Sfeervol en gemoedelijk
Een frauduleuze investering, waarbij voormalig parlementslid Jeffrey Archer een vermogen verloor en geruïneerd dreigde te raken, was er de aanleiding van dat hij begon met schrijven. Vervolgens debuteerde hij in 1976 met de roman Not a penny more, not a penny less, die binnen een jaar aan zeventien landen werd verkocht en waardoor hij uitgroeide tot een wereldwijd bestsellerauteur. In 2019 verscheen de thriller Nothing ventured (Wie niet waagt, 2022), het eerste deel van een serie met William Warwick.
Al op achtjarige leeftijd wist William Warwick dat hij rechercheur bij Schotland Yard wilde worden, zeer tegen de zin van zijn vader, die liever had gezien dat hij in diens voetsporen zou treden en advocaat werd. Warwick, groot liefhebber van kunst, houdt echter vast aan zijn idealen en vele jaren later wordt hij toegevoegd aan de afdeling Kunst en Antiek van de Yard. Hij krijgt een aantal dossiers toegewezen, maar de grootste zaak waaraan hij mag werken, is die van de diefstal van een beroemd en waardevol schilderij.
‘Dit is geen detectiveverhaal, maar een verhaal over een detective.’ Met deze zin, die aan de plot voorafgaat, waarschuwt de auteur de lezer wat hij globaal van Wie niet waagt mag verwachten. Maar is dit een terechte kennisgeving? Aan de ene kant wel, aan de andere niet. Het is namelijk zonder meer waar dat deze thriller voor een groot deel over Warwicks leven en carrière gaat, maar Archer verliest daarbij de politionele aspecten niet uit het oog. Hij besteedt immers ruim voldoende aandacht aan enkele onderzoeksactiviteiten waar de beginnend rechercheur zich samen met zijn collega’s mee bezighoudt. Door deze opzet leer je de politieman goed kennen en krijg je tevens een behoorlijk inzicht in de voortgang van zijn nog prille loopbaan.
Tijdens de plot krijgt de lezer een aantal wendingen voorgeschoteld, die voor diverse interessante en soms onverwachte situaties zorgen. Toch levert dit in totaliteit geen zinderende spanning op, mede omdat er in feite zo goed als geen enkele actie in de thriller voorkomt. Hoewel het verhaal vanaf het begin weet te boeien, is het aan het eind het meest enerverend. Dan wordt er afwisselend verslag gedaan van twee rechtszaken en vooral de heropende op een al veroordeelde – en naar eigen zeggen onschuldige – moordenaar is intrigerend. Uiteindelijk is het slotakkoord, waarin alles op z’n pootjes terechtkomt, niet al te spectaculair, ondanks dat de deur met een naar een cliffhanger neigende laatste zin redelijk wijd open wordt gezet. Hieruit kan zonder meer worden opgemaakt dat Warwicks geschiedenis nog niet afgelopen is.
Archer wordt gekenmerkt als een meesterverteller en in dit boek maakt hij dat volledig waar. Met soepele pen leidt hij de lezer zonder veel moeite van de ene naar de andere scène, geeft hij de sfeer van destijds – het verhaal speelt zich aan het eind van de jaren zeventig, begin jaren tachtig van de vorige eeuw af – uitstekend weer en geeft hij de personages zowel een stem als een gezicht. Onder andere hierdoor is zijn schrijfstijl beeldend en inlevend en komen de verschillende karakters over als mensen van vlees en bloed. Het taalgebruik van de auteur is vlot en eigentijds en zo nu en dan met een gezonde dosis humor en spitsvondigheden doorspekt.
In dit eerste deel, van wat in principe een achtdelige serie moet worden, gaat de auteur voortvarend van start. De jonge Warwick, maar ook zijn vriendin Beth Rainsford, nemen de lezer voor zich in en de diverse verhaallijnen in het boek weten je van begin tot eind te boeien. Al met al is Wie niet waagt, in een goede en fijne vertaling van Joost van der Meer, een sfeervolle en gemoedelijke thriller.
Reageer op deze recensie