Acceptabel, maar ook enigszins onbevredigend
De Canadese schrijfster Jennifer Hillier is nog onbekend in Nederland, maar toch heeft ze al een aantal thrillers op haar naam staan. Misschien dat aan haar onbekendheid nu een eind gaat komen, want in juni 2020 verscheen Zie mij, haar eerste boek dat door Els van Son in het Nederlands vertaald is en waarvoor ze een jaar eerder de ITW-prijs voor de beste thriller gewonnen heeft. Ze debuteerde echter al in 2011 met Creep, het eerste deel van een serie met Sheila Tao. Ze is tevens columnist bij The Thrill Begins, een online platform voor beginnende thrillerauteurs.
Veertien jaar na haar verdwijning worden de lichamelijke resten van de toen zestienjarige Angela Wong gevonden. Ze was het eerste slachtoffer van de latere seriemoordenaar Calvin James. Zowel hij als zijn toenmalige vriendin Geo worden voor de moord berecht. Geo wordt vijf jaar later vrijgelaten, maar vlak daarvoor vindt de politie een aantal lichamen, waarvan één op dezelfde wijze is omgebracht als Angela. Het heeft er alle schijn van dat de moordenaar het op Geo gemunt heeft. Heeft ze destijds wel de waarheid verteld en wordt er nu wraak op haar genomen?
Een artikel over de vrouw van een seriemoordenaar die uit de gevangenis werd ontslagen en haar leven opnieuw uitvond, vormde voor Hillier de inspiratie voor Zie mij. Dit, en de Pacific Northwest (een regio in het noordwesten van Noord-Amerika), zijn de enige elementen in het boek die aan de werkelijkheid ontleend zijn. De rest is fictie. Afgezien daarvan geeft een deel van het verhaal wel een beeld van hoe het er in een vrouwengevangenis aan toe kan gaan. Dat ligt voor een groot deel aan de research die de auteur hiernaar gedaan heeft, ondanks dat er ook het een en ander aan haar fantasie ontsproten is. Hoe Geo de gevangenis ervaren heeft, komt daardoor behoorlijk realistisch over.
Het verhaal begint met een summiere weergave van het proces tegen Geo. Deze start is zonder meer aardig en zorgt er eveneens voor dat de lezer meteen al een aantal vragen heeft. Deze worden gedurende de plot steeds meer beantwoord en komt er ook duidelijkheid over wat zich tijdens Geo’s tienerjaren precies heeft afgespeeld. Hillier doet dit door verhalenderwijs veelvuldig gebruik te maken van flashbacks, die vervolgens tot gevolg hebben dat het mysterie van destijds stukje voor stukje verhelderd wordt en de lezer uiteindelijk te weten komt wat er daadwerkelijk gebeurd is. Hierdoor ontstaat er een lichte spanningsboog, want je wordt immers wel nieuwsgierig gemaakt.
De personages die ertoe doen en het verhaal maken – en dat zijn er niet zo heel erg veel – zijn redelijk goed uitgewerkt. De lezer krijgt ruim voldoende over ze te weten om zich een goed beeld over hen te kunnen vormen. Dan merk je ook dat ieder van hen (Geo, Angela en Calvin) een duistere kant heeft. Wellicht dat dat er de reden van is dat hun achtergrond in zekere zin wel boeiend is. Dat geldt in principe ook voor het verhaal zelf, vooral omdat het je van begin tot eind immers wel bezighoudt. Desondanks bevat het ook een aantal licht voorspelbare situaties, waaronder één in de ontknoping. Die zijn echter dusdanig dat het geen enkele invloed heeft op de beleving ervan.
Hoewel het verhaal een afgerond geheel is, blijft de lezer na afloop nog wel met een aantal onduidelijkheden zitten. Hillier komt aan het eind van de plot namelijk met enkele kleine wendingen waarop geen antwoord gegeven wordt en ofschoon Zie mij een alleszins acceptabel Nederlandstalig debuut is, laat dit wel een onbevredigend gevoel achter.
Reageer op deze recensie