Bij vlagen aangrijpend, onthutsend en verbazingwekkend
Zo nu en dan besteden de Nederlandse en Vlaamse media aandacht aan de Chinese onderdrukking van de Oeigoeren, een Turks volk uit de Chinese autonome regio Xinjiang, maar voor de meeste mensen is hun problematiek een ver-van-mijn-bedshow en zijn derhalve onbekend met wat deze bevolkingsgroep allemaal moet doorstaan. De Oeigoerse dichter Tahir Hamut Izgil – in 2017 met zijn gezin naar de Verenigde Staten gevlucht – wil door middel van zijn in augustus 2023 verschenen autobiografie Wachten op mijn arrestatie in de nacht de wereld laten weten aan welk leed deze moslimminderheid wordt blootgesteld. Daarnaast is het een eerbetoon aan zijn vrienden, die hij noodgedwongen heeft moeten achterlaten en aan wie het zwijgen is opgelegd.
'De lezer [krijgt] een behoorlijk goede indruk van wat de Oeigoeren door- en meemaken.' – recensent Kees
In de inleiding zet Joshua L. Freeman, de Engelse vertaler van het boek (de Nederlandse vertaling werd op basis van diens vertaling verzorgd door Pon Ruiter), kort uiteen wat poëzie voor de Oeigoeren betekent, hoe hij de auteur heeft leren kennen en in welke omstandigheden Izgil en vele anderen terecht zijn gekomen. Het échte verhaal, dus dat van de gevluchte dichter, begint meteen daarna en bestrijkt heel beknopt een periode van nog geen tien jaar, hoewel de Chinese annexatie van Oost-Turkestan, het gebied waar de Oeigoeren leven, al in 1949 aanving.
De auteur haalt als eerste een voorval aan uit 2009, wanneer hij door drie politiemensen in burger wordt opgehaald om mee te gaan naar het politiebureau, waar ze met hem over zijn woonvergunning willen praten. Een situatie als deze – Izgil beschrijft meer voorbeelden, waaronder veel serieuzere – is kenmerkend voor de werkwijze van de Chinese autoriteiten ten opzichte van de Oeigoeren. Intimidatie, bangmakerij, vernedering en controle zijn middelen die stelselmatig worden gehanteerd en na verloop van jaren alleen maar verergeren. De lezer te laten weten hoe dit in zijn werk gaat en welke impact dit op de mensen heeft, loopt als een rode draad door het boek heen.
Veel voorbeelden waar Izgil aandacht aan besteedt, vloeien uiteraard voort uit eigen ervaringen, maar ook uit die van vrienden en bekenden. Het valt hierbij op dat de Oeigoerse gemeenschap met de jaren onzekerder en angstiger wordt. Niemand weer meer wie wel of niet te vertrouwen is en wat wel of niet verboden is. Aan welke regels men zich precies moet houden is evenmin duidelijk. De medewerkers van de bijzonder bureaucratische Chinese ambtenarij verschuilen zich voortdurend achter de door hogerhand opgelegde reglementen en richtlijnen, alsof zij het spoor eveneens bijster zijn. Het lot dat de Oeigoeren moeten ondergaan, ook degenen die allang niet meer in hun eigen land wonen, doet in grote lijnen denken aan de omstandigheden in de voormalige DDR.
Vanaf 2017 nam de 'heropvoeding' van de Oeigoeren drastische vormen aan en de onzekerheid en angst die dit met zich meebracht, komt goed tot uiting in een wanhopige en veelzeggende uitspraak van een van de vrienden van de auteur. Een gedachte die zo goed als zeker niet bij één man leeft, maar bij het merendeel van de onderdrukten.
'Ik wou dat de Chinezen de wereld veroverden. Het kan de wereld namelijk niks schelen wat er met ons gebeurt. De wereld begrijpt China niet. Als wij niet in vrijheid mogen leven, laat dan de hele wereld maar een geknecht bestaan leiden. Dan zijn we allemaal hetzelfde. Dan kennen niet alleen wij ellende.'
Wachten op mijn arrestatie in de nacht is grotendeels een voorstelling van zaken vanuit het perspectief van Izgil, maar omdat hij hier ook de verhalen van anderen in betrekt, krijgt de lezer een behoorlijk goede indruk van wat de Oeigoeren door- en meemaken. Omdat de auteur, die absoluut niet de activist uithangt (en dit ook niet wil zijn), hierbij de persoonlijke noot laat prevaleren, is dit boek bij vlagen aangrijpend, onthutsend en verbazingwekkend.
Reageer op deze recensie