Fictie en werkelijkheid in een lezenswaardig verhaal
Voormalig hoofdcommissaris Joop van Riessen begon zijn politieloopbaan in 1965 en verliet het korps in 2004. Sinds 2008 is hij eigenaar van Joop van Riessen, Communicatie & Advies en geeft hij adviezen en lezingen op het gebied van leiderschap en veiligheid. In 2007 schreef hij het boek In naam der wet, dat handelt over zijn werk bij de politie. Vervolgens vroeg zijn uitgever hem of hij geen politieromans wilde gaan schrijven. Aanvankelijk twijfelde hij of hij hier wel geschikt voor zou zijn, maar uiteindelijk besloot hij toch op het verzoek in te gaan. Zijn Anne Kramer-reeks, die in 2009 met Vergelding begon, is hiervan het resultaat. Het achtste boek in de serie is Moord op de tramhalte.
Journaliste Erica Palm heeft een boek over de familiegeschiedenis van de schoonfamilie van haar zus Thea geschreven. Na een signeersessie in Amsterdam wordt ze dood aangetroffen op een bank in een tramhokje. Anne Kramer wordt, ondanks dat ze zich grieperig voelt, met het onderzoek naar de moord belast. Tijdens dit onderzoek, dat ze dan weer wel en dan weer niet leidt, stuit haar team op informatie over de Bloemendaalse villa Patna. Tot ze op een dag werden verraden hebben in deze villa tijdens de Tweede Wereldoorlog veel onderduikers gezeten. Maar wat heeft deze villa met de moord op Erica te maken? Heeft ze iets ontdekt wat verborgen moest blijven? Vragen waar het rechercheteam een antwoord op moet zien te vinden. Gaat dat het lukken?
Op het omslag staat vermeld dat Moord op de tramhalte een Anne Kramer-thriller is, maar ook een oorlogsgeschiedenis met een lange nasleep. Dat klopt, hoewel hier wel een kanttekening bij te maken is. Want Anne Kramer heeft in dit boek een enigszins onderbelichte rol omdat een vrij groot deel van het verhaal zich in de oorlog afspeelt. Dit is begrijpelijk en misschien ook wel vanzelfsprekend, omdat deze oorlog wel de aanleiding is van het delict. Toch ontkom je niet aan de gedachte dat het echte politiewerk minder aan bod komt dan je in feite verwacht.
Dat oorlogsverhaal is het spannendst, maar ook het meest interessante van het boek. De auteur heeft voor dit verhaal gedegen onderzoek gedaan en gebruik gemaakt van het ware verhaal van de familie Van Riessen, die al sinds 1863 huize Patna bewoont en tijdens de oorlog onderdak heeft geboden aan een groot aantal joodse onderduikers. Deze waargebeurde oorlogsgeschiedenis inspireerde Joop van Riessen om het in een fictief verhaal te verwerken. In dat fictieve verhaal is Anne Kramer opnieuw het belangrijkste personage. Hoewel dit boek prima afzonderlijk van de eerdere gelezen kan worden, is het toch aan te bevelen die eerst te lezen. In Moord op de tramhalte komen, hoewel sporadisch, namelijk wel enkele verwijzingen voor naar de voorgaande boeken.
Het is onvermijdelijk dat de auteur zijn politie-ervaring gebruikt heeft bij het schrijven van zijn boeken. Daardoor, en voor dit boek is dit geen uitzondering, zijn de dialogen en politieacties realistisch. Toch heeft Van Riessen de verleiding niet kunnen weerstaan om soms wat te overdrijven. Goed voor het verhaal, maar enigszins onwerkelijk. Ook heeft hij niet kunnen voorkomen dat een enkele situatie te voorzien is. Dat geldt in de ontknoping vooral voor de ontmaskering van de dader. Mijlenver van tevoren zie je aankomen wie het is. Alleen de reden waarom de moord is gepleegd is minder voor de hand liggend.
Ondanks het feit dat het woordgebruik soms niet meer van deze tijd is, is Moord op de tramhalte een vlot lezende, maar zeker ook boeiende politiedetective. Daarin heeft Joop van Riessen fictie en werkelijkheid samengebracht tot een lezenswaardig verhaal.
Reageer op deze recensie