Lezersrecensie
Vrienden worden vijanden en vijanden worden vrienden
Met Een sluier van speren schreef Bradley P. Beaulieu het beste boek van Het Lied van het Gebroken Zand tot nu toe. Na een indrukwekkend eerste boek en een iets mindere opvolger weet hij de lezer met dit derde deel zeshonderd pagina’s lang geboeid te houden door een perfecte mix van actie, geheimen en schokkende onthullingen.
Nu enkele koningen dood of gewond zijn, er geruchten verspreid worden over de ware identiteit van de asirim en bloedmagiër Hamzakiir de Maanloze Horde probeert te vernietigen om zijn eigen positie in Sharakhai te versterken, komen er barsten in de samenwerking van de heersers van de woestijnstad. Feestkoning Onur verzamelt een leger in de woestijn terwijl de sluwe Honingtongkoning Ihsan de overige vorsten van binnenuit verzwakt door ze tegen elkaar uit te spelen. Te midden van alle chaos probeert de dertiende stam, die zich inmiddels verenigd heeft, te overleven. Voormalige leider van de Maanloze Horde Ishaq probeert zijn kleindochter Çeda te overtuigen zich bij hen aan te sluiten, maar zij heeft andere plannen. Ze wil terug naar Sharakhai om haar zustermaagden de waarheid te vertellen, de asirim te bevrijden en meer Onzalige Verzen te vinden waarmee ze de koningen ten val kan brengen.
In Sharakhai blijft niets lang zoals het was. In ieder geval niet meer sinds de aanval op de koningen begonnen is. Na vierhonderd jaar met weinig veranderingen zijn de stukken op het schaakbord in beweging en wordt er over elke zet nagedacht. De serie blijft interessant omdat Çeda nooit lang op dezelfde plek blijft en er van alles verandert in Sharakhai. Nadat we hebben kunnen lezen over Çeda’s leven in de woestijnstad en haar tijd als Klingmaagd is het een dappere maar ook slimme zet om dit deel grotendeels in de woestijn te laten spelen.
Een sluier van speren begint waar Bloed op het zand eindigde, maar al gauw wordt door nieuwe ontwikkelingen alles op scherp gezet. De gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op.
Waar het in de vorige boeken soms nog lastig was de personages uit elkaar te houden, wordt dat nu steeds makkelijker. Het scheelt dat inmiddels niet alle koningen meer leven en je dus niet van alle twaalf hoeft te onthouden wat hun bijnaam, gave en zwakke plek is. Daarnaast leer je iedereen steeds beter kennen en herinnert Beaulieu de lezer af en toe aan iets wat die mogelijk vergeten was. Het blijft enkel nog lastig bij personages die slechts een kleine rol spelen of die een naam hebben die op elkaar lijkt (het verschil tussen Ihsan en Ishaq is toch behoorlijk groot).
Doordat verschillende personages aan het woord komen ontdek je meer over hun achtergrond en houd je het overzicht, terwijl je soms toch nog verrast wordt. Nu er geen uitstapjes naar het verleden meer nodig zijn is het makkelijker alle ontwikkelingen in het heden te overzien en verslapt het tempo enkel nog even als vanuit een andere verhaallijn toegewerkt moet worden naar een belangrijke ontwikkeling.
In dit boek is weer meer aandacht voor wat het eerste deel zo uniek en fascinerend maakte. De Onzalige Verzen en de spelletjes die de koningen spelen staan centraal. En niet alleen de overgebleven koningen hebben geheimen. De hoofdpersonen hebben allemaal hun eigen motieven en belangen en hebben soms zelfs een verborgen agenda. Vrienden worden vijanden en vijanden worden vrienden. Je weet zelden waar je aan toe bent bij iemand en de lijn tussen goed en kwaad is dun. Soms is zelfs lange tijd niet duidelijk wat een personage met een bepaalde daad wil bereiken. Elke zet is zorgvuldig gepland en erop gericht andere stukken van het schaakbord te vegen. Honingtongkoning Ihsan is hier een meester in. Het blijft fascinerend om te zien hoe hij zich probeert te ontdoen van de andere koningen. Beaulieu zelf vindt hem naast Çeda het interessantste personage en het is niet moeilijk om in te zien waarom. Als haar verhaallijn dan toch even onderbroken moet worden omdat we informatie vanuit een andere hoek nodig hebben, dan is het geen straf om een hoofdstuk vanuit zijn perspectief te moeten lezen.
Beaulieu spaart zijn personages niet. Beide kanten lijden voortdurend verliezen. Çeda is zelfs met haar ervaring uit de Kuilen en haar opleiding als Klingmaagd bepaald niet onoverwinnelijk. Iedereen kan gewond raken en zelfs de ogenschijnlijk onaantastbare heersers van Sharakhai kunnen dood. Dat maakt het realistisch en houdt het spannend. Je weet nooit wie er als volgende zal sterven. De dood van minstens één koning lijkt inmiddels een zekerheidje, maar je kunt er niet zeker van zijn wie dat zal zijn en wiens overlijden daar tegenover zal staan. De kosten voor elke overwinning zijn hoog.
De spanning wordt verder opgevoerd doordat inmiddels ook de goden zich in de strijd mengen. Ook als er niet gevochten wordt, is niemand veilig. De dertiende stam is tot alles bereid om Sharakhai en hun voorouders te bevrijden. Tegen het eind neemt dit deel dan ook een wel heel duistere maar ontzettend fascinerende wending.
Het boek blijft spannend tot de laatste pagina. Door een onverwachte wending en een langverwachte onthulling, wil je het liefst meteen verder lezen. Met Een sluier van speren zijn we pas halverwege de reeks, dus dat belooft veel goeds voor de komende drie delen.
Nu enkele koningen dood of gewond zijn, er geruchten verspreid worden over de ware identiteit van de asirim en bloedmagiër Hamzakiir de Maanloze Horde probeert te vernietigen om zijn eigen positie in Sharakhai te versterken, komen er barsten in de samenwerking van de heersers van de woestijnstad. Feestkoning Onur verzamelt een leger in de woestijn terwijl de sluwe Honingtongkoning Ihsan de overige vorsten van binnenuit verzwakt door ze tegen elkaar uit te spelen. Te midden van alle chaos probeert de dertiende stam, die zich inmiddels verenigd heeft, te overleven. Voormalige leider van de Maanloze Horde Ishaq probeert zijn kleindochter Çeda te overtuigen zich bij hen aan te sluiten, maar zij heeft andere plannen. Ze wil terug naar Sharakhai om haar zustermaagden de waarheid te vertellen, de asirim te bevrijden en meer Onzalige Verzen te vinden waarmee ze de koningen ten val kan brengen.
In Sharakhai blijft niets lang zoals het was. In ieder geval niet meer sinds de aanval op de koningen begonnen is. Na vierhonderd jaar met weinig veranderingen zijn de stukken op het schaakbord in beweging en wordt er over elke zet nagedacht. De serie blijft interessant omdat Çeda nooit lang op dezelfde plek blijft en er van alles verandert in Sharakhai. Nadat we hebben kunnen lezen over Çeda’s leven in de woestijnstad en haar tijd als Klingmaagd is het een dappere maar ook slimme zet om dit deel grotendeels in de woestijn te laten spelen.
Een sluier van speren begint waar Bloed op het zand eindigde, maar al gauw wordt door nieuwe ontwikkelingen alles op scherp gezet. De gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op.
Waar het in de vorige boeken soms nog lastig was de personages uit elkaar te houden, wordt dat nu steeds makkelijker. Het scheelt dat inmiddels niet alle koningen meer leven en je dus niet van alle twaalf hoeft te onthouden wat hun bijnaam, gave en zwakke plek is. Daarnaast leer je iedereen steeds beter kennen en herinnert Beaulieu de lezer af en toe aan iets wat die mogelijk vergeten was. Het blijft enkel nog lastig bij personages die slechts een kleine rol spelen of die een naam hebben die op elkaar lijkt (het verschil tussen Ihsan en Ishaq is toch behoorlijk groot).
Doordat verschillende personages aan het woord komen ontdek je meer over hun achtergrond en houd je het overzicht, terwijl je soms toch nog verrast wordt. Nu er geen uitstapjes naar het verleden meer nodig zijn is het makkelijker alle ontwikkelingen in het heden te overzien en verslapt het tempo enkel nog even als vanuit een andere verhaallijn toegewerkt moet worden naar een belangrijke ontwikkeling.
In dit boek is weer meer aandacht voor wat het eerste deel zo uniek en fascinerend maakte. De Onzalige Verzen en de spelletjes die de koningen spelen staan centraal. En niet alleen de overgebleven koningen hebben geheimen. De hoofdpersonen hebben allemaal hun eigen motieven en belangen en hebben soms zelfs een verborgen agenda. Vrienden worden vijanden en vijanden worden vrienden. Je weet zelden waar je aan toe bent bij iemand en de lijn tussen goed en kwaad is dun. Soms is zelfs lange tijd niet duidelijk wat een personage met een bepaalde daad wil bereiken. Elke zet is zorgvuldig gepland en erop gericht andere stukken van het schaakbord te vegen. Honingtongkoning Ihsan is hier een meester in. Het blijft fascinerend om te zien hoe hij zich probeert te ontdoen van de andere koningen. Beaulieu zelf vindt hem naast Çeda het interessantste personage en het is niet moeilijk om in te zien waarom. Als haar verhaallijn dan toch even onderbroken moet worden omdat we informatie vanuit een andere hoek nodig hebben, dan is het geen straf om een hoofdstuk vanuit zijn perspectief te moeten lezen.
Beaulieu spaart zijn personages niet. Beide kanten lijden voortdurend verliezen. Çeda is zelfs met haar ervaring uit de Kuilen en haar opleiding als Klingmaagd bepaald niet onoverwinnelijk. Iedereen kan gewond raken en zelfs de ogenschijnlijk onaantastbare heersers van Sharakhai kunnen dood. Dat maakt het realistisch en houdt het spannend. Je weet nooit wie er als volgende zal sterven. De dood van minstens één koning lijkt inmiddels een zekerheidje, maar je kunt er niet zeker van zijn wie dat zal zijn en wiens overlijden daar tegenover zal staan. De kosten voor elke overwinning zijn hoog.
De spanning wordt verder opgevoerd doordat inmiddels ook de goden zich in de strijd mengen. Ook als er niet gevochten wordt, is niemand veilig. De dertiende stam is tot alles bereid om Sharakhai en hun voorouders te bevrijden. Tegen het eind neemt dit deel dan ook een wel heel duistere maar ontzettend fascinerende wending.
Het boek blijft spannend tot de laatste pagina. Door een onverwachte wending en een langverwachte onthulling, wil je het liefst meteen verder lezen. Met Een sluier van speren zijn we pas halverwege de reeks, dus dat belooft veel goeds voor de komende drie delen.
2
Reageer op deze recensie