Verfijnde spanning en ingenieus plot
Op zijn negende vroeg Jérôme Loubry als kerstcadeau een typemachine. Omdat dit te duur was, kreeg hij het niet. Het weerhield hem er echter niet van om zijn lang gekoesterde wens waar te maken: het schrijven van een echt boek. Nadat hij jarenlang in de horeca werkte, besloot hij in 2016 om schrijver te worden. Een jaar later verscheen zijn eerste boek, Les chiens de Détroit en sindsdien groeide hij uit tot een van de meest veelbelovende Franse thrillerauteurs. Les refuges is zijn derde thriller en is in 2020 met als titel Toevluchtsoord in een Nederlandse vertaling verschenen.
Sandrine Vaudrier verneemt van de notaris dat haar grootmoeder, die ze nooit gekend heeft, is overleden. Om de laatste zaken af te handelen, vertrekt ze naar het Franse kusteiland waar haar oma lange tijd heeft gewoond. Vanwege de duistere sfeer die er hangt, wil ze er snel weer weg. Damien Bouchard is inspecteur in een rustig plaatsje aan de Franse kust en op een dag hoort hij dat er een jonge vrouw op het strand aangetroffen is. Haar kleding is doordrenkt met bloed en ze zegt dat er kinderen op een eiland zijn vermoord. Er is echter wel een probleem, want het eiland lijkt niet te bestaan.
'De Elfenkoning', een in 1782 door Goethe geschreven gedicht, wordt op diverse manieren geïnterpreteerd. Zo is het voor velen een symbool van de dood, maar voor anderen staat het voor pedofilie. Al die verschillende zienswijzen heeft Loubry in het verhaal gebruikt en hierdoor krijgt het een toch enigszins macaber randje. Dat uit zich onder andere door de sfeer, die de ene keer mysterieus is en de andere keer ronduit beklemmend. In grote mate wordt het echter ook veroorzaakt door een aantal voorvallen die plaatsvinden of plaatsgevonden hebben. Daarbij speelt een omstreden project uit de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld ook een bescheiden rol.
Toevluchtsoord is ingedeeld in een viertal delen, die bakens worden genoemd, waarbij ieder baken zijn eigen toevlucht vertegenwoordigt. Daarbinnen wordt het vanuit een aantal perspectieven verteld, waarvan die van Sandrine en Damien de belangrijkste zijn – hoewel ieder personage overigens wel zijn of haar eigen verhaal heeft. Deze afzonderlijke verhaallijnen zijn – eigenlijk vanzelfsprekend – ook met elkaar verbonden en smelten uiteindelijk bijzonder geraffineerd tot één geheel samen. Aan het eigenlijke verhaal, dat zich voor een klein deel in 1949 en voornamelijk in 1986 afspeelt, gaat een soort proloog vooraf. Deze inleiding is het heden (2019) en pas in het laatste baken wordt weer naar die periode teruggekeerd. En juist dat heden wijst de lezer op de psychologie waarmee het verhaal doorspekt is.
Het psychologische aspect is er ook de reden van dat Toevluchtsoord niet bol staat van het soort spanning zoals men dat van bijvoorbeeld een actiethriller kent. Het is veel verfijnder, want al vanaf het begin wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt naar de ware toedracht van alle gebeurtenissen. Dat willen weten veroorzaakt wel degelijk een spanningsveld, maar ook het feit dat het verhaal steeds meer begint te intrigeren. De af en toe opduikende cliffhangers en enkele onverwachte plotwendingen zijn daar eveneens debet aan. Ook weet de auteur de lezer zo nu en dan op het verkeerde been te zetten. Als je denkt alles door te hebben, weet hij je op die momenten toch weer te verrassen. Het beste bewaart hij echter voor het eind, want wat er dan wordt onthuld, was totaal niet te voorzien. De lezer wordt overrompeld en realiseert zich dat de auteur de plot ingenieus in elkaar heeft gezet.
Dat Loubry een van de meest veelbelovende Franse thrillerauteurs is, bewijst hij met zijn door Saskia Taggenbrock vertaalde Toevluchtsoord. Het is namelijk een prima aanzet om zijn andere werk ook in het Nederlandse taalgebied uit te laten brengen.
Reageer op deze recensie