Reis naar de goden

In de derde eeuw na Christus is het leven in Zeeland zwaar. Het zeewater stijgt, de Franken vallen keer op keer aan en de beschermers van de Zeeuwen: de Romeinen, trekken weg. Er moet geld verdiend worden in het gezin van Paluso en Lyna en vader Paluso gaat aan het werk op een schip. De oudste zoon van het gezin, Freio, een 14 jarige knul, moet nu het huis en het gezin beschermen. Dat houdt in dat er gejaagd moet worden, dat er handel gedreven moet worden, maar ook de zorg voor opa en moeder en Freio’s broertje en zusjes komt voor zijn gevoel op zijn schouders neer. Hij neemt al heel snel de rol van zijn vader over. Hij is immers, op grootvader na, de oudste man in het gezin. Dat lukt hem heel aardig, maar de blijvende druk en angst over de veiligheid zijn vader legt een grote druk op hem. Heeft de schipper wel de gelofte aan de godin Nehalennia afgelegd? Zonder deze gelofte zal het schip verongelukken, daar is iedereen heilig van overtuigd.

Op een dag vindt Freio een meisje, dat is aangevallen door de Franken. Hij redt haar en neemt haar mee naar huis. Ze blijkt een fijne aanvulling op hun gezin te zijn, door haar wijsheid en haar moed. Iden, zoals ze heet, bewijst dat ze niet zomaar onder de voet gelopen kan worden, als Freio een offersteen laat maken voor de godin. Na een gesprek met de eigenaar van het schip heeft hij een besluit genomen: hij wil hoe dan ook zijn vader veilig thuis krijgen. Iden helpt hem hierbij en samen trotseren ze veel moeilijkheden.

Deel 2 speelt zich af in 1995. Freek heeft de steen van Freio gevonden en raakt die op een nacht kwijt door diefstal. Samen met zijn vriendinnetje en logee Jippe gaat hij op jacht naar de steen. Al snel heeft hij een vermoeden wie de steen heeft en waarom. Samen met Jippe probeert hij de dief te pakken, maar ze treffen iets heel anders aan dan ze verwacht hadden.

De steen van Freio is een herdruk van het boek Nehalennia. Er is een tweede deel bijgevoegd, dat het ook nu weer een spannend jeugdboek maakt voor de oudere jeugd. Deel 1 neemt je op prettige wijze mee naar het verleden. De vele moeilijke namen maken het boek niet heel eenvoudig te lezen, maar het verhaal is pakkend genoeg om goed door te lezen. Het maakt eens te meer duidelijk hoe belangrijk in die tijd het geloof in Goden was.
Deel 2 is vlot en snel geschreven. Je wordt meegenomen in de belevingswereld van een tienerjongen, die samen met zijn vriendinnetje op zoek gaat naar zijn bezit. Af en toe vond ik het taalgebruik van Freek en Jippe wat vreemd, soms te volwassen, te brutaal en niet helemaal van die tijd, maar dat is de keuze geweest, die Martinus heeft gemaakt.

Martinus de Kam heeft het verhaal pakkend geschreven en maakt het zo prettig om je te verdiepen in de geschiedenis van Zeeland. Een spannende geschiedenis, mooi beschreven. Het boek heeft korte hoofdstukken en een woordenlijst, die helpt duidelijk te maken waar het een en ander voor staat.