Niet uniek, wel interessant
Na de middelbare school, die Chris Carter in Brazilië heeft gevolgd, verhuisde hij naar de Verenigde Staten en volgde daar een studie psychologie met als specialisme crimineel gedrag. Hierna werkte hij als psycholoog en speelde gitaar in enkele bekende glamrockbands. Hoewel hij nooit de ambitie heeft gehad auteur te worden, besloot hij in 2007 op aanraden van zijn toenmalige vriendin met schrijven te gaan beginnen. Uiteindelijk verscheen twee jaar later zijn thrillerdebuut De crucifix-killer, dat in april 2021 onder de titel Handtekening van het kwaad is heruitgebracht.
Rechercheur Robert Hunter wordt naar een afgelegen plek geroepen waar in een oud houten huis het zwaar verminkte lichaam van een jonge vrouw wordt gevonden. In haar nek is een symbool gekerfd dat eruit ziet als twee kruisen in één. Dit teken is een paar jaar eerder ook gebruikt door een door Hunter gearresteerde en tot de doodstraf veroordeelde seriemoordenaar. Het lijkt er nu echter op dat de werkelijke dader nog altijd vrij rondloopt en opnieuw met zijn spel begonnen is. Samen met zijn partner Carlos Garcia probeert Hunter nieuwe moorden te voorkomen.
Handtekening van het kwaad begint met twee erg korte, maar spannende hoofdstukken. Rechercheur Robert Hunter krijgt namelijk een telefoontje dat hem dusdanig verontrust waardoor hij in grote haast naar een locatie elders in Los Angeles vertrekt. Eenmaal daar merkt hij al snel dat er een spelletje met hem wordt gespeeld en dat tijd daarbij een belangrijke factor is. De auteur brengt de paniek die dat met zich meebrengt heel goed over.
Na die explosieve start belandt het verhaal in rustiger vaarwater. De auteur besteedt dan aandacht aan enkele omstandigheden, zoals de vondst van het lichaam van de vrouw en, als terugblik, de arrestatie en ondervraging van de anderhalf jaar geleden veroordeelde seriemoordenaar. Zonder dat Carter al te uitvoerig op hun verleden ingaat, worden Hunter en Garcia eveneens nader aan de lezer voorgesteld. De aan elkaar gekoppelde rechercheurs vormen een aardig duo, maar meer ook niet. Ze zijn, net als een aantal andere personages, nogal cliché. Hunter bijvoorbeeld voelt zich vaak alleen, drinkt vooral whisky en wil nog wel eens zijn eigen gang gaan. Eigenschappen die bij een rechercheur vaker voorkomen.
In het verhaal, dat vanuit verschillende perspectieven wordt verteld, is de spanningsboog niet continu gespannen. Op het begin en eind na, zijn het voornamelijk enkele momenten die daarvoor zorgen. Daarbij maakt de auteur regelmatig gebruik van plotwendingen en cliffhangers, maar ze hebben niet altijd het door hem beoogde effect. Toch verveelt Handtekening van het kwaad geen tel, daarvoor gebeurt er te veel, is het boeiend, bij vlagen intrigerend en is het zodanig opgebouwd dat je als lezer zonder meer nieuwsgierig blijft. Ondanks het feit dat de plot redelijk voorspelbaar en voor de hand liggend verloopt, doen zich wel een paar onverwachte ontwikkelingen voor. Het motief voor de moorden is nogal triviaal, maar daarentegen is de werkelijke identiteit van de seriemoordenaar verrassend.
Carter houdt er een nogal wisselvallige manier van schrijven op na. De ene keer is het beeldend en kan de lezer zich in de personages en de soms huiveringwekkende scènes inleven, de andere keer is het afstandelijker en lijkt het net alsof je een verslag leest. Het heeft er daarom alle schijn van dat de auteur nog op zoek is naar een eigen stijl. Handtekening van het kwaad, dat vertaald is door Lia Belt, is desondanks een niet unieke en opzienbarende, maar wel interessante start van een serie met Robert Hunter.
Reageer op deze recensie