Lezersrecensie
Debuut dat niet veel indruk maakt
Zolang Laure van Rensburg zich het kan herinneren heeft met regelmaat geschreven, maar de ambitie om schrijfster te worden was er eigenlijk nooit. Het bloed kroop echter waar het gaan kon en rond 2018 besloot ze haar schrijfactiviteiten weer op te pakken in de hoop dat er iets van haar hand gepubliceerd zou worden. Dit lukte, want enkele van haar korte verhalen verschenen in verschillende tijdschriften en in 2024 werd haar debuut Een lang weekend, waarvoor ze haar inspiratie uit eigen ervaringen en die van andere vrouwen putte, uitgebracht.
De jonge universiteitsstudente Ellie onderhoudt een relatie met de veel oudere Steven, een docent op een school voor leerlingen uit de hogere kringen van Manhattan. Ze besluiten om, voor het eerst, samen een weekend weg te gaan zodat ze meer over elkaar te weten kunnen komen. Als ze ter plekke zijn, breekt er flinke sneeuwstorm los en zijn ze aan zichzelf overgeleverd. Ze kunnen zo goed als niet weg en telefonisch bereik hebben ze niet. Op de tweede dag blijkt dat beiden een geheim hebben te verbergen en hun gezamenlijke weekend dreigt te verzanden in een nachtmerrie waar een van hen niet ongeschonden uit zal komen.
De korte proloog geeft, vanuit het oogpunt van een politieman, een globale indruk van een gewelddadig voorval waarbij het er ogenschijnlijk nogal ruig aan toe moet zijn gegaan. Hierdoor wordt de lezer enigszins nieuwsgierig gemaakt, maar ook niet meer dan dat alleen. Dan maakt het verhaal een sprongetje naar het verleden, wat overigens niet aangegeven wordt, maar uit het verloop van de gebeurtenissen wel duidelijk wordt. Vanaf dat moment wordt de plot door de twee personages Ellie en Steven verteld en ieder van hen geeft een weergave van de omstandigheden zoals zij of hij het ziet. Je kunt dus al vrij snel op je klompen aanvoelen dat er een conflictsituatie gaat ontstaan, zeker als je de inleiding ook nog eens in gedachten houdt.
Het boek is, de proloog niet meegerekend, in drie dagen onderverdeeld – het lange weekend dus. Tijdens de eerste dag gebeurt er in feite bar weinig en kabbelt het verhaal gezapig voor. De volgende dag is anders dan de voorgaande, want de avond ervoor heeft zich iets voorgedaan waardoor de omstandigheden voor een van de twee drastisch anders is geworden. Doordat de lezer al kennis heeft van de inleiding en de korte beschrijving op de achterflap is dit eigenlijk niet heel erg verrassend. Pas op de laatste dag komen de eerste thrillerkenmerken om de hoek kijken en heeft het verhaal een paar spannende momenten, zij het minimaal. Voor het zover is, probeert de auteur door middel van enkele beoogde plotwendingen wel wat spanning te creëren, maar dit komt absoluut niet uit de verf.
Een van de belangrijkste reden voor deze mislukking is de schrijfstijl die Van Rensburg hanteert. Vanaf het begin is het taalgebruik bijzonder bloemrijk, hetgeen op zich geen probleem hoeft te zijn, maar ze draaft daarin echter danig door, met name tijdens de eerste twee dagen. Dit alles gaat ten koste van het tempo en de eventuele spanning. Pas in de eindfase laat de auteur zien dat ze ook op een andere manier kan schrijven, want de bombastische zinnen zijn dan volledig afwezig. Hierdoor is deze fase veel levendiger en kan de lezer zich aanmerkelijk beter in de personages en gebeurtenissen inleven. Nochtans is het leed dan al geschied, want wat in principe mooi had kunnen zijn, is dan al kapot geschreven.
Voor een groot deel is Een lang weekend behoorlijk voorspelbaar en tezamen met de diverse andere omissies is dit geen debuut dat erg veel indruk maakt. Het thema is goed gekozen, de boodschap die de auteur over wil brengen, is eveneens prima, maar de uitwerking van het geheel laat danig te wensen over.
De jonge universiteitsstudente Ellie onderhoudt een relatie met de veel oudere Steven, een docent op een school voor leerlingen uit de hogere kringen van Manhattan. Ze besluiten om, voor het eerst, samen een weekend weg te gaan zodat ze meer over elkaar te weten kunnen komen. Als ze ter plekke zijn, breekt er flinke sneeuwstorm los en zijn ze aan zichzelf overgeleverd. Ze kunnen zo goed als niet weg en telefonisch bereik hebben ze niet. Op de tweede dag blijkt dat beiden een geheim hebben te verbergen en hun gezamenlijke weekend dreigt te verzanden in een nachtmerrie waar een van hen niet ongeschonden uit zal komen.
De korte proloog geeft, vanuit het oogpunt van een politieman, een globale indruk van een gewelddadig voorval waarbij het er ogenschijnlijk nogal ruig aan toe moet zijn gegaan. Hierdoor wordt de lezer enigszins nieuwsgierig gemaakt, maar ook niet meer dan dat alleen. Dan maakt het verhaal een sprongetje naar het verleden, wat overigens niet aangegeven wordt, maar uit het verloop van de gebeurtenissen wel duidelijk wordt. Vanaf dat moment wordt de plot door de twee personages Ellie en Steven verteld en ieder van hen geeft een weergave van de omstandigheden zoals zij of hij het ziet. Je kunt dus al vrij snel op je klompen aanvoelen dat er een conflictsituatie gaat ontstaan, zeker als je de inleiding ook nog eens in gedachten houdt.
Het boek is, de proloog niet meegerekend, in drie dagen onderverdeeld – het lange weekend dus. Tijdens de eerste dag gebeurt er in feite bar weinig en kabbelt het verhaal gezapig voor. De volgende dag is anders dan de voorgaande, want de avond ervoor heeft zich iets voorgedaan waardoor de omstandigheden voor een van de twee drastisch anders is geworden. Doordat de lezer al kennis heeft van de inleiding en de korte beschrijving op de achterflap is dit eigenlijk niet heel erg verrassend. Pas op de laatste dag komen de eerste thrillerkenmerken om de hoek kijken en heeft het verhaal een paar spannende momenten, zij het minimaal. Voor het zover is, probeert de auteur door middel van enkele beoogde plotwendingen wel wat spanning te creëren, maar dit komt absoluut niet uit de verf.
Een van de belangrijkste reden voor deze mislukking is de schrijfstijl die Van Rensburg hanteert. Vanaf het begin is het taalgebruik bijzonder bloemrijk, hetgeen op zich geen probleem hoeft te zijn, maar ze draaft daarin echter danig door, met name tijdens de eerste twee dagen. Dit alles gaat ten koste van het tempo en de eventuele spanning. Pas in de eindfase laat de auteur zien dat ze ook op een andere manier kan schrijven, want de bombastische zinnen zijn dan volledig afwezig. Hierdoor is deze fase veel levendiger en kan de lezer zich aanmerkelijk beter in de personages en gebeurtenissen inleven. Nochtans is het leed dan al geschied, want wat in principe mooi had kunnen zijn, is dan al kapot geschreven.
Voor een groot deel is Een lang weekend behoorlijk voorspelbaar en tezamen met de diverse andere omissies is dit geen debuut dat erg veel indruk maakt. Het thema is goed gekozen, de boodschap die de auteur over wil brengen, is eveneens prima, maar de uitwerking van het geheel laat danig te wensen over.
1
Reageer op deze recensie