Complex, verwarrend en onduidelijk
Het schrijversdebuut van de Britse auteur Frederick Forsyth was niet zijn veelgeroemde thriller De dag van de Jakhals, maar The Biafra story, een non-fictieboek uit 1969 waarin hij zijn ervaringen met het conflict in dat land heeft verwerkt. Zijn debuutthriller uit 1971 betekende echter wel de grote doorbraak van de voormalig journalist en wordt gezien als de belangrijkste thriller in de geschiedenis. Een aantal van zijn boeken is verfilmd en met prijzen beloond. Begin februari 2019 verscheen De vos, zijn nieuwste thriller en tevens zijn zwanenzang als thrillerauteur.
Gepensioneerd adjunct-hoofd van de Britse geheime dienst Adrian Weston wordt ’s nachts wakker gebeld door de premier. De meest geheime databank van de NSA is gehackt en de verantwoordelijke daarvoor blijkt een achttienjarige jongen te zijn, die later de bijnaam De vos krijgt. De Amerikaanse regering wil dat hij wordt uitgeleverd, maar Weston weet hun president ervan te overtuigen dat hij hiervan afziet. Hij heeft namelijk andere plannen met de jongen. Dat zorgt ervoor dat er internationale conflicten dreigen te ontstaan, waarbij het leven van de hacker in gevaar komt.
Hoewel Forsyth al zijn verhalen op een typemachine geschreven heeft, gaat hij wel degelijk met de tijd mee. Want de rode draad in De vos is het al dan niet legaal of illegaal hacken van vijandelijke doelen. Cybercrime in optima forma. Behalve deze nog steeds actuele handeling heeft de auteur ook andere zaken in de thriller verwerkt die de laatste jaren veel aandacht hebben gekregen, waaronder crowdfunding en de Brexit. Dit is echter niet het belangrijkste in het verhaal, verre van zelfs. De meeste aandacht gaat uit naar de onderlinge machtsverhoudingen tussen Amerika, Rusland, Iran en Noord-Korea, waarbij hun leiders niet bij naam genoemd worden, maar wel overduidelijk herkenbaar is wie de auteur bedoelt.
In principe kan dit een interessante en boeiende spionagethriller opleveren, want dat is waar het vooral om draait. De eerste paar bladzijden lijken dat ook te bevestigen, maar al snel verzandt het verhaal in een koele en zakelijke opsomming van feiten en wetenswaardigheden. Daardoor heeft De vos bij tijd en wijle veel weg van een geschiedenisles en een handboek spionage. Dat maakt het lezen er niet gemakkelijker op. Ook een overtal aan personages en verhaallijnen met diverse zijpaden, zorgt voor veel complexiteit, verwarring en onduidelijkheid. De auteur heeft aan het eind van het boek niet voor niets een ruim vier pagina’s lange lijst van karakters en organisaties opgenomen. Dat is al erg veelzeggend.
Het staat buiten kijf dat Forsyth een vakkundig schrijver is en dat hij voor dit boek meer dan voldoende research heeft gepleegd. De huidige toestand in de wereld levert daardoor een realistisch verhaal op, dat echter wel wordt ontsierd door de inzet van een puber met autisme. Alles rondom deze jongen en zijn familie, maar ook de nogal gezochte ontknoping, doen weer afbreuk aan het realiteitsgehalte. De vos, dat vertaald is door Guus van der Made, is in beginsel Forsyths laatste spionagethriller en dat is misschien maar goed ook.
Reageer op deze recensie