is vrij informatief en theoretisch en zal de gemiddelde lezer derhalve niet zo heel erg veel zeggen. Dit geldt nog meer voor de relatief grote hoeveelheid hoofdstukken die over allerlei componisten van klassieke muziek gaan, met name de Pools/Amerikaanse pianist Leopold Godowsky. Voor de liefhebber zal dit ongetwijfeld boeiend zijn, maar de doorsneelezer zegt het allemaal weinig. Dergelijke lappen tekst zijn daarnaast behoorlijk saai en hebben in wezen weinig met de zoektocht naar Olga te maken, of het moet al zijn dat ze geregeld naar dergelijke muziek luisterde en tevens concerten bezocht.
Het meest interessant zijn de beschrijvingen die aangeven hoe het leven in verschillende plaatsen en op enkele eilanden in Indië is geweest. De lezer krijgt hierdoor een globale indruk hoe Olga en Han er hun tijd hebben doorgebracht en wat ze zoal deden, waarbij Brokken zich uiteraard vooral richt op zijn moeder. Toch zegt dit je in principe niet zo heel erg veel, want als buitenstaander heb je feitelijk niets met de familie van de auteur, ze zijn immers volslagen onbekenden. Diverse verhandelingen over de religie van het land zijn over het algemeen boeiend en leerzaam, hoewel de namen die daarbij genoemd worden weinig belletjes doen rinkelen. De fragmenten over de oorlogsjaren (’40-’45) zijn daarentegen een stuk aansprekender, want over deze geschiedenis is bij velen veel meer bekend. Wat Brokken hierover vertelt, stemt bepaald niet altijd vrolijk, temeer omdat zijn ouders door de Japanse bezetters in een jappenkamp zijn ondergebracht en waar ze diverse ontberingen hebben moeten doorstaan.
De naspeuringen naar wie zijn moeder was voordat ze – gedwongen – terug naar Nederlands kwam, hebben Brokken veel opgeleverd, want mede dankzij de brieven heeft hij een beter, en misschien ook wel ander, beeld van haar gekregen. Per slot van rekening ging het hem daar ook om en daarom is hij in zijn missie wel geslaagd. Voor de neutrale lezer is De tuinen van Buitenzorg niet veel meer dan een aardige novelle die vooral geschreven is om de nieuwsgierigheid en onwetendheid van de auteur te bevredigen.
1
Reageer op deze recensie