Gaat als een nachtkaars uit
Het kostte de Amerikaanse auteur John Langan moeite om zijn in 2009 verschenen debuut, House of windows, bij een uitgever onder te brengen. Voor de een lag het aan het horrorgenre, voor de ander was het literaire karakter een drempel. Misschien ten onrechte, want het genre heeft hem wel een nominatie opgeleverd voor de Bram Stoker Award en was hij tevens finalist voor de International Horror Guild Award. Voor dit debuut schreef hij vooral korte verhalen en essays. Daarbij heeft hij zich voornamelijk op het horror- en fantasygenre gericht. De visser is het eerste werk van hem dat in het Nederlands vertaald is.
Na het overlijden van zijn vrouw Marie nam Abe op een ochtend het plotselinge besluit om te gaan vissen. Aanvankelijk alleen, maar later samen met zijn collega en latere vriend Dan, wiens gezin bij een ongeluk omgekomen is. Ze wisselen diverse visstekken af tot Dan voorstelt om een keer naar Dutchman's Creek te gaan. Een plek waarover verschillende bizarre en mysterieuze verhalen rondgaan. Op de dag dat ze daar naartoe willen gaan, vertelt Howard, de eigenaar van een restaurant, hen een van deze verhalen. Het duo, niet wetend wat hen daar te wachten staat, laat zich niet weerhouden en gaat naar Dutchman's Creek om er zelf op onderzoek te gaan. Maar hadden ze dat beter niet kunnen doen?
Het eerste van de drie delen van het verhaal is een regelrechte lofzang op het vissen als bezigheid. Naast de kennismaking met de personages Abe en Dan gaat het dan vooral over enkele technische aspecten daarvan. Wellicht boeiend voor hen die van vissen houden, maar niet aansprekend en ronduit vervelend voor lezers die hier niets mee hebben. Aan het eind van dit deel lijkt zich een interessante ontwikkeling voor te doen, wordt het iets boeiender en is het zelfs mogelijk dat de lezer nieuwsgierig wordt naar het vervolg. Vergeefse hoop, want zodra deel twee begint, zakt het verhaal weer zienderogen in en verzandt het, op een enkele opleving na, in een traag en saai relaas. In het laatste deel van het verhaal, en dan vooral wanneer de ontknoping dichterbij komt, laat Langan zijn fantasie de vrije loop en wordt het steeds onwerkelijker en waanzinniger. Er zijn zelfs momenten dat er hoegenaamd geen touw meer aan vast te knopen is waardoor de auteur de lezer in verwarring achterlaat.
Is er dan werkelijk niets positiefs over het boek te vertellen. Natuurlijk wel. Want de interactie die tussen Abe en Dan bestaat, is een van de boeiendste delen van het verhaal en ook de persoonlijke drama's van beide weduwnaars spreken meer aan dan het overgrote deel van het boek. De lezer kan zich van deze tragiek in ieder geval wel een voorstelling maken. Alleen al om het feit dat deze gebeurtenissen dichter bij de mensheid staan dan de fantasierijke vertellingen over allerlei monsters en wangedrochten.
De schrijfstijl van Langan is in De visser, dat door Roelof Posthuma vertaald is, nogal wisselvallig. Het taalgebruik in het begin is moeizaam waardoor het vervelend en wollig overkomt. De auteur treedt te veel in details en corrigeert de ik-figuur, Abe, zichzelf regelmatig. Overbodigheden die voorkomen kunnen worden door minder uitgebreid en directer te zijn. Dat was de duidelijkheid zonder twijfel ten goede gekomen. Hoewel het door Howard vertelde verhaal vrij uitvoerig en traag is, is dit wél in heldere en begrijpelijke taal geschreven.
Het ontbrekende tempo, de onsamenhangende frasen, de over het algemeen niet inspirerende schrijfstijl en de vele onrealistische situaties zijn er de oorzaak van dat het boek nergens spannend wordt. Langan heeft met een mix van bovennatuurlijke elementen, aanzienlijke hoeveelheden horror en fantasy geprobeerd om De visser de kenmerken van een thriller te geven. Dat is mislukt en mede daardoor gaat het verhaal als een nachtkaars uit.
Reageer op deze recensie