Heeft waanzin een verklaring nodig?
Een documentaire op de BBC waarin een man dag in dag uit in de jungle zat om een ijsvogel te observeren, was voor Luuk Imhann (1986) de aanleiding voor het schrijven van zijn in oktober 2016 verschenen debuutroman Paradijs. Na het zien van deze beelden heeft het nog ongeveer vijf jaar geduurd voordat de roman het levenslicht zag. Imhann, die onder andere ook theatermaker, dichter en filmjournalist is, is altijd geïnteresseerd geweest in waanzin, een thema dat in feite de rode draad is in al zijn werk. Inmiddels is hij begonnen met het schrijven van een tweede roman.
De twintigjarige student Boas moet van zijn vader mee met een expeditie van vier biologen in het oerwoud van Maleisië. Deze biologen doen onderzoek naar onder andere de neusaap die zich op de Mount Kinabalu diep in dat oerwoud schuilhoudt. Boas weet overigens niet wat hij aan de expeditie kan bijdragen en wordt door de anderen niet voor vol aangezien. Op een dag moet een van de twee gidsen naar het ziekenhuis gebracht worden, hij wil dat de andere gids hem daarheen brengt. De vijf blijven alleen achter, waarna zich steeds vreemdere gebeurtenissen voordoen. Laat de berg van zich spreken of begint ieder expeditielid last te krijgen van een vorm van waanzin?
Mount Kinabalu is voor de lokale bevolking een heilige berg en daarom heerst er rond deze berg veel bijgeloof. Dat de bewoners van Maleisië dit bijgeloof tot een soort religie hebben gemaakt, blijkt al uit de eerste regels van het boek. De expeditieleden doen hier lacherig over en geloven niet dat de Berg invloed heeft op de onverklaarbare voorvallen die zich rondom hen voordoen. Dat de gekte langzaam in hen sluipt, lijkt niet tot hen door te dringen. Hoewel de lezer zich ook kan afvragen of de waanzin niet al sluimerend aanwezig was voordat ze aan de expeditie begonnen. Daarover wordt in het verhaal geen uitsluitsel gegeven.
In een groot deel van het verhaal heeft het bestuderen van de neusapen en later ook nog de steeloogvlieg de overhand. Eén hoofdstuk wordt zelfs zo goed als in z'n geheel gewijd aan een logboek over het gedrag van de neusapen. Wellicht zijn deze feiten interessant voor biologen en andere belangstellenden, maar voor de lezer van een roman is dit overbodige informatie die absoluut niet ter zake doet. Een ander hoofdstuk lijkt eveneens overbodig, maar met dát verschil dat de titel van het boek hierin enigszins verduidelijkt wordt, maar de lading niet dekt.
Paradijs is een vlot en helder geschreven verhaal waarin de personages niet al te uitvoerig worden uitgediept. Dat is, gezien de aard van het verhaal, ook niet noodzakelijk. Hoewel sommige hoofdstukken wat onwerkelijk overkomen, zijn ze om het geheel te kunnen overzien toch ook onmisbaar. Omdat het boek ook enkele spannendere situaties kent, heeft het af en toe de kenmerken van een thriller, maar die van een roman hebben wel de overhand. De vijf jaar die Imhann over Paradijs gedaan heeft, hebben een niet al te dikke roman opgeleverd die over het algemeen goed leesbaar is, maar een ontknoping heeft niet alles verklaard. En dat is wellicht ook de reden dat waanzin ook niet altijd een verklaring nodig heeft.
Reageer op deze recensie