Eenzame Vos
De 12-jarige Louis moet op een zomers, maar verregend scoutskamp zijn totemnaam verdienen. Bij deze totemisatie komen zijn frustraties naar boven, wanneer de gevoelige jongen geconfronteerd wordt met zijn ontluikende adolescentie en het gemis van zijn broertje. In een beklemmende omgeving transformeert hij, verstoken van liefde en aandacht, stilaan tot de vos van zijn totem. Totem is een op verschillende niveaus te lezen; autobiografisch en doorleefd coming of age-verhaal, met ruimte voor hoop.
De allereerste, losse tekening – van een jongetje op een autopsietafel – grijpt al meteen naar de keel. Maar de lezer is nu al op het verkeerde been gezet. Het is een spel. Een dodelijk ernstig spel. Toen de in Brussel geboren scenarist Nicolas Wouters (1984) 10 was, verloor hij zijn 3-jarige broertje aan kanker. Zijn ouders maanden hem aan dapper en sterk te zijn. Dat dubbele gevoel van verlatenheid – door zijn jonge broertje én door zijn ouders – heeft hij jaren later verwerkt in Totem.
Dit boek is zijn tweede samenwerking met de Berlijnse tekenaar Mikaël Ross (1984). Ze leerden elkaar kennen tijdens hun studies op de stripopleiding van Saint-Luc in Brussel en maakten in 2013 Les pieds dans le béton, waarin twee oude kameraden elkaar opnieuw ontmoeten en de balans van hun in totaal verschillende richtingen gegane levens opmaken. Voor Nederlandstalige lezers is Totem de eerste kennismaking met hun werk.
Een jaar of wat geleden liep in de Vlaamse bioscopen een Dick Maas-achtige griezelfilm genaamd Welp, waarin een kleine scoutsgroep, op kamp in de Ardennen, te maken krijgt met een occulte seriemoordenaar. Totem is geen dwaze horror, maar is vergelijkbaar van sfeer: het boek speelt zich ook af in de geïsoleerde Ardennen, nog eens extra unheimlich gemaakt door de regen en de dreiging van een uit een zoo ontsnapt luipaard. Het roofdier heeft ook een symbolische rol: het staat voor het onbekende (van het volwassen worden), onzichtbaar, afschuwwekkend en aantrekkelijk tegelijk – en natuurlijk vogelvrij voor de jagers, die schieten op alles wat beweegt. Louis vindt in het dier een bondgenoot wanneer hij zich van de mensen heeft afgekeerd.
Louis wordt tegen zijn zin – hij kent er niemand – door zijn ouders op kamp gestuurd, omdat die geen tijd voor hem hebben, nu zijn broertje in het ziekenhuis is opgenomen. Dat Louis en zijn broertje een innige band hebben – prachtig uitgedrukt in de tegelijk speelse en aangrijpende openingsscène – blijkt wel uit zijn gemis op kamp. Enkel leidster Goudvink zoekt toenadering tot de getormenteerde Louis. Maar ook zij heeft haar geheim…
Louis wordt getotemiseerd tot Vos. Het is een keerpunt. Hij zet zijn vossenmasker niet meer af, hij gaat meer en meer op in de eenzaamheid van het woud, verdwijnt zelfs. Grafisch wordt hoe Louis de wereld afzweert weergegeven in zijn geleidelijke transformatie tot vos en zijn totale verwildering, waarbij hij zich tegen de andere jongens keert. Alleen Goudvink dringt uiteindelijk tot hem door. Zij is de redding na zijn ontreddering.
Wouters en Ross nemen in rustige, woordloze pagina’s hun tijd om Louis’ emotionele neergang weer te geven. Nergens worden zijn frustraties of angsten benoemd, maar ze zijn voelbaar aanwezig in zijn doen en laten. Dat hij bijvoorbeeld als enige van de groep bereid is een kip te onthoofden, is voor de anderen tegelijk indruk- en zorgwekkend. De spanningen in de scoutsgroep zijn tastbaar in woorden en tekeningen. Niet alle, vooral jonge lezers zullen de link leggen met volwassen worden, maar omdat zij zich kunnen identificeren met Louis voelen zij de vernederingen en de angst des te meer.
Ondanks de donkere en dreigende sfeer zit er behoorlijk wat licht en lucht in het boek. Nergens zijn de dialogen of scènes te zwaar, zelfs de vermenging van werkelijkheid en fantasie komen soepel en natuurlijk over. Totem is een vlot leesbaar en sterk werk over de dood, het leven en de liefde.
Reageer op deze recensie