Slechte uitvoering van aardig idee
Voordat Laura Lippman in 2001 fulltime auteur, was ze twintig jaar verslaggeefster, waarvan twaalf jaar bij de Baltimore Sun. Terwijl ze nog bij deze krant werkte, schreef ze een reeks thrillers waarin privédetective Tess Monaghan haar opwachting maakte. Daarnaast heeft ze ook een groot aantal standalones op haar naam staan. Inmiddels is ze uitgegroeid tot New York Times bestsellerauteur en heeft ze diverse prijzen gewonnen. In augustus 2018 verscheen haar meest recente thriller, Wie er breekt.
Tijdens haar reis naar het westen blijft Polly hangen in het plaatsje Belleville. Daar ontmoet ze Adam, die haar vertelt dat er, voor hij verder kan reizen, een onderdeel voor zijn landrover geleverd moet worden. Omdat hij meer over Polly wil weten, besluit ook hij in Belleville te blijven. Ze beginnen een verhouding, maar geven erg weinig over zichzelf prijs. Er zijn dingen die ze voor elkaar geheim blijven houden. Als het appartement van Polly uitbrandt en er een dode wordt gevonden, wijst alles op een ongeluk. Maar was dit wel zo?
Zeven bladzijden speelt het verhaal zich in het heden (2017) af. Het laatste hoofdstuk, eigenlijk meer de epiloog, geeft een verklaring voor wat er tweeëntwintig jaar eerder allemaal is gebeurd. Dat het verleden een enorm grote rol speelt in het verhaal is natuurlijk geen enkel punt, dat komt vaker voor in boeken, het is de keuze van de auteur en het voordeel hiervan kan dan zijn dat het verhaal naar een climax toewerkt en de spanning daardoor toeneemt. In Wie er breekt is van dat laatste echter geen enkele sprake. Vooral veroorzaakt door het tergend langzame tempo en de zo goed als ontbrekende plotwendingen. In feite komt het erop neer dat het een saai verhaal is, waarbij de auteur er werk van heeft gemaakt om onbeduidende details belangrijk te laten zijn. Want welke serieuze thrillerlezer is erin geïnteresseerd om te weten te komen hoe de perfecte hamburger wordt gemaakt.
Wie er breekt begint nog redelijk. De lezer blijft dan nog even in het ongewisse wie het stempel van ‘bad guy’ opgedrukt kan krijgen. Is het Adam, is het Polly of zijn ze het eventueel allebei? Dit niet weten verhoogt het broodnodige spanningsniveau niet, maar zorgt er wel voor dat de lezer een klein beetje nieuwsgierig wordt naar de achtergrond van beide personages, maar ook naar wat hen nog te wachten staat. Die nieuwsgierigheid wordt enigszins bevredigd, er wordt geleidelijk steeds meer over Adam en Polly bekendgemaakt, maar het blijft al met al vrij oppervlakkig. De ontknoping, in dit geval de epiloog, verklaart veel, maar laat desondanks toch nog een aantal vragen open. Het is jammer dat de auteur dat uit het oog verloren heeft.
De schrijfstijl die Lippman in Wie er breekt hanteert, heeft veel weg van een zakelijke opsomming van feiten, feiten die soms plotseling uit de lucht komen vallen. Ondanks dat hierover iets later een uitleg gegeven wordt, maakt dit een nogal rommelig indruk. Een ander kritische noot zijn de dialogen. Deze, en daardoor ook het verhaal, overigens keurig vertaald door Mariëtte van Gelder, leven niet. Het gevolg is dat de lezer geen enkele binding met de personages krijgt. Al deze punten zijn er de oorzaak van dat het geheel nogal klinisch overkomt. Het idee achter dit verhaal is niet slecht, de uitvoering echter wel.
Reageer op deze recensie