Als parodie geslaagd, als thriller niet
Het eerste hoofdstuk van Unit 8200 werd dertig jaar geleden al geschreven, kort nadat Dov Alfon zijn militaire dienstplicht bij deze geheime dienst van het Israëlische leger had vervuld. Pas tientallen jaren later besloot hij, ondanks dat hij zijn schriften altijd bij zich had, het boek te voltooien. Zijn eigen ervaringen, maar ook de personages en beschrijving van de plaatsen, heeft hij in het verhaal verwerkt. Een paar weken na publicatie stond het boek al bovenaan in de bestsellerlijst van Israël en in Frankrijk, waar hij momenteel woonachtig is, wordt zijn boek verfilmd tot een televisieserie.
Kort na zijn landing op het Parijse vliegveld Charles de Gaulle blijkt de jonge Israëlische zakenman Yaniv Meidan spoorloos te zijn verdwenen. Niet veel later verdwijnt een tweede Israëliër, ook hij zat in hetzelfde vliegtuig. Commissaris Léger van de Parijse politie is belast met beide onderzoeken. Hij wordt daarbij, geheel tegen zijn zin, bijgestaan door kolonel Zeev Abadi, het nieuwe hoofd van Unit 8200, de spionage-eenheid van het Israëlische leger. Abadi wordt echter door zowel Léger als de Israëlische inlichtingendiensten gewantrouwd. Samen met Oriana Talmor, zijn assistente, probeert hij te achterhalen wat er exact gebeurd is.
Unit 8200 is, kort na verschijnen, onder veel lovende kritieken bedolven en de auteur wordt al beschouwd als de opvolger van onder andere de gerenommeerde spionagethriller-auteur John le Carré. Op basis van één enkel debuut is dit schromelijk overdreven, want om de status van laatstgenoemde te bereiken zal Alfon zich nog terdege moeten bewijzen en heeft hij nog een erg lange weg te gaan. De auteur zal dan wel anders voor de dag moeten komen, want met dit debuut weet hij nog lang niet te overtuigen.
Het idee achter het verhaal is origineel en wat de verhaallijn in Parijs betreft begint het redelijk veelbelovend. Hoewel het wel enigszins op gang moet komen, lijkt het erop dat de spanning niet lang op zich zal laten wachten. Wie hier echter op vertrouwt, komt bedrogen uit. Want pas over de helft van het verhaal ontstaat er als gevolg van een klein beetje actie een licht spanningsveld, dat echter na een paar bladzijden alweer snel verdwenen is. Dan zakt het zienderogen in en kabbelt het weer verder in het bedaarde tempo waarmee het begonnen is.
Naast de subplot die zich in Parijs afspeelt, is er ook een waarvan de setting zich in Israël bevindt. Deze zorgt in beginsel voor nogal wat onduidelijkheid en verwarring, mede veroorzaakt door de veelheid aan personages, maar ook door het ontbreken van een duidelijke structuur. Daarnaast is het tot vlak voor de ontknoping niet helder waar de auteur naartoe wil en wat de spionagediensten met het verhaal van doen hebben. Die verklaring komt, maar die is zo onlogisch dat het eigenlijk lachwekkend aandoet. Ook veel situaties komen onwerkelijk en absurd over, waarbij de lezer zich kan afvragen of hij misschien in een klucht is beland.
De auteur weet hoe het er bij de inlichtingendiensten aan toegaat en, hoewel de tijden natuurlijk veranderd zijn, is dat uit het verhaal ook enigszins op te maken. Daarbij valt op dat er, in ieder geval in deze spionagethriller, nogal wat vijandigheid bestaat tussen de diensten onderling. Toch weet hij niet over te brengen wat het nut van organisaties als Tzahal en Shabak is. Dat nut is er ongetwijfeld, maar door de nogal negatieve wijze waarop de auteur ze in beeld brengt, kan daar ernstig aan worden getwijfeld. Na het lezen van Unit 8200 kan de lezer zich met recht afvragen of dit debuut van Alfon een parodie is. Zo ja, dan is de auteur daar volledig in geslaagd. Zo nee, en daar heeft het alle schijn van, dan kun je je afvragen of de diverse geheime diensten en zijn spionnen nog serieus genomen moeten worden.
Reageer op deze recensie