Lezersrecensie
Twaalf koningen, één gruwelijk geheim
Na zijn succesvolle trilogie The Lays of Anuskaya komt de Amerikaanse fantasy-auteur Bradley P. Beaulieu met een epische fantasyserie waarvan De twaalf koningen van Sharakhai het eerste deel is. Hoofdpersoon in de reeks, die uit zes boeken moet gaan bestaan, is de jonge Çeda die is opgegroeid in de sloppenwijken van Sharakhai. Sinds haar moeder opgehangen is door de twaalf koningen die al eeuwenlang regeren over de grootste stad in de woestijn, verdient ze de kost door te vechten in de Kuilen en door te schemeren – pakketjes met al dan niet illegale inhoud te vervoeren voor haar baas Osman. Als een klus die ze samen met haar beste vriend Emre uitvoert niet volgens plan verloopt, wordt een reeks gebeurtenissen in gang gezet waardoor Çeda begint te vermoeden dat de heersers van Sharakhai een gruwelijk geheim verborgen houden voor het volk. Naarmate ze dichter bij de waarheid komt krijgt ze een wapen in handen waarmee ze eindelijk wraak kan nemen en ze de schijnbaar onaantastbare koningen ten val kan brengen.
In de loop van het boek kom je steeds meer te weten over de verbluffende wereld van Sharakhai. Beaulieu is een geweldige wereldbouwer die alles tot in de details uitgedacht heeft. Naast de twaalf koningen zijn er twee soorten goden en tientallen personages die allemaal eigen belangen hebben. De vreemde wezens en het magiesysteem zijn net even anders dan anders en dat is verfrissend. De woestijnsetting is ontzettend goed gekozen. De verschillende schepen die zeilen over het zand zijn slechts een van de vele voorbeelden van hoe uniek de wereld is.
Beaulieu heeft geen opvallende schrijfstijl, maar als je erop gaat letten valt al snel op dat hij beter over zijn zinnen heeft nagedacht dan op het eerste oog lijkt. Hij beschrijft alles goed, herhaalt nauwelijks woorden en slaagt er tegelijkertijd in om het te laten lijken alsof hij er nauwelijks moeite voor gedaan heeft, zonder de lezer het gevoel te geven dat het boek voor een jongere doelgroep geschreven is. Het boek leest daardoor erg prettig. Het is aanvankelijk door de vele namen wel lastig alle personages, stammen en koninkrijken uit elkaar te houden. Naarmate je vertrouwder wordt met de wereld wordt dat iets makkelijker, al blijft het goed opletten.
Omdat de schrijfstijl zo vlot is, het tempo hoog ligt en je steeds benieuwd bent wat er gaat gebeuren, is dit boek dat met zijn zeshonderd pagina’s behoorlijk lijvig genoemd mag worden, uit voor je het weet.
Dit eerste deel van Het Lied van het Gebroken Zand is meer dan alleen een inleiding. Hoewel de lezer de tijd krijgt om Çeda en de andere personages en de woestijnstad te leren kennen, gebeurt er van alles. Je maakt kennis met Çeda als ze op het punt staat een gevecht aan te gaan met een verkrachter, waardoor je al meteen een goede indruk krijgt van haar. Ook de andere personages leer je veelal kennen door hun daden. Naast Çeda komen ook Emre, een edelman en een van de koningen aan het woord. Hoewel zij allemaal een duidelijke mening over elkaar hebben, krijg je daardoor de kans om zelf bepalen wie goed is en wie slecht. Dat blijkt genuanceerder te liggen dan je zou denken.
De fragmenten over Çeda’s verleden onthullen meer over haar karakter en haar leven voordat haar moeder stierf en zijn met het oog op de rest van de serie dus noodzakelijk, al halen ze je soms uit het verhaal. Voor de hoofdstukken die vanuit het perspectief van andere personages geschreven zijn zou hetzelfde gelden als ze geen waardevolle informatie over het heden zouden verstrekken. In dit eerste deel blijft Çeda toch nog echt de hoofdpersoon en wil je vooral zo snel mogelijk verder lezen over wat zij allemaal meemaakt en ontdekt.
Als Çeda op zoek gaat naar informatie over de koningen zakt het verhaal even in, maar als ze eenmaal een belangrijke ontdekking heeft gedaan en ze zich roekeloos in een groot avontuur stort, laat het verhaal je niet meer los. De vele gebeurtenissen en fascinerende rituelen van de Klingmaagden houden je aandacht vast tot de verbluffende climax die je wel aan ziet komen, maar die alsnog weet te verrassen door een gruwelijke onthulling en wendingen die een goed uitgangspunt bieden voor het vervolg.
In de loop van het boek kom je steeds meer te weten over de verbluffende wereld van Sharakhai. Beaulieu is een geweldige wereldbouwer die alles tot in de details uitgedacht heeft. Naast de twaalf koningen zijn er twee soorten goden en tientallen personages die allemaal eigen belangen hebben. De vreemde wezens en het magiesysteem zijn net even anders dan anders en dat is verfrissend. De woestijnsetting is ontzettend goed gekozen. De verschillende schepen die zeilen over het zand zijn slechts een van de vele voorbeelden van hoe uniek de wereld is.
Beaulieu heeft geen opvallende schrijfstijl, maar als je erop gaat letten valt al snel op dat hij beter over zijn zinnen heeft nagedacht dan op het eerste oog lijkt. Hij beschrijft alles goed, herhaalt nauwelijks woorden en slaagt er tegelijkertijd in om het te laten lijken alsof hij er nauwelijks moeite voor gedaan heeft, zonder de lezer het gevoel te geven dat het boek voor een jongere doelgroep geschreven is. Het boek leest daardoor erg prettig. Het is aanvankelijk door de vele namen wel lastig alle personages, stammen en koninkrijken uit elkaar te houden. Naarmate je vertrouwder wordt met de wereld wordt dat iets makkelijker, al blijft het goed opletten.
Omdat de schrijfstijl zo vlot is, het tempo hoog ligt en je steeds benieuwd bent wat er gaat gebeuren, is dit boek dat met zijn zeshonderd pagina’s behoorlijk lijvig genoemd mag worden, uit voor je het weet.
Dit eerste deel van Het Lied van het Gebroken Zand is meer dan alleen een inleiding. Hoewel de lezer de tijd krijgt om Çeda en de andere personages en de woestijnstad te leren kennen, gebeurt er van alles. Je maakt kennis met Çeda als ze op het punt staat een gevecht aan te gaan met een verkrachter, waardoor je al meteen een goede indruk krijgt van haar. Ook de andere personages leer je veelal kennen door hun daden. Naast Çeda komen ook Emre, een edelman en een van de koningen aan het woord. Hoewel zij allemaal een duidelijke mening over elkaar hebben, krijg je daardoor de kans om zelf bepalen wie goed is en wie slecht. Dat blijkt genuanceerder te liggen dan je zou denken.
De fragmenten over Çeda’s verleden onthullen meer over haar karakter en haar leven voordat haar moeder stierf en zijn met het oog op de rest van de serie dus noodzakelijk, al halen ze je soms uit het verhaal. Voor de hoofdstukken die vanuit het perspectief van andere personages geschreven zijn zou hetzelfde gelden als ze geen waardevolle informatie over het heden zouden verstrekken. In dit eerste deel blijft Çeda toch nog echt de hoofdpersoon en wil je vooral zo snel mogelijk verder lezen over wat zij allemaal meemaakt en ontdekt.
Als Çeda op zoek gaat naar informatie over de koningen zakt het verhaal even in, maar als ze eenmaal een belangrijke ontdekking heeft gedaan en ze zich roekeloos in een groot avontuur stort, laat het verhaal je niet meer los. De vele gebeurtenissen en fascinerende rituelen van de Klingmaagden houden je aandacht vast tot de verbluffende climax die je wel aan ziet komen, maar die alsnog weet te verrassen door een gruwelijke onthulling en wendingen die een goed uitgangspunt bieden voor het vervolg.
1
Reageer op deze recensie