Lezersrecensie
Zowel onderhoudend, aandoenlijk als aangrijpend
De Britse auteur Mark Haddon heeft vooral veel kinderboeken geschreven, maar hij werd wereldwijd bekend door Het wonderbaarlijke voorval van de hond in de nacht (2003), zijn eerste roman voor zowel volwassenen als jongeren. Voor dit boek heeft hij in datzelfde jaar de Whitbread Book of the Year Award heeft gewonnen.
Christopher Boone is een vijftienjarige jongen met een vorm van autisme. Hij is erg goed in wiskunde, wil hiervoor het vwo-examen Wiskunde-B1 doen. Aan de andere kant moet hij niets van grote mensenmassa’s hebben, wil niet dat iemand hem aanraakt en houdt niet van de kleuren geel en bruin. Hij moet ook helemaal niets hebben van een ongeregeld leventje. Zijn leefwereld wordt echter op z’n kop gezet als hij ontdekt dat Wellington, de hond van een buurvrouw, vermoord is.
Het eerste dat opvalt als je het boek openslaat, is de bijzondere en afwijkende nummering van de hoofdstukken. Je vraagt je af waarom dat is gedaan, maar uiteindelijk wordt dit wat verderop in de plot uitgelegd en dan weet je dat dit eigenlijk wel een leuke en originele vondst is en ook nog eens een die prima past bij protagonist Christopher Boone. De lezer leert deze vijftienjarige jongen erg goed kennen, want het verhaal wordt volledig vanuit zijn perspectief verteld. De roman, die eveneens heel goed kan doorgaan voor een jeugdboek (dit is een bewuste keuze van de auteur), begint er al meteen mee dat hij de poedel van de buurvrouw vindt. Dit zorgt ervoor dat er een klein beetje spanning ontstaat, want net als Christopher wil je zelf ook wel weten wie het hondje heeft omgebracht, al heb je op een bepaald moment in de plot wel een vermoeden, zonder dat daar overigens aanwijzingen voor zijn.
Behalve dat de vijftienjarige vertelt over het voorval met de hond, is er in feite nog een andere verhaallijn. Hierin komen voornamelijk de persoonlijke dingen van hem naar voren, wat hem allemaal bezighoudt, hoe hij denkt en doet, en waar hij wel en niet van houdt. De lezer neemt als het ware een kijkje in zijn hoofd en uit alles blijkt dat hij anders denkt en doet dan het merendeel van de mensen. Het is dus overduidelijk dat hij een vorm van autisme heeft. Iemand die hier kennis van heeft of bekend mee is, herkent veel van Christophers gedrag en diens doen en laten. Dat wiskunde een belangrijke plaats in zijn leven inneemt, keert regelmatig terug in de plot. Zo nu en dan wordt dit begeleid met een aantal wiskundige formules die voor een leek volstrekt onbegrijpelijk zijn en veelal als taai en saai zullen overkomen.
De schrijfstijl van Haddon is eenvoudig en geheel in lijn van de gedachtegangen van de jongen. Hierdoor kan de lezer zich volledig in zijn belevingswereld verplaatsten en komt het op geen enkel moment geforceerd of kinderlijk over. Zo nu en dan is wat er gebeurt grappig, waaruit op te maken valt dat de auteur een humoristische ondertoon niet schuwt, ondanks dat wat Christopher overkomt en ondervindt serieus en soms aandoenlijk is. In ieder geval weet hij de lezer wel voor zich in te nemen en heb je regelmatig met hem te doen, onder andere als het erop lijkt dat zijn vader en moeder hem niet altijd begrijpen of goed met hem om lijken te gaan.
Al met al is Het wonderbaarlijke voorval van de hond in de nacht een zowel onderhoudende als aandoenlijke en soms aangrijpende roman, waarin de lezer op een ongecompliceerde wijze deelgenoot wordt van het reilen en zeilen van een jongen met een vorm van autisme.
Christopher Boone is een vijftienjarige jongen met een vorm van autisme. Hij is erg goed in wiskunde, wil hiervoor het vwo-examen Wiskunde-B1 doen. Aan de andere kant moet hij niets van grote mensenmassa’s hebben, wil niet dat iemand hem aanraakt en houdt niet van de kleuren geel en bruin. Hij moet ook helemaal niets hebben van een ongeregeld leventje. Zijn leefwereld wordt echter op z’n kop gezet als hij ontdekt dat Wellington, de hond van een buurvrouw, vermoord is.
Het eerste dat opvalt als je het boek openslaat, is de bijzondere en afwijkende nummering van de hoofdstukken. Je vraagt je af waarom dat is gedaan, maar uiteindelijk wordt dit wat verderop in de plot uitgelegd en dan weet je dat dit eigenlijk wel een leuke en originele vondst is en ook nog eens een die prima past bij protagonist Christopher Boone. De lezer leert deze vijftienjarige jongen erg goed kennen, want het verhaal wordt volledig vanuit zijn perspectief verteld. De roman, die eveneens heel goed kan doorgaan voor een jeugdboek (dit is een bewuste keuze van de auteur), begint er al meteen mee dat hij de poedel van de buurvrouw vindt. Dit zorgt ervoor dat er een klein beetje spanning ontstaat, want net als Christopher wil je zelf ook wel weten wie het hondje heeft omgebracht, al heb je op een bepaald moment in de plot wel een vermoeden, zonder dat daar overigens aanwijzingen voor zijn.
Behalve dat de vijftienjarige vertelt over het voorval met de hond, is er in feite nog een andere verhaallijn. Hierin komen voornamelijk de persoonlijke dingen van hem naar voren, wat hem allemaal bezighoudt, hoe hij denkt en doet, en waar hij wel en niet van houdt. De lezer neemt als het ware een kijkje in zijn hoofd en uit alles blijkt dat hij anders denkt en doet dan het merendeel van de mensen. Het is dus overduidelijk dat hij een vorm van autisme heeft. Iemand die hier kennis van heeft of bekend mee is, herkent veel van Christophers gedrag en diens doen en laten. Dat wiskunde een belangrijke plaats in zijn leven inneemt, keert regelmatig terug in de plot. Zo nu en dan wordt dit begeleid met een aantal wiskundige formules die voor een leek volstrekt onbegrijpelijk zijn en veelal als taai en saai zullen overkomen.
De schrijfstijl van Haddon is eenvoudig en geheel in lijn van de gedachtegangen van de jongen. Hierdoor kan de lezer zich volledig in zijn belevingswereld verplaatsten en komt het op geen enkel moment geforceerd of kinderlijk over. Zo nu en dan is wat er gebeurt grappig, waaruit op te maken valt dat de auteur een humoristische ondertoon niet schuwt, ondanks dat wat Christopher overkomt en ondervindt serieus en soms aandoenlijk is. In ieder geval weet hij de lezer wel voor zich in te nemen en heb je regelmatig met hem te doen, onder andere als het erop lijkt dat zijn vader en moeder hem niet altijd begrijpen of goed met hem om lijken te gaan.
Al met al is Het wonderbaarlijke voorval van de hond in de nacht een zowel onderhoudende als aandoenlijke en soms aangrijpende roman, waarin de lezer op een ongecompliceerde wijze deelgenoot wordt van het reilen en zeilen van een jongen met een vorm van autisme.
2
Reageer op deze recensie