Meer dan alleen een (spionage)thriller
Op jonge leeftijd was Tomas Ross, een pseudoniem voor Willem Hogendoorn, al geïntrigeerd door Nederlands-Indië (na de onafhankelijkheid in 1950 Indonesië). Voor hem was het dus eigenlijk wel een vanzelfsprekendheid dat hij één of meer boeken zou schrijven waarin dat land en zijn historische gebeurtenissen een belangrijke plaats zouden innemen. Dat werd de 'Indië'-trilogie, waarvan het eerste deel in 2015 is verschenen. Zes jaar later, in januari 2021, werd Indisch requiem uitgebracht, een zelfstandig deel dat aansluit op het drieluik en waarin voormalig geheim agent Arnie Springer opnieuw een belangrijke rol heeft.
Na de soevereiniteitsoverdracht in december 1949 pleegt kapitein Raymond Westerling een mislukte coup tegen het bewind van Soekarno. Ondanks dat het verzet op de Zuid-Molukken het grootst is, lijkt het erop dat de president de republiek in november 1950 toch kan veroveren. Dan hoort Arnie Springer via de Buitenlandse Inlichtingendienst dat zijn jeugdvriend Ferry in Schotland verongelukt is, maar ook dat hij zich voor hem uitgaf bij zijn poging in contact te komen met een jonge Soedanese vrouw. Hij ontmoet haar en ze blijkt in het bezit te zijn van een tape met belastende informatie. Vanaf dat moment zijn ze niet meer zeker van hun leven.
Hoewel het woord vooraf, dat honderd procent waargebeurd is, niet specifiek bij het verhaal hoort, heeft het vanwege de strijd om de Zuid-Molukken en het Molukse ideaal er in geringe mate wel invloed op. De weerstand tegen Soekarno is op deze eilandengroep per slot van rekening het grootst, en de dreiging dat ze door hem veroverd kunnen worden is door Ross in Indisch requiem verwerkt. Zoals de lezer van de auteur gewend is, is het boek ook deze keer weer een mix van feit en fictie waardoor het grootste deel van het verhaal behoorlijk realistisch overkomt.
Indisch requiem is echter geen eenvoudig verhaal om te volgen. De vele personages – Ross heeft voor in het boek niet voor niets een indrukwekkend overzicht met namen vermeld – en de toch ook wel vrij complexe verhaallijn zorgen ervoor dat de aandacht van de lezer op geen enkel moment kan verslappen. Het houdt echter niet in dat het een taai en langdradig verhaal is, verre van zelfs. Naarmate de plot vordert, krijgt de lezer er steeds meer vat op waarbij enkele onverwachte en vooral interessante plotwendingen daarop alleen maar een versterkend effect hebben. Ondanks het ontbreken van een zinderende spanning (dat is ook niet de stijl van Ross), zijn er wel degelijk momenten dat de spanningsboog wat strakker komt te staan. Dat doet zich dan hoofdzakelijk voor wanneer het verhaal zich in een iets sneller tempo afspeelt.
Het verhaal wordt verteld vanuit verschillende perspectieven, maar ook vanaf diverse locaties. Hierdoor lijkt het dat er een ogenschijnlijke herhaling van zetten plaatsvindt, dat er dus iets aangehaald wordt wat op zich al bekend is. Dit komt dan overwegend doordat een bepaalde situatie vanuit een ander perspectief beschreven wordt. Net als in de 'Indië'-trilogie heeft Arnie ook in Indisch requiem de belangrijkste rol. Er wordt echter zo goed als niet op die drieluik ingegaan en in het sporadische geval dat het wel gebeurt, wordt er voldoende achtergrondinformatie gegeven om een specifieke situatie of persoon te kunnen plaatsen.
Aan het eind van het boek geeft de auteur een relevante opsomming van feiten en data over de periode 1945-1950 en in zijn nawoord geeft hij wat meer informatie over de soevereiniteitsoverdracht. Omdat het verhaal daarmee in een beter perspectief kan worden geplaatst is dit absoluut van toegevoegde waarde. Indisch requiem is derhalve meer dan alleen een (spionage)thriller, het biedt immers ook een globaal inzicht in de Nederlandse kolonisatiegeschiedenis van het huidige Indonesië. Daarnaast toont Ross andermaal aan dat hij een prima verhalenverteller is.
Reageer op deze recensie