Toegankelijke en afwisselende verhalen
Voordat Esther Verhoef in 2003 met het schrijven van thrillers begon, schreef ze columns en later vooral boeken over huisdieren. Daarvan zijn er wereldwijd rond de acht miljoen verkocht. Haar thrillerdebuut Onrust werd in 2004 genomineerd voor de Gouden Strop, een prijs die ze uiteindelijk in 2016 met Lieve mama wel won. Vanaf haar zevende schrijft ze ook korte verhalen en een aantal daarvan (die ze overigens de laatste jaren geschreven heeft), zijn samengevoegd in de in 2020 verschenen bundel Labyrint – de verhalen.
Labyrint bestaat uit dertien korte of relatief korte verhalen, maar voordat ze hieraan begint, vertelt Verhoef in een voorwoord hoe haar drang om te gaan schrijven is ontstaan en wat een verhalenbundel voor haar betekent. Ze geeft tevens aan dat het voor haar mogelijkheden biedt om wat nieuws uit te proberen. Wie een aantal van haar thrillers kent, zal dit in sommige verhalen ook merken. Bij enkele is dat bijvoorbeeld de plot, een goed voorbeeld hiervan is 'Labyrint', een verhaal dat gekenmerkt wordt door mystiek en occultisme. Een aantal andere heeft een net iets afwijkende schrijfstijl, die zijn wat rauwer. In 'Dodemansrit', dat ze samen met haar man onder het pseudoniem Escober schreef, is dat bijzonder goed waarneembaar.
Het valt niet mee om in een beperkt aantal woorden een boeiend en volledig verhaal te schrijven. Vaak worden personages niet grondig uitgewerkt, daar is domweg geen gelegenheid voor. In de bundel van Verhoef geldt dat voor de meeste verhalen ook, maar in de twee langste, 'Erken mij' en 'Labyrint', doet ze dit daarentegen wel. Ze heeft dan wat meer mogelijkheden en één daarvan, de flashback, zorgt ervoor dat de personages een stuk minder oppervlakkig zijn. Hieruit blijkt dat Verhoef in lange verhalen toch op haar best is. Dit houdt overigens niet in dat de andere verhalen in de bundel ondermaats zijn, een aantal is zelfs dusdanig verrassend dat je de clou niet kunt zien aankomen. Maar er zijn er toch ook een paar die kwalitatief iets minder zijn. Een daarvan is 'Vuile handen', het eerste verhaal in de bundel. Barend, het mannelijke personage, is nogal clichématig en daarnaast is het verhaal vrij voorspelbaar.
Dat de verhalen in lengte variëren heeft geen enkele invloed op hun opbouw. Die is, iets dat Verhoef overigens wel toevertrouwd is, verzorgd en ondanks dat de spanningsboog niet overal even strak gespannen is, zorgen alle verhalen er wel voor dat je als lezer nieuwsgierig blijft naar de afloop daarvan. De ene keer is die trouwens wel wat bevredigender dan de andere, en een aantal ontknopingen laat in veel gevallen veel aan de verbeelding van de lezer over; dan kan er min of meer een kleine eigen invulling aan gegeven worden. Eén ding hebben ze echter wel gemeen, ze vormen stuk voor stuk een afgerond geheel.
Labyrint – de verhalen is een toegankelijke en in fijne stijl geschreven bundel met afwisselende verhalen waarin onder andere thema’s als wraak, ontrouw, verkrachting en pesten op de werkvloer voorkomen. Een punt van kritiek is wel dat het merendeel van deze verhalen eerder in bundelvorm verschenen is of zijn uitgegeven als afzonderlijk kort verhaal. Voor veel lezers kan deze uitgave daarom een tegenvaller zijn. Voor wie nog niet met die eerdere uitgaven bekend is, is dit een mooie verzameling met een diversiteit aan verhalen.
Reageer op deze recensie